erfgoedobject

Villa Ruland met aanhorigheden

bouwkundig element
ID
206833
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206833

Juridische gevolgen

Beschrijving

De kort vóór 1931 of ten laatste in dat jaar gebouwde Villa Ruland, met burelen en achterin liggend magazijn naar ontwerp van Arthur Baar is een beeldbepalend complex in art deco op een historisch belangrijke invalsweg vanuit Diest naar Hasselt. De zijtuin met hardstenen tuinmuur en hekwerk aan straatzijde kondigt de villa vanuit Diest aan. In tegenstelling tot de meer vernieuwende architectuurhistorische context die op deze verkeersas tot stand kwam tijdens het interbellum, getuigt het complex Ruland van een meer traditioneel, burgerlijk stijlidioom. De somptueuze binnenafwerking van woning en burelen vertoont typische art-deco-invloeden.

Het betreft een ruime voorstedelijke villa in interbellumstijl, kadastraal opgetekend in 1931. Het gebouw mag op basis van gegevens, die door de eigenaar zijn bezorgd, toegeschreven worden aan architect Arthur Baar, die voor de opdrachtgever tevens een achteraan liggend magazijn uitlopend op de Grote Bremstraat ontwierp. Naar mededeling door de Heer Hugo Ruland zouden de burelen in dezelfde stijl naar ontwerp zijn van de Luikse architect Roloux, waarover verder geen meerdere informatie werd gevonden.

Het perceel 97 waarop het complex staat was volgens de kadastrale legger (artikel 1001) in 1880 een tuin, eigendom van Marie-Agnes Basteyns uit Hasselt. Volgens de kadastrale mutatieschets 1896, nummer 47 en de kadastrale legger (artikel 2702) werd in deze tuin achterin een werkhuis opgericht (perceel 96G), dat in 1908 werd vergroot en omgevormd tot een huis. Eigenaar was toen Hubert Ruland-Beckers, handelaar uit Hasselt, een familie die het goed van toen tot nu in haar bezit hield.

Aan straatzijde bouwde deze een magazijn (perceel 97D) en een huis (perceel 98F), zoals opgetekend in 1910 (kadastrale mutatieschets nr. 13). Dat jaar werd het L-vormige magazijn tot een rechthoek vergroot.

Volgens de kadastrale mutatieschets 1927, nummer 15 werd achter het magazijn aan straatzijde een vierkante aanbouw gerealiseerd en achter de tuin, richting Grote Bremstraat, waarschijnlijk een tweede magazijn opgetrokken (perceel 99M).

Kort vóór 1931 of ten laatste dat jaar kwam quasi de huidige toestand tot stand, opgetekend in de kadastrale mutatieschets 1931, nummer 31: het vroegere magazijn en huis aan straatzijde werden afgebroken en vervangen door twee langgestrekte gebouwen, achteraan verspringend en met centrale doorgang, het huidige woonhuis en de huidige burelen. Dat jaar werd het rond dezelfde tijd tot stand gekomen grote magazijn, uitgevend op de Grote Bremstraat, vooraan voorzien van twee aanbouwsels op de hoeken van de voorgevel, de huidige volumes van één bouwlaag. Volgens de kadastrale mutatieschets 1937, nummer 24 werd de centrale doorgang overdekt en werd de uitbouw achteraan de burelen vergroot. Het eerste woonhuis, oorspronkelijk een werkhuis, en de vierkante aanbouw achter het eerste magazijn aan straatzijde verdwenen na 1931.

Het bakstenen gebouw, op een geprofileerde plint met betraliede rechthoekige keldergaten en onder platdak, heeft een hardstenen en van witte natuurstenen hoekblokken in regelmatig verband voorziene voorgevel van drie brede traveeën en drie bouwlagen met centrale inrijpoort, gekenmerkt door het strakke spel van twee in- en uitspringende erkers en balkons en het wisselende ritme van de rechthoekige vensters in doorgaans geprofileerde omlijstingen. Vijf kolossale pilasters ritmeren deze voorgevel.

