Linker woning van de noordelijke pleinwand vermoedelijk nog opklimmend tot 1666-1667, toen gebouwd door begijn Joanna Schautheet op een braakliggend terrein.

Enkelhuis van twee traveeën, één kamer diep, en twee bouwlagen onder nieuw pannen zadeldak met nieuw getrapt dakvenster. Verankerde, bij de restauratie ontpleisterde voorgevel met sporen van oorspronkelijke kruiskozijnen. 19de-eeuwse deur en vensters met nieuw schrijnwerk. Achterbouw onder aansluitend lessenaarsdak, gecementeerde gewitte gevel met groengeschilderde houten kruiskozijnen met kleine roedeverdeling in het bovenlicht en luiken.

Interieur met in de gang nog de originele 17de-eeuwse steektrap met grote balustervormige trappaal met bolornament en balustervormige spijlen. Onder de trapkast, twee bergingen boven elkaar. Spiltrap met achtzijdige naald tot de zolderverdieping; originele opgeklampte deur met spoorhengsels. Bewaarde kelder met tongewelf. Kamers met bewaarde moerbalk op natuurstenen consoles.