Reeks eenvoudige burgerhuizen, die in 1902, volgens een repetitief schema maar met alternerende gevelhoogte, opgetrokken werden. De panden omvatten een smalle deur- en een brede, risalietvormige venstertravee en drie bouwlagen – de nummers 90 en 94 met souterrain – onder pannen zadeldaken. De roodbakstenen gevels zijn opengewerkt door middel van rechthoekige deur- en vensteropeningen onder metalen of hardstenen lateien op de begane grond, en steekboogvensters in de bovenbouw. Kenmerkend is het afwisselend gebruik van witte en gesinterde baksteen voor banden, van Franse en gewone balkons, van rechthoekige en buikige balustrades en van houten kroonlijsten op klossen of modillons.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 64471 (bouwvergunning 25.08.1902).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)