Het eiken houtwerk van de ramen en het merendeel van de roedeverdelingen bleef uitzonderlijk bewaard. Het traliewerk van ramen en bekronende balkons van de twee erkers, met deurvensters, is geometrisch van opzet en vertoont hier en daar een typisch golvend motief dat water suggereert. De lateien van de bovenvensters zijn waaiervormig samengesteld. De "in stijl" hermaakte, centrale dubbele inrijpoort heeft metalen geometrisch traliewerk en gewapend glas; ze is afgeboord met twee veelhoekige geprofileerde hardstenen schamppalen.

De aflijnende fries bovenaan is als het ware een vereenvoudigde moderne interpretatie van een antieke fries met metopen en trigliefen.

Het reliëf met mijnwerkerslamp en gekruiste hamers in de bekroning van de rechtertravee, verwijst naar de steenkolenhandel van de opdrachtgevende familie Ruland. Thans is er de Firma Jos Ruland in gevestigd, gespecialiseerd in LPG-installaties en brandstoffen.

In de centrale doorgang liggen kasseien tussen omzomende hardstenen stoepen, is er rechts een vleugeldeur met geometrisch traliewerk en gebobbeld glas, en links een dito kleinere vleugeldeur en enkeldeur. Het traliewerk van de originele deuren werd geleverd door de Hasseltse firma Salden frères, confer de inscripties. Het plafond van de doorgang is bepleisterd.

De eenvoudiger donker gekleurde, gele bakstenen achtergevel vertoont horizontale banden in staand metselverband, twee lagere haakse uitbouwen met verspringende volumewerking onder eveneens platte bedaking, getrapte muurpanden links, een halfronde erker met bekronend balkon op de tweede en derde bouwlaag van de linkertravee en een rechthoekige erker in de middentravee boven de doorgang. Het houtwerk werd hier grotendeels vervangen. Een hardstenen steektrap met originele leuning geeft toegang tot het bureel achteraan links.

De quasi blinde rechterzijgevel heeft een vernieuwde houten erker en een reclamepaneel met inscriptie: RULAND/ KOLEN/ RUOL/ MAZOUT.

Achteraan het erf bevindt zich een zeer diep magazijn, uitgevend op de Grote Bremstraat, een straat die via de Tramstraat uitgeeft op het Stationsplein. Het bakstenen gebouw met afwerking van hardsteen en granito heeft een typische getrapte voorgevel en analoge achtergevel, onder een zadeldak van golfplaten, met centraal verluchtingsdak. De rechthoekige muuropeningen hebben metalen roedeverdelingen en dito deuren. De quasi blinde rechterzijgevel heeft een geprofileerde houten kroonlijst op daklijstbalkjes. De eveneens quasi blinde linkerzijgevel vertoont een vernieuwde kroonlijst.

De analoge achtergevel is ook getrapt, zowel qua bekroning als qua vooruitspringend reliëf, en wordt geritmeerd door al dan niet vooruitspringende pilasters, alsook getypeerd door staand metselverband op plinthoogte. Een metalen gevelplaat draagt de inscriptie: RULAND N.V./ RUOL N.V./ LICHTENKNECKER OPTICS N.V./ BURELEN: KURINGERSTEENWEG 44. Links van de achtergevel sluit aan straatzijde een originele metalen poort aan, met in het verlengde een oorspronkelijke bakstenen muur, met hardstenen afwerking en analoog staand metselverband, links geflankeerd door eternieten platen.

Vermoedelijk is het in de jaren 1950-1960 aangepaste interieur – naar mededeling van Hugo Ruland - qua afwerking even rijk als de inkomhal van de burelen.

