Deze twee neoclassicistische burgerwoningen met achterliggend werkhuis werden gebouwd rond 1883 voor eigen rekening van aannemer Aug. Somers. Uit latere bouwdossiers weten we dat de aannemer zich hier zal vestigen. Somers was één van de talrijke aannemers die zich op de grens van de nieuwe Zuidverkaveling kwam vestigen, nabij de oude stad, in de hoop van hieruit talrijke opdrachten te kunnen krijgen.

Het betreft twee woningen van drie bouwlagen onder zadeldaken. Allebei tellen ze drie traveeën, waarbij het linker pand breder is, met een poortrisaliet in de rechter travee. Beide woningen waren homogeen afgewerkt, met een doorlopende houten kroonlijst op modillons, een hardstenen plint, imitatiebossage op de begane grond en in het poortrisaliet, doorlopende kordonlijsten, dezelfde afwerking van de balkons. Door de wijzigingen aan de rechter woning (68) is de ensemblewerking minder goed afleesbaar geworden. Rechthoekige muuropeningen in eenvoudige omlijstingen. De segmentbogige poort, met doorgang naar het achterliggende werkhuis, is de blikvanger in dit ensemble. Dubbele poort met bovenlicht, bekroond met breed balkon met balustrade, op consoles.