De woning Steurs opgericht in 1961 naar ontwerp van Jul De Roover, behoort tot de modernistische stroming van de naoorlogse architectuur waarbij modern bouwen en nieuwe technieken gecombineerd worden tot functionele woningen met een aangepaste vormgeving. De functionaliteit wordt gecombineerd met een zorg voor leefbaarheid door de grote aandacht voor lichtinval, ruimtegevoel en inplanting. Het wooncomfort vloeit voort uit het samengaan van economisch bouwen met oog voor onderhoud, materialen en duurzaamheid, dit resulteert in een eenvoudig ogende en gebruiksvriendelijke architectuur met achter de gevels een doordachte ruimte-indeling.

Het pand is gebouwd op een vlak rechthoekig terrein met toegangsweg aan de Simonslei en met de zuidelijk georiënteerde tuin grenzend aan de Lage Kaart. De woning Steurs is gelegen in een residentiële, groene woonwijk in het noodwesten van Brasschaat. De inplanting op het perceel werd zo geconcipieerd dat de woning op het noordelijk deel ligt, verwijderd van zowel de Simonslei als de Lage Kaart; door een westelijke oprit en de zuidelijke tuin wordt de intieme beleving van het bouwwerk gegarandeerd op een afstand van beide aangrenzende straten.

De bouwaanvraag voorzag in strikt gescheiden wooneenheden voor enerzijds de opdrachtgevers en anderzijds een inwonend ouderpaar, de privacy van beide echtparen werd verzekerd door de schikking van de onderdelen. De woning ligt zover mogelijk naar het noorden op het perceel zodat de tuin aan de zuidzijde een maximale diepte heeft en de inkijk en de mogelijke geluidshinder van de drukke verkeersas Lage Kaart beperkt blijven. Beide verspringende bouwvolumes zijn afgedekt door schrijlings hellende daken waarvan de lijn van het meest noordelijke dak uitloopt in een tuinmuur die eveneens fungeert als scheidingslijn en windscherm, hierdoor krijgen het terras en de met gras begroeide en beboomde tuin het karakter van een extra woonruimte. Volgens de bouwvoorschriften van de gemeente hebben de daken een helling van 30 graden, ze zijn zo uitgewerkt dat een boeiende afwisseling van gevelvlakken en volumes ontstaat, wat de woning een origineel en eigen karakter geeft. Het grondplan van deze wit geschilderde baksteenbouw is rechthoekig, de verdieping is een stuk kleiner omdat de hellende daken links en rechts vertrekken boven het gelijkvloers. Rekening houdend met de oriëntatie zijn de gevels opengewerkt met grote rechthoekige muuropeningen of gesloten gehouden en slechts geopend met smalle, naast elkaar geplaatste verticale en enkele horizontale muuropeningen. De garagepoort en de deur bevinden zich in de westgevel die verder uitgewerkt is met hoge, smalle, rechthoekig uitgespaarde muuropeningen, op de bovenverdieping van verschillende hoogte bepaald door de lijn van de dakhelling. De inkom ligt centraal en komt direct uit in de vroegere woonkamer van de inwonende ouders en in de woonkamer die via een niveauverschil in verbinding staat met de eetkamer en de open keuken. Ruime glaspartijen vormen de overgang naar het terras en de rustige tuin. Na het overlijden van het oudere echtpaar zijn er kleine wijzigingen uitgevoerd en werd hun woonkamer als bureau bij de overige woonruimten gevoegd. Op de bovenverdieping zijn twee slaapkamers, een badkamer, een klein bureau en een open bibliotheek. De dakhelling blijft binnen overal zichtbaar zodat er in elk vertrek een specifieke ruimte gecreëerd wordt.

Binnen komen de opvattingen over kleuren en vormen van De Roover als binnenhuisarchitect, geïnspireerd door de Scandinavische architectuur, tot uiting. Eenvoudige materialen en doorgedreven kleurgebruik geven de woning haar eigen karakter. De binnenmuren zijn grotendeels in wit geschilderde machinesteen; de plafonds zijn van rode Noorse den, de vloeren van gebakken tegels in bruine nuances. Zwart en rood leggen accenten en de eethoek wordt verlevendigd met sepia en grijze tinten aan de muren en het plafond. De deuren zijn in het typische De Roover rood-oranje. Een aantal meubelen zoals een verstelbaar wandmeubel, zijn ontworpen door de architect en werden uitgevoerd door plaatselijke schrijnwerkers, het overige meubilair (A. Jacobsen, H. Bertoia…) is met smaak gekozen en aangepast aan het geheel.