Twee ter hoogte van het handelsgelijkvloers samengevoegde panden, gevormd door een diephuis - rechts - dat in 1921 ontworpen werd door G. Sterckx, en een in cartouche "1922" gedateerd breedhuis - links - van L. Corthouts.
Nummer 12 (rechts), is een diephuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een met leien bezet zadeldak. De halsgevel, opgetrokken in baksteen, zandhoudende kalksteen en blauwe hardsteen, is geïnspireerd op de classicerende barok en wordt gekenmerkt door oplopende pilasters met Franse voegen onder een eenvoudig hoofdgestel en een geveltop met een gebogen frontonbekroning, een rechthoekig dakvenster met balustervormig Frans balkon en een versiering van loofwerk, guirlandes en siervazen. Typerend zijn voorts de steekboogvensters met geriemde omlijsting, siersluitsteen en haast gevelbreed balkon in de tweede bouwlaag, en de rechthoekige vensters met negblokomlijsting, oren, siersluitsteen en Frans balkon met balusters en voluutconsoles in de derde bouwlaag. De hardstenen puilijst verwijst naar de oorspronkelijke pui.
Nummer 14 (links) is een breedhuis van één travee en drie bouwlagen onder een mansardedak, met een qua opstand vrij traditionele, eigentijds gedecoreerde lijstgevel die afgelijnd wordt door oplopende pilasters met gestileerde consoles en gekenmerkt wordt door haast gevelbrede, gebogen erkers met drielichten en een rechthoekige dakkapel met boogfronton en siervazen. Voorts zandkalkstenen muurbanden en dito puilijst.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)