Gelegen aan de zuidzijde van de toegangsweg, zoals gebruikelijk voor de pastoorswoning in een begijnhof gelegen tussen de beide toegangspoorten. Langgestrekte verankerde bakstenen voorgevel met sporen van talrijke verbouwingen, in kern mogelijk teruggaand tot de 15de eeuw. Volgens archiefdocumenten liet pastoor Vrancke een nieuwe woning optrekken in 1460-1462; rechter deel van de bestaande woning, uitgebreid of vernieuwd(?) in 1553, (zie de jaarsteen "XL C LIII" boven één van de dichtgemetselde vensters). In 1725 kwam een onderpastoor mee in de pastorie wonen waardoor een nieuwe uitbreiding noodzakelijk is. In 1729 werd het rechter gedeelte verhoogd met een bouwlaag en de keuken en stal werden bijgebouwd. In 1837 werden nog verbouwingen uitgevoerd door pastoor Van Impe, onder meer de arduinen poortomlijsting. Gerestaureerd in 1998-1999.
Verankerde bakstenen woning van acht traveeën en slechts één kamer diep met twee bouwlagen onder pannen zadeldak met getrapt dakvenster boven de zesde deurtravee. Haast blinde straatgevel afgelijnd door een geprofileerde bakstenen daklijst onder de hanggoot; sporen van gedicht venster links en rechts van de deur, één rechthoekig benedenvenster en drie vierkante venstertjes in de linker traveeën. Omlijste bovenvensters in de eerste, vijfde en zesde travee. Dubbele deur in vlakke hardstenen omlijsting onder waterlijst in de zesde travee; trekbel en huisnummer bovenaan in de vorm van een geschilderd stadswapen met opschrift "S227" uit de jaren 1830. Achtergevel met verbouwde benedenvensters en gerestaureerde zandstenen bovenvensters met hoekkettingen onder ontlastingsboogjes; nieuw schrijnwerk met houten kruis-, bol- of kloosterkozijn.
Interieur
Interieur met behouden elementen uit de 15de, 17de, 18de en 19de eeuw. De gewitte gewelfde kelder met gedrukte kruisgewelven op een centrale vierkante pijler met gemetste trap en rode tegelvloer, gaat vermoedelijk terug tot de oprichting van het gebouw in 1460 en werd in 1740 hersteld. In de eetkamer bevindt zich een laatgotische haard met heden blauw geschilderde wangen op geprofileerde basis, vermoedelijk nog van 1553 en een betegelde haardwand met witte en sepiakleurige of blauwe tegels met taferelen, uit de 18de eeuw. Links en rechts flankerende muurkasten met 18de-eeuwse eikenhouten paneeldeuren. Gang met zwarte marmeren vloer met witte geometrische motieven geplaatst in 1837. De eikenhouten bordestrap met uitgesneden leuning dateert van 1729 toen de woning opgehoogd werd, uitgevoerd door schrijnwerker C. De Smet. Bewaarde opgeklampte deuren met oorspronkelijk 17de-eeuwse duwklink en schuifje en 18de-eeuwse deuren met spiegelboogvormige panelen.
DHANENS E., Dendermonde, in Inventaris van het kunstpatrimonium van Oostvlaanderen, IV, Gent, 1961, p. 183-199.
STROOBANTS A., Dendermonde 1898-1914 op oude prentbriefkaarten, Dendermonde, 1995.
STROOBANTS A., PÉE L. & VAN WEYENBERGH A., 700 jaar Begijnhof, Dendermonde, 1988.
STROOBANTS A., Gids voor het Sint-Alexiusbegijnhof en het Begijnhofmuseum van Dendermonde, Dendermonde, 2006, p. 32-34.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)