Semi-gesloten brouwerijhoeve "Girardin" met voornamelijk gebouwen uit begin 20ste eeuw, gelegen op de top van de Lindenberg in een landelijke omgeving. Het erf is toegankelijk via een ijzeren poort tussen twee bakstenen pijlers in de noordwestelijke hoek van de hoeve, ten westen bevinden zich het woonhuis en de bottelarij, evenwijdig hiermee ten oosten bevindt zich de eigenlijke brouwerij, ten noorden en evenwijdig hiermee ten zuiden (oorspronkelijke langsschuur) bevinden zich opslagplaatsen en andere ruimtes in functie van de brouwerij.
Op de Ferrariskaart (circa 1770-1778) reeds voorkomend als U-vormig gebouwencomplex. Een zekere Petrus Steps zou er al sinds 1835 gebrouwen hebben. De leggers van de Vandermaelenkaart (circa 1835) bevestigen dat Steps er een brouwerij had en ook op het gereduceerd kadaster (circa 1848-1854) staat de hoeve aangeduid als "Brasserie". In 1889 werd de hoeve op het kadaster geregistreerd als een semi-gesloten hoeve (de noordelijke vleugel verschijnt). Dit gebeurde onder de familie Girardin die de hoeve in 1882 kocht. De aanpassingen en vergrotingen die in 1928, 1931 en 1935 op het kadaster werden geregistreerd vormen de hoeve tot zijn huidige configuratie. Heden is de brouwerij nog steeds in handen van de familie Girardin, die zeer invloedrijk was in Sint-Ulriks-Kapelle, en waarvan sommige leden het zelfs tot burgemeester schopten eind 19de en begin 20ste eeuw. In 1990 werd de brouwerij vernieuwd en kwam er een nieuwe brouwerij aan de oostzijde, gebouwd door bouwonderneming Jean Schoonjans (zie gevelsteen). Vandaag nog steeds in gebruik als landbouwbedrijf en lambiekbrouwerij.
Verankerde bakstenen gebouwen. Woonhuis uit het interbellum van drie traveeën aan de erfzijde, twee traveeën aan de straatzijde en twee bouwlagen onder een afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op de straat). Steekboogvormige muuropeningen met ontlastingsbogen van afwisselend witte en rode baksteen en hoekblokken van witte baksteen; vernieuwd schrijnwerk. Aflijnende houten kroonlijst met dropmotief. Langs de westzijde heeft het woonhuis eenvoudige rechthoekige verspringende muuropeningen met ijzeren I-profiel lateien.
Ten zuiden van het woonhuis bevindt zich de bottelarij, met sobere rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I-profielen lateien en bewaard laadvenster. Interieur met bakstenen troggewelven van ijzeren I-profielen.
Het volume aan de straat is gevat onder een pannen schilddak en heeft een gecementeerde plint (nok parallel aan de straat). Aan de noordgevel zijn geen muuropeningen en aan de zuidzijde zijn er verschillende wijzigingen aan de muuropeningen zichtbaar. Aan de westzijgevel zijn er inscripties aanwezig in de bakstenen: "+ESP+" en "+1845+", wat opmerkelijk is, omdat er in 1845 op deze locatie nog geen gebouw stond geregistreerd op het kadaster.
Aan de zuidzijde bevond zich de vroegere langsschuur van twee beuken, onder pannen zadeldak (nok evenwijdig aan de straat), nu in gebruik door de brouwerij.
In de vernieuwde oostelijke vleugel is nog een oude 19de-eeuwse vierkante schouw aanwezig van de oude brouwerij. De nieuwe brouwzaal is zichtbaar aan de oostzijde van de hoeve en wordt gekenmerkt door een uitspringend volume waarin men de koperen brouwketels ziet.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling III (Sint-Ulriks-Kapelle), 1889/4, 1928/1, 1931/8 en 1935/15.
- OCKELEY J. 2007: Een koningszoon die brouwer werd, Randkrant, 11, 3, 7.
- www.geuzeinfo.com (geraadpleegd op 4 oktober 2010).