In 1635-1636 door het begijnhof gebouwde woning samen met nummer 9 mogelijk met behoud van de kelder van de vorige woning, uitgevoerd door meester metser Merten Marien en meester timmerman Abraham van Calendries.

Enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak met vernieuwd getrapt dakvenster; zolderluik met zandstenen latei op consooltjes. Vrij oorspronkelijk bewaarde verankerde bakstenen voorgevel op gepikte plint en witgeschilderde boord, doorgetrokken omheen de deur en het kloosterkozijn links ervan. Rechthoekige deur in zandstenen omlijsting met sponning, bovenlicht met kleine roedeverdeling en latei op consooltjes. Opgeklampte groengeschilderde deur met naamplaatje. Origineel zandstenen kloosterkozijn; schrijnwerk met kleine roedeverdeling. Vernieuwd 19de-eeuws benedenvenster. Bovenverdieping met origineel 17de-eeuws witgeschilderd zandstenen kloosterkozijn links en kruiskozijn rechts, eveneens met bewaard schrijnwerk met kleine roedeverdeling. Kloosterkozijn met getralied bovenlicht. Gewitte bakstenen achterbouw onder lessenaarsdak en gemetst komfoor onder lessenaarsdak tegen de achterkeuken van nummer 11.

Interieur met bewaarde gewelfde kelder en opkamer met rode tegelvloer en merkwaardig plafond met zware gepleisterde moerbalk op natuurstenen consoles en gewelfvormig gepleisterde kinderbalken. Eikenhouten spiltrap met achthoekige spil tot de zolderverdieping. Achterkamer met 18de-eeuwse schouw met afgeschuinde hoeken en houten mantel. Bovenverdieping met originele opgeklampte deuren en kruiskozijn met glas in lood.

Achteraan in de tuin, witgeschilderd berghok onder lessenaarsdak met groengeschilderde deuren onder houten latei, respectievelijk toegang tot de voormalige gracht, een kolenhok en toilet.