Rechts van de centrale doorgang bevinden zich de burelen van het bedrijf. De centrale inkomhal heeft vloer en zijwanden van rode, witte, zwarte en gele marmersoorten. Vier treden zorgen voor een verhoogde begane grond, waarop links en rechts twee gietijzeren radiators gevat in sierlijk, met spiraalmotieven versierd, metalen traliewerk voorkomen en twee houten vleugeldeuren in marmeren geprofileerde omlijstingen toegang geven tot de burelen. Boven de marmeren lambriseringen zijn de muurwanden groen geschilderd in een sierlijk motief. Tegen de achterwand bevindt zich een typische spiegel uit de jaren 1930 met driehoekige bekroning. In het midden van de inkomhal draagt een houten sokkel een bronzen beeld van Jef Lambeaux met de voorstelling van Abel die gedood wordt door Caïn. Het bepleisterde en witbeschilderde plafond heeft een getrapte profilering en is versierd met typische zigzagmotieven. In het bureel achteraan bleven volgende elementen bewaard: een visgraatparket, houten kasten en lambriseringen, bruine en blauwe, geglazuurde keramische wandtegels met in reliëf voorstellingen van bloemen, fruit, schelpen en een centraal masker, een van analoge tegels voorziene balie en een gietijzeren radiator, gevat in een metalen traliewerk met siermotieven in art deco.

De zijtuin is aan straatzijde begrensd door een tuinmuur van hardsteen, geritmeerd door vier iets hogere pijlers, eveneens van hardsteen en versierd met geometrische art-deco-motieven.

De muur is bekroond door een smal hek van smeedijzer en is onderbroken voor een inrijpoort in de licht achteruitspringende centrale travee. Het patroon van het hekwerk is een raster van vierkanten in twee modules gevormd door evenwaardige stijlen en regels, het geheel gedicht door plaatwerk. Verticale, ronde staven op de makelaar dienen als handgrepen en dikke vierkante stijlen met gepunte bolbekroning als hekstijlen. Met geometrische motieven versierde metalen platen verbinden hek, stijlen en hardstenen muur.

De tuin kent een geometrische aanleg, opgebouwd uit twee tuincompartimenten, één langs de kantoorgebouwen grenzend aan de straat en één achteraan gelegen langs het magazijn, telkens vormgegeven door een centraal gelegen rechthoek. Het tuincompartiment langs het magazijn is nog intact. De centraal gelegen rechthoek is een verdiept aangelegd grasveld afgeboord met breuksteen en toegankelijk via een trapje, eveneens in breuksteen. Rondom loopt een voetpad verhard met maasgrind; de beplanting die het geheel omkadert bestaat voornamelijk uit geschoren haagjes van onder andere taxus. Dit tuingedeelte wordt in de noordoosthoek begrensd door een zithoek bestaande uit een eenvoudige rozenpergola, opgebouwd uit breukstenen pijlers en houten dwarsliggers en een breukstenen muurtje van ongeveer één meter hoog waartegen een eenvoudig zitbank staat. Een halfronde vijver gaat deze pergola vooraf. Aan de lange noordwestzijde komt een tweede dito zitbank voor. De zuidwestzijde wordt begrensd door een rozenperk (halve cirkel) afgeboord met een laag buxushaagje. Het tuincompartiment langs de straatzijde, de zijtuin, werd eertijds eveneens vormgegeven door een centraal gelegen rechthoekige vijver. Dit gedeelte werd echter in de jaren 1960 grotendeels heringericht. Restanten van de vroegere aanleg zijn: een omhaagde en ommuurde zithoek langs de perceelgrens, waarvan de taxushaag de laatste twintig jaar echter niet meer werd gesnoeid, een solitaire himalayaceder (Cedrus deodora) en drie bolacacia’s (Robinia pseudoacacia ‘Umbraculifera’) links en rechts van de ommuurde zithoek.

Wie de ontwerper is van deze vermoedelijk in de jaren 1930-1940 aangelegde tuinen kon niet achterhaald worden.

  • DE MAEGD Ch., VAN DEN BOSSCHE H.-J., DENEEF R. en VAN DEN BROECK M., Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel, 2006, p. 76, afbeelding van tuinmuur met inrijpoort.
  • FLOUQUET P.-L., La poussée moderne dans Hasselt, in Bâtir, 6, 1937, afbeelding van het magazijn Ruland op p. 1104.
  • FLOUQUET P.-L., La poussée moderne dans Hasselt, in Bâtir, 6, 1937, p. 1105, afbeelding op p. 1104-1106.

Bron: Beschermingsdossier DL002568
Auteurs: Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Tuin van de Villa Ruland

  • Is deel van
    Hasselt


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Ruland met aanhorigheden [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/206833 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.