is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Magazijn Willaerts
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Magazijn Willaerts
Deze vaststelling was geldig van tot
Pakhuis in neotraditionele stijl, voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer Corneille Masson. Het ontwerp en de bouwaanvraag dateren van december 1921, de bouwvergunning werd verleend op 24 februari 1922 en de werken gingen van start op 23 maart 1922.
Corneille Masson was de jongste zoon van de aannemer van openbare werken Fréderic Masson. In 1920 had hij op de hoek van de tegenoverliggende Vlaamsekaai en de Pourbusstraat al een gelijkaardig pakhuis gebouwd. Beide pakhuizen waren vermoedelijk een investering in vastgoed, bedoeld voor verhuur of verkoop. Het aannemersbedrijf van Corneille Masson was gevestigd op de vandaag verdwenen site in de Brusselstraat 6-10, die vader Fréderic Masson vanaf 1878 had uitgebouwd. Corneille Masson overleed in 1924 op eenenveertigjarige leeftijd, kort na de voltooiing van het pakhuis aan de Waalsekaai.
Het pakhuis onderging een ingrijpende renovatie voor de inrichting van 29 studentenkamers met een commercieel gelijkvloers, en werd verhoogd met een bijkomende verdieping voor een appartement. Het ontwerp werd in 1988 opgemaakt door de architect Fons Weekx van het bureau Architektenassociatie Antwerpen, in opdracht van de pvba Nooyens. Aannemer Bouwbedrijf Van Den Bogerd-Elst uit Malle voerde de werken uit.
Pakhuis van drie brede traveeën en oorspronkelijk vier bouwlagen onder een plat dak, sinds 1988 verhoogd met een vijfde bouwlaag. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, spaarzaam doorspekt met witte natuursteen, en rustend op een plint uit breuksteen (grès de la Gileppe). De opstand wordt geritmeerd door rechthoekige lisenen in kolossale orde. Een steekboogpoort met sluitsteen doorbreekt de middenas op de begane grond, geflankeerd door later aangepaste winkelpuien. De bovenverdiepingen worden geopend door getoogde vierlichten met gekoppelde ontlastingsboogjes, betonnen posten, en lekdrempels. Een eenvoudige deksteen vormde oorspronkelijk de gevelbeëindiging. De toegevoegde verdieping heeft een afwijkende ordonnantie en parement.
Tot 1988 had het pakhuis een driebeukige structuur met een diepte van vier traveeën. De constructie bestond uit vlakke betonvloeren op betonnen moer- en kinderbalken, rustend op betonnen kolommen en op de buitengevels. Volgens het oorspronkelijke bouwplan werd het gebouw slechts ontsloten door een doorlopende open schacht In de middenbeuk ter hoogte van de eerste travee palend aan de inrijpoort, bedoeld voor een hijsinstallatie.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Stad Antwerpen