Twee reeksen identieke rijwoningen, naar de plannen van A. Stevens in 1902 opgetrokken volgens een repetitief schema en opgevat als enkelhuizen van twee traveeën, een souterrain en drie bouwlagen onder een pannen zadeldak. De lijstgevels uit roodbruine baksteen boven een hoge hardstenen sokkel met afzaat worden gekenmerkt door het gebruik van witte natuursteen en zwarte baksteen voor muurbanden, negblokken, diamantkoppen en de sluit- en aanzetstenen van de steekboogvensters. In de venstertravee telkens een rechthoekig souterrainvenster, een Frans balkon op de bel-etage, en een hardstenen balkon met buikige balustrade in de tweede bouwlaag. De rechthoekige vleugeldeuren hebben een dubbel bovenlicht met een houten en een hardstenen kalf. In de nummers 108-114 bleef de houten kroonlijst met klossen en tandfries bewaard; het houten schrijnwerk van de vensters werd vernieuwd. Gewijzigde ordonnantie in nummer 98.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)