Teksten van Ensemble Schippershuis en In 't Oude Woud, met Café Gambrinus

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206707

Ensemble Schippershuis en In 't Oude Woud, met Café Gambrinus ()

Het ensemble van "Schippershuis" en "In ’t Oude Woud" dateert uit de wederopbouwperiode, na de vernielingen van de Eerste Wereldoorlog.

Het ensemble werd in 1929 door architect Léon Govaerts (1860-1930) ontworpen, in opdracht van brouwerij Van Tilt. Het café-etablissement op de begane grond droeg, bij de voltooiing in 1932, reeds de huidige benaming Gambrinus. De volksstam Gambrivii uit het werk De Germania van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus werd in de 15de eeuw vertaald als Gambrini. Volgens kroniekschrijver M. Van Vaernewijck (1518-1569) zou (de legendarische) koning Gambrinus het bierbrouwen geleerd hebben aan de inwoners van onze gewesten. Vanwege de gelijkluidendheid tussen Gambrinus en Jan Primus werd koning Gambrinus in de Nederlanden verward met deze Brabantse hertog (1252/1253-1294).

"Café Gambrinus" voor de Eerste Wereldoorlog

Café Gambrinus, gevestigd in "de hertog van Brabant" (hoek Boekhandel- en Eikstraat), was vanaf het derde kwart van de 19de eeuw één van de toonaangevende cafés voor de gegoede burgerij in Leuven. Het etablissement werd ingericht met een typisch 19de-eeuws neorenaissance-interieur met eikenhouten lambriseringen waartegen lederen banken, spiegel, toog en glazenkast. Boven de lambriseringen sloten schilderingen aan met de allegorie van het bier. Deze schilderingen werden in opdracht van de Munchense bierbrouwerij "Bürgerliches Bräuhaus München" door de schilder E. Meyer uitgevoerd. Eén van de schilderingen beeldt het wapenschild van het koninkrijk Beieren af, met een banier, waarop in gotische letters "Bürgerliches Brauhaus Munchen". "Café Gambrinus" bezat het alleenrecht op de verkoop van het bier van deze Munchense brouwerij.

In 1932 verhuisde "Café Gambrinus" naar de pas voltooide panden aan de Grote Markt. Het fraaie interieur van de 'oude' Gambrinus werd geïntegreerd in de 'nieuwe' Gambrinus. Het ensemble van dubbelpand en café-interieur bleef sinds de vroege jaren 1930 grotendeels ongewijzigd. Bij de renovatie van het café-interieur circa 1974 werden de schilderingen gerestaureerd.

Exterieur van het wederopbouwensemble "Schippershuis" en "In ’t Oude Woud"

Ruim dubbelpand met aan marktzijde een samenstel van twee diephuizen met punt- en volutengevel waarop de huisnamen "Schippershuis" en "In ’t Oude Woud" staan vermeld. Beide panden tellen drie bouwlagen en respectievelijk twee en vier op drie traveeën en zijn afgedekt door haaks op de Grote Markt ingeplante parallelle zadeldaken met een prominente schoorsteen aan de zijgevel met de Kortestraat. De met witte natuursteen beklede puntgevel van het “Schippershuis” kreeg een fantasievolle vormgeving met een speelse, maritieme detaillering die verwijst naar de huisnaam: vergulde koorden met ingelegde knopen als sluitstenen, neuten of consoles voor de omlijsting van de binnen platte banden gevatte rechthoekige bovenvensters en ovale oculi in de top, franjes of kwasten als versiering van de lekdrempels en beëindiging van het gevelveld, meeuwensculpturen als belijning van de geveltop en sokkelelement met golfmotieven en uitbeelding van een zeilschip als topbekroning.

Het uitzicht van de belendende in- en uitgezwenkte topgevel van "In ’t Oude Woud" gaat, op de pui na, in grote mate terug op de vooroorlogse voorgevel van het vroegere hoekpand dat in 1666 in barokstijl was opgericht. Binnen de huidige pleinwand onderscheidt deze gevel zich door zijn expressieve, stijltyperende vormentaal en ornamentiek. Opvallend is de contrasterende en ruime verwerking van witte natuursteen op de roodbakstenen achtergrond, gecombineerd met vergulde decorelementen. Kenmerkend is verder de geritmeerde opbouw met nadrukkelijke registerindeling en lijnenspel van platte banden, hoekkettingen, cordons, entablementen en met oren en neuten versierde vlakke omlijstingen voor de rechthoekige bovenvensters. Voorts manifesteren de barokke stijlkenmerken zich in de typische detaillering en ornamenten als onder meer de mascarons onder de vensterdorpels en, in de drieledige topconstructie, de gevarieerde omlijstingen en bekroningen – driehoekige en gebroken frontons, booglijsten, geringd beloop, festoendecor – van het rondbogig midden- en de smalle rechthoekige zijvensters en de oculi erboven, het panelendecor en de cartouche met jaartal 1932, en ten slotte de topbegrenzing met voluten en rondboogfronton onder sierbol. In tegenstelling tot de vooroorlogse toestand werd de zijgevel opgevat als een lijstgevel, soberder uitgewerkt en slechts in de deurtravee, boven de privé-ingang, voorzien van rechthoekige openingen en getopt door een dakkapel met frontonbekroning. In contrast met de bovenbouw kreeg de pandbrede, omlopende pui een strakke decoratieloze vormgeving, met een parement van natuursteen boven een arduinen plint, rechthoekige vensters onder bovenlicht en een gevelbrede beglaasde ijzeren benedenluifel aan de zijde van de Grote Markt (oorspronkelijke luifel niet bewaard).

