Eclectische burgerwoning die in 1909 naar een ontwerp van A. De Buck werd opgetrokken als een enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een pseudo-mansardedak. De gevel is opgedeeld in een smalle deurtravee met bekronende dakkapel, en een brede, risalietvormige venstertravee die uitloopt op een puntbekroning. Kenmerkend zijn de driezijdige houten erker op gecanneleerde zuil, en het kleurcontrast door verschillend materiaalgebruik: rode baksteen voor het parement, witte natuursteen en donkerbruin geglazuurde steentjes voor muurbanden en ontlastingsbogen, en blauwe hardsteen voor de gebikte plint, de deuromlijsting en de lekdrempels. Stijltypisch zijn de neotraditionele topgevel met overhoekse topstukken en sierankers, en het door de art nouveau geïnspireerde floraal smeedwerk van de balustrades, het kleurrijk tegeltableau met voorstelling van een haan, het gaaf bewaard houten schrijnwerk van vensters en deuren, de houten kooflijst en de houten dakkapel.
Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 70825 (bouwvergunning 01.04.1909).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)