Woning gebouwd met de huizen nummer 33 en nummer 34 die opgericht werden door het begijnhofbestuur en nadien verkocht. Deze woning werd op kosten van begijn Elisabeth Verlysen gebouwd in 1616-1617 op een braakliggend terrein. De werken werden uitgevoerd door meester metser Merten Marien en timmerman Abraham Van Calendries, naar een plan van Jehan Can. Eerstesteenlegging op 28 september 1616.
Enkelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder vernieuwd rood pannen zadeldak met centraal nieuw getrapt dakvenster en aandak met schouderstuk rechts. Verankerde gewitte gevel op gepikte plint. Midden 19de-eeuwse rechthoekige vensters op hardstenen dorpels en rechthoekige deur rechts. Groengeschilderde deur met gedeeld bovenlicht en naamplaatje. Zandstenen jaarsteentje in renaissancestijl met jaartal 1617, rechts van het middenvenster op de bovenverdieping.
Haakse achterbouw afgewerkt met schoudergevel met vlechtingen en bewaard zandstenen kloosterkozijn als zoldervenster; aangepast venster, vroeger kruiskozijn, met sponning en geblokte ontlastingsboog op de begane grond. Recente aanbouw onder plat dak aansluitend bij de tweede travee. In de hoek tussen de voorbouw en de haakse achterbouw is een kleine, nog 17de-eeuwse keuken bewaard onder lessenaarsdak, heden met golfplaten gedekt. Unieke 17de-eeuwse opgeklampte houten buitendeur met in de deurlijst geïntegreerd houten kloosterkozijn met kleine roedeverdeling.
Interieur met brede hal met zwarte en witte tegelvloer in dambordpatroon en achteraan een korfboogvormige doorgang met links een opgeklampte 17de-eeuwse deur van de trapkast met spiltrap naar de bovenverdieping, en een gelijkaardige kelderdeur. Een bakstenen trap leidt naar kelder met tongewelf en gemetste voorraadbakken. Voorkamer met gepleisterd plafond met moerbalk op natuurstenen consoles; verspringende muur met alkoof. Achterkamer met tot kast verbouwde alkoof, verbouwde haard en fraai stucplafond met geometrisch patroon, vermoedelijk uit het midden van de 17de eeuw.
Kleine achterkeuken met rode tegelvloer en grote haard met één bakstenen wang en geprofileerde bordenlijst. Bewaarde originele binnendeuren op de bovenverdieping.
DHANENS E., Dendermonde, in Inventaris van het kunstpatrimonium van Oostvlaanderen, IV, Gent, 1961, p. 183-199.
STROOBANTS A., Dendermonde 1898-1914 op oude prentbriefkaarten, Dendermonde, 1995.
STROOBANTS A., PÉE L. & VAN WEYENBERGH A., 700 jaar Begijnhof, Dendermonde, 1988.
STROOBANTS A., Gids voor het Sint-Alexiusbegijnhof en het Begijnhofmuseum van Dendermonde, Dendermonde, 2006, p. 79-80.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)