Ensemble dat in 1901 werd gebouwd voor rekening van mevrouw M. Bachmann - weduwe Séverin Van Aerschodt, en naar ontwerp van architect J.-F. Piscador in 1920-1921 na de oorlogsteisteringen werd hersteld en gedeeltelijk heropgebouwd.
Drie burgerwoningen met repetitieve enkelhuisopstand, drie bouwlagen + souterrain en telkens twee ongelijke traveeën onder mansardebedaking, opgetrokken in eclectische stijl met vage art-nouveau-inslag. Gevelfront samengesteld uit twee lijstgevels aan weerszij van een centrale risalietvormende tuitgevel: het geheel onderscheidt zich in het straatbeeld door zijn gelig baksteenparement doorspekt met roodwit geglazuurde steenlagen en verwerkt met arduin voor het lijstwerk, boven een rusticasokkel. Rechthoekige deuren met bovenlicht, dito souterrainvensters - sinds 1962 omgevormd tot garage in nummer 27 - en benedenvensters; getoogde bovenvensters, in de topgevel ter hoogte van de derde bouwlaag samen met het tweelicht ingeschreven binnen een karakteristieke driekwartcirkelboog. Voorts markerende bel-etage balkons en Franse balkons in de brede venstertravee: de erker in nummer 27 is een toevoeging van 1937. Aflijnende houten kroonlijst op consoles.
JUVEYNS L., Joseph-François Piscador (Gent 1866 - Wilsele 1928), bouwmeester-architect. Een controversieel Leuvens neogotieker, in Jaarboek van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, deel XL: Jubileumboek, p. 362-366.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)