is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Instituut voor Electromechanica
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Instituut voor Electromechanica
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalig Instituut voor Electromechanica van de Katholieke Universiteit Leuven, opgericht in 1900 naar ontwerp van Vincent Lenertz (1864-1914), nadien de zogenaamde Speciale Scholen voor burgerlijk ingenieurs, het Kunsthistorisch Instituut (1953-1974) en de Audiovisuele Dienst (vanaf 1982). Vandaag is er de Vlerick Leuven Gent Management School gevestigd.
Vierkant complex dat wordt gevormd door een drie bouwlagen hoge straatvleugel, een haakse vleugel van twee bouwlagen onder mansardedak, en twee vleugels van één bouwlaag rondom een binnenkoer, waarin in 1922 een uitbreiding met donkere kamer werd toegevoegd (kanunnik Jan Janssen). De in oorsprong ten zuiden van het complex gelegen conciërgewoning en verwarmingslokalen, werden in 1968 afgebroken bij de bouw van het aanpalende studentenrestaurant en meisjespedagogie (nummers 85-87, J. Maloens en J.F. Mabardi, 1969). De vleugel aan de straatzijde, in de derde bouwlaag voorzien van een hardstenen gevelplaat met opschrift "Institvt Electromécaniqve" telt acht traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak (leien/zink) met grote dakvensters, voorzien van metalen roeden. De imposante eclectische lijstgevel is bekleed met een wit bakstenen parement en wordt horizontaal geleed door de hardstenen plint, dito muurbanden, kordons, lekdrempels en de houten kroonlijst op klossen. Typerend zijn het vormenspel van de vensters - steekboogvormig en met diefijzers op de begane grond, rechthoekig in de tweede en korfboogvormig in de derde bouwlaag- en de met diamantkoppen afgelijnde en als spaarveld uitgewerkte venstertraveeën in de bovenbouw. Twee poortdoorgangen, waarvan één nog gekasseid onder troggewelfjes met metalen I-liggers, geven toegang tot de binnenkoer.
De achtergevels in rode baksteen worden gekenmerkt door een picturaal spel van banden en ontlastingsbogen in witte baksteen, rechthoekige vensters en een sobere kroonlijst in hout. Bewaard houten schrijnwerk van vensters en poorten, metalen schrijnwerk van daklichten en decoratieve muurankers.
Interieur. Vooral de hoofdtrap valt op, verlicht door middel van een lantaarn, met hardstenen treden en smeedijzeren balustrade naar de eerste verdieping en in hout met balusters naar de tweede en derde verdieping. Mooi bewaard parket en binnenschrijnwerk, evenals houten dakkap in het hoofdvolume en metalen spanten in de vroegere machinekamer.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)