is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Instituut voor Bacteriologie
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Instituut voor Bacteriologie
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Instituut voor Bacteriologie
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalig Instituut voor Bacteriologie, heden Instituut voor Land- en Waterbeheer van de Katholieke Universiteit Leuven.
In 1897 naar ontwerp van de Leuvense architect A. Van Arenbergh (1870-1937) opgetrokken complex op T-vormige plattegrond, met een geknikte straatvleugel die aan de ene zijde aansluit bij de huizenrij van de Vital Decosterstraat en aan de andere zijde loodrecht op de gevellijn van het Kolveniershof (nummer 104) is ingeplant, waardoor een rechthoekig plein ontstond met het voormalige Instituut voor Bacteriologie als perspectiefpunt. Bij het hoofdgebouw hoorden aanvankelijk ook stallingen en dienstpaviljoenen rond een grote binnentuin met toegangspoort aan de Sint-Maartensstraat, die bij de bouw van het huidige Rega Instituut (Sint-Maartenstraat nummer 55, architect C. Devadder, 1962) verdwenen.
Straatvleugel van twaalf traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldaken, met een eclectische penantengevel in gele baksteen, voorzien van een verhoogd middenrisaliet en horizontaal geleed door de hardstenen bossageplint met keldergaten, hardstenen cordons, banden in rode baksteen en witte natuursteen, decoratieve tegelfriezen, en registers van als drielicht uitgewerkte steekboogvensters met geprofileerde booglijsten en borstweringen met cassetten. Linkertravee en verhoogd middenrisaliet met onmiskenbaar neorenaissance invloeden, het laatste met op de begane grond rondbogige drielichten aan weerszijden van de deur met halfrond bovenlicht, onder een hoofdgestel met guirlandefries op pilasters met diamantkoppen, verdiepte spiegels en gestileerde bladkapitelen.
Op de verdieping: een monumentaal drielicht (heden geblindeerd), opgevat als rondboogarcade, met schijfmotieven in borstweringen en boogzwikken, en oorspronkelijk bekroond door het opschrift: "INSTITVT DE BACTERIOLOGIE" (ceramische tegels).
Voorts art nouveau-ornamentiek in de schijfmotieven en kapitelen van de rondboogdeuren, in de tegelfriezen boven de steekboogvensters en in de tegeltableaus aan weerszijden van het portaal. Het oorspronkelijk monumentale karakter van de gevel werd in 1961 sterk aangetast door de verwijdering van de houten kroonlijst met fries en de bovendakse bakstenen borstweringen. Oorspronkelijk houten schrijnwerk van deuren en vensters, de laatste voorzien van rolluiken.
In rode baksteen opgetrokken achtergevel en achterbouw met getoogde muuropeningen en kordons en rollagen in zwart gesinterde baksteen. De vijf traveeën tellende haakse vleugel, aan beide zijden voorzien van houten wintertuinen, leidt naar een twee bouwlagen hoog laboratoriumgebouw op vierkant grondplan, met tentdak en lantaarn, en grote rechthoekige vensteropeningen met houten schrijnwerk, metalen roeden en metalen lateien.
Hoewel geen oorspronkelijke grondplannen werden teruggevonden, kan aangenomen worden dat de oorspronkelijke indeling en structuur van het gebouw onaangetast bleef. Het T-vormige complex heeft een typologisch interessant en haast symmetrisch grondplan: de begane grond van de straatvleugel wordt getypeerd door een grote centrale hal - geleed door Dorische pilasters, links en rechts geflankeerd door trappenhuizen, en rechtstreeks met de dwarsvleugel verbonden door middel van dubbele deuren en de bovenverdieping wordt gedomineerd door de grote zaal (auditorium of laboratorium?) met aan weerszijden burelen. De eenlaagse dwarsvleugel bestond aanvankelijk slechts uit één grote (les-?)ruimte met aan oostelijke en westelijke zijde twee gangen die leiden naar het vierkante laboratoriumvolume. De begane grond daar heeft een volkomen symmetrische opbouw met een centrale gang en zes vleugeldeuren (vermoedelijk naar zes kleinere onderzoekslokalen), en op de verdieping een laboratoriumzaal met haast volledig beglaasde buitenmuren (noord en oost) en aan de westelijke zijde een kleine bibliotheek en een bureau. In enkele - voornamelijk grote - ruimtes (o.a. de hal en de grote lesruimte in de dwarsvleugel) werden in een latere fase gipskartonnen wanden toegevoegd.
Van de oorspronkelijke interieurafwerking resten: fraaie cementtegelvloeren op de begane grond en in de kelder, houten plankenvloeren op de verdieping, visgraatparket (lok. 00.02), en wit marmeren plavuizen (lok. 00.06); Frans-classicistisch geïnspireerde deuren en lambriseringen in hout (lokaal 00.02) en lambriseringen met festoenen en guirlandes in geperst karton (lok. 00.38), en met ceramische tegels bezetten wanden (lok. 91.02); houten banken in de wachtruimte (lok. 00.31), sobere, neoclassicistische marmeren sierschouwen (lok. 00.38, 00.36 en 00.35), houten deuren met groot, steekboogvormig bovenlicht in het hoofdvolume (niv. 00 en 01), vensters met decoratief gebrandschilderd glas, voornamelijk in neorenaissancestijl, met festoenen van acanthusblaren en vruchten en de voorstelling van een slang met spiegel in medaillon (lok. 00.36) en geometrisch glas-in-lood (lok. 00.52), hang- en sluitwerk op vensters en deuren, gestucte wanden met sierlijsten en Dorische pilasters (hall = lok. 00.01), gestucte plafonds met geprofileerde lijsten en roosmotief (lok. 00.04); houten trappen met balustervormige trappalen (lok. 00.01 en lok.00.51), eenvoudige houten trappen aan de uiteinden van de hoofdvleugel (lok. 00.52 en lok. 00.58/02.34), metalen en hardstenen keldertrappen met naar de art nouveau evoluerend zweepslagmotief in de smeedijzeren balustrade; dwarsvleugel met eenvoudige gietijzeren kolommen in de labo-zaal (lok. 01.27), dubbele, getoogde deuren van hout, en bibliotheek met houten boekenkasten (lok. 01.23).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten., Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002289, Universitair patrimonium Leuven: Deeldossier II: Instituten en Instellingen Leuven: Vital Decosterstraat 102: Het voormalige Instituut voor Bacteriologie (VERLOOVE C. 2008)
Auteurs: De Houwer, Veerle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Vital Decosterstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Instituut voor Bacteriologie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206651 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.