In 1901 gebouwde reeks van zes arbeiderswoningen met telkens twee traveeën volgens repeterend schema en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak. In de rood bakstenen lijstgevels is blauwe hardsteen verwerkt voor de plint en de lekdrempels en witte baksteen voor de muurbanden. Kenmerkend zijn de metalen I-balken met rozetten en de korfboogvormige ontlastingsbogen in wit en bruin geglazuurde baksteen met geel-groene tegeltableaus in de boogvelden. Nummer 23 werd in 1922 verhoogd met een mansardeverdieping.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)