Interieur van "Café Gambrinus"

Een prentbriefkaart van het "Intérieur du café Gambrinus" toont de gelagzaal van het café voor de verhuis van de Boekhandelstraat naar de Grote Markt (voor 1929-1932). Er bestaan grote gelijkenissen met het op vandaag bewaarde interieur van de gelagzaal van "Café Gambrinus" aan de Grote Markt: confer de lambrisering met aansluitende schilderingen, de spiegel en de glazenkast, de toog en de zitbanken langs de muren. De toegang tot het café bevindt zich in een beglaasd binnenportaal met geëtst glas met florale en vegetale motieven, en de voorstelling van koning Gambrinus zittend op een bierton (deur).

De gelagzaal strekt zich uit over de volledige gevellengte van het dubbelpand aan de Grote Markt. Het geschilderde plafond met imitatiemoerbalken, dito kinderbalken, lusters en pendelarmaturen versterkt de uitstraling van de hoge gelagzaal.

Boven de zitbanken in gecapitonneerd kunstleder zijn de wanden van de gelagzaal uitgewerkt met een sierlijke, eikenhouten neorenaissance-lambrisering. De cassettes van de lambrisering en van de toog zijn uitgewerkt als arabesken en grotesken. Bij de lambrisering betreft het lier, schilderspalet, mascarons, vazen, wapenschild enzovoort. In rolwerk of cartouches zijn het jaartal "1896" en de opschriften "Progrès", "Industrie" en "Art" aangegeven. De in de lambrisering ingewerkte spiegel is bekroond met een uurwerk.

Boven de lambrisering sluiten schilderingen in een klassieke vormentaal aan, gesigneerd "E. Meyer". De grote schilderingen interpreteren het thema van de drie gratiën als een allegorie van het bier(brouwen) en van het vertier van muziek en wijn. Een liggende gratie symboliseert het bier(brouwen) en de hopteelt: met een hoptak in de hand is ze omgeven door putti waarvan één op een bok zit, en de anderen hopbellen oogsten. De term reclameschildering is hier op zijn plaats: rondom het wapenschild van het koninkrijk Beieren is een banderol gewikkeld met gotisch opschrift "Bürgerliches Brauhaus München". De spiegel wordt geflankeerd door twee schilderingen met zittende gratiën met putti: links symboliseert een vrouw met luit het vertier van de muziek, rechts symboliseert een een ton gezeten vrouw met wijnfles en wijnrank het vertier van de wijn. Deze grote schilderingen worden aaneengeschakeld door kleinere schilderingen waarop putti met hopbellen en bierattributen (glas, bierpot, ton,...). Zo tappen twee putti bier uit een ton, in typische bierkroezen, en symboliseert een putto met hoorntjes Bacchus of Gambrinus. Ook de stroken tussen de vensters zijn ingevuld met voorstellingen van engeltjes in relatie tot het bierdrinken. Zo is een engeltje met (Gambrinus)kroontje en schuimende kroes schrijlings op een ton met opschrift BBM (de eerste letters van "Bürgerliches Brauhaus München") gezeten. Andere putti zitten in typische BBM-bierkroezen. Een liggende putto kijkt naar het uurwerk boven de spiegel en houdt een zakhorloge vast.

Ook de eikenhouten neorenaissancetoog is afkomstig uit de 'oude' Gambrinus. Het oorspronkelijke deel van de toog vormt een symmetrisch geheel, waarbij de centrale cassette versierd is met een kruik met korenhalmen. Achter de toog onderbreekt de bijhorende neorenaissance-glazenkast met spiegelende achterwand de lambrisering met aansluitende schilderingen.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, Ruimtelijke Ordening: Algemene Inventaris 359 B / dossier 87912-92537 (bouwvergunning 24.05.1929 en 27.09.1929).
  • CELIS J. & UYTTENHOVE P., 1991: De Wederopbouw van Leuven na 1914, Leuven, 57-70, 117-135.
  • CEUNEN M. 2004: Leuven na de grote brand, in Aan onze helden en martelaren... Beelden van de brand van Leuven (augustus 1914), Leuven, 150-151, 168-171, 219-225, 230-237.
  • CRESENS A. 1989: 150 jaar fotografie te Leuven, Brugge, 10, 101-102.
  • DE CRAAN P. 1996: De eiken beschotten in café Gambrinus (1896), Museumstrip, driemaandelijks tijdschrift van de v.z.w. vrienden museum Leuven, 27-32.
  • LEFEVER F.A. 1991: Cambrinus in Brabant, Brabant. Tweemaandelijks tijdschrift voor toerisme, nr.4, 20-25.
  • UYTTERHOEVEN R. 1983: Leuven, Bierstad door de eeuwen heen, Leuven, figuur 81.
  • UYTTERHOEVEN R. 1987: Leuven Weleer. Langs de oude universiteit naar het Begijnhof: Grote- en Oude Markt en de Naamsestraat 3, Leuven, figuren 2a-7c, 48a.
  • UYTTERHOEVEN R. 2000: Nostalgia Lovaniensis, Leuven, 89.
  • VAN EVEN E. 1895: Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 78, 131, 191-198, 226.
  • YSEWIJN R. 2016: Authentieke Belgische cafés, in woord en beeld, Antwerpen, 181-188.

Bron: Beschermingsdossier 4.001/24062/116.1
Auteurs:  Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie; Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble Schippershuis en In 't Oude Woud, met Café Gambrinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194265 (geraadpleegd op ).


Schippershuis en In 't Oude Woud ()

Ruim dubbelpand met aan marktzijde een samenstel van punt- en volutengevel waarop de huisnamen "SCHIPPERSHUIS" en "IN ’T OUDE WOUD" staan vermeld. Drie bouwlagen en respectievelijk twee en vier op drie traveeën, afgedekt door haakse parallelle zadeldaken. Het pand werd volgens 1929 gedateerde plannen van architect L. Govaerts geconcipieerd met afzonderlijke wooneenheden per verdieping en een café-etablissement op de begane grond, dat in 1932 bij de voltooiing van het complex door de nieuwe eigenaar, de brouwerij Artois, reeds haar huidige benaming "GAMBRINUS" droeg.

De met witte natuursteen beklede puntgevel kreeg een fantasievolle vormgeving met een speelse, maritieme detaillering die verwijst naar de huisnaam: vergulde koorden met ingelegde knopen als sluitstenen, neuten of consoles voor de omlijsting van de binnen platte banden gevatte rechthoekige bovenvensters en ovaalvormige oculi in de top, franjes/kwaste(?) als versiering van de lekdrempels en beëindiging van het gevelveld, meeuwensculpturen als belijning van de geveltop en sokkelelement met watergolfmotieven en uitbeelding van een zeilschip als topbekroning.

Het uitzicht van de belendende in- en uitgezwenkte topgevel gaat, op de pui na, in grote mate terug op de vooroorlogse voorgevel van het vroegere hoekpand dat in 1666 in barokstijl was opgericht. Binnen de huidige pleinwand onderscheidt deze gevel zich door zijn expressieve, stijltyperende vormentaal en ornamentiek. Opvallend is de contrasterende en ruime verwerking van witte natuursteen op de roodbakstenen achtergrond, gecombineerd met vergulde decorelementen. Kenmerkend is verder de geritmeerde opbouw met nadrukkelijke registerindeling en lijnenspel van platte banden, hoekkettingen, cordons, entablementen en met oren en neuten versierde vlakke omlijstingen voor de rechthoekige bovenvensters. Voorts manifesteren de barokke stijlkenmerken zich in de typische detaillering en ornamenten als onder meer de mascarons onder de vensterdorpels en, in de drieledige topconstructie, de gevarieerde omlijstingen en bekroningen – driehoekige en gebroken frontons, booglijsten, geringd beloop, festoendecor – van het rondbogig midden- en de smalle rechthoekige zijvensters en de oculi erboven, het panelendecor en de cartouche met jaartal 1932, en ten slotte de topbegrenzing met voluten en rondboogfronton onder sierbol.

In tegenstelling tot de vooroorlogse toestand werd de zijgevel opgevat als een lijstgevel, soberder uitgewerkt en slechts boven de privé-ingang voorzien van rechthoekige openingen. In contrast met de bovenbouw kreeg de pandbrede, omlopende pui een strakke decoratieloze vormgeving, met parement van natuursteen boven een arduinen plint. De over nummer 11 en 12 doorlopende, huidige beglaasde ijzeren benedenluifel dateert van 2001. Het pand behield nog zijn fraai café-interieur met opvallende lambrisering samengesteld uit houten neorenaissance getinte panelen (Franse eik) en zeventien, door E. Meyer geschilderde taferelen in verband met de geschiedenis van het bier: een decor dat F.-G. Emmel in 1888 had laten aanbrengen in het toenmalige café "Gambrinus" in Boekhandelsstraat 1 en dat door de latere eigenaar H. Van Mechelen naar hier werd overgebracht.

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, Ruimtelijke Ordening: Algemene Inventaris 359 B / dossier 87912-92537 (bouwvergunning 24.05.1929 en 27.09.1929).
  • CELIS J. & UYTTENHOVE P., De Wederopbouw van Leuven na 1914, Leuven, 1991, p. 134-135.
  • UYTTERHOEVEN R., Leuven, Bierstad door de eeuwen heen, Leuven, 1983, figuur 81.
  • UYTTERHOEVEN R., Nostalgia Lovaniensis, Leuven, 2000, p. 89.
  • VAN EVEN E., Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 1895, p. 226.

Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble Schippershuis en In 't Oude Woud, met Café Gambrinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128192 (geraadpleegd op ).