Teksten van Klooster en schoolcomplex der zusters franciscanessen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/20719

Klooster en schoolcomplex der zusters franciscanessen ()

Dit voormalige klooster en schoolcomplex van de zusters franciscanessen, dat ook het Crombeen genoemd wordt, neemt een groot deel van het bouwblok tussen de Leeuwstraat, de François Benardstraat en Tentoonstellingslaan in en getuigt van een zeer hoge ensemblewaarde dankzij de homogene, neogotische stijl. De eerste gebouwen kwamen tot stand tussen 1886 en 1888 naar ontwerp van architect Pieter Van Kerkhove. Deze werden op het einde van de 19de eeuw en tijdens de 20ste eeuw stelselmatig uitgebreid tot de huidige eenheidsarchitectuur, onder meer naar ontwerp van architecten Henri Valcke (1902), Edmond Haché (1909-11, 1914), Gaston Vandenheuvel (1930) en Prosper Schrans (1959).

Historiek

Het Crombeen dankt haar naam aan Joanna Theresia Crombeen, die samen met vijf gezellinnen in 1715 de geestelijke gemeenschap van de derde orde van Sint-Franciscus stichtte met een school voor arme kinderen in de Sint-Pietersnieuwstraat (heden nummer 25). In 1831 werd ze als kloostergemeenschap ingericht en werd de school uitgebreid met een kostschool. Het eerste klooster bestond uit een huizenrij, waar de zusters tot 1882 verbleven. In 1882, onder de liberale regering, werden de schoolgebouwen onder stadstoezicht geplaatst en was de school verplicht om te verhuizen. De kostschool en noviciaat verhuisden naar het klooster van Melle-Vogelhoek, en werden vanaf 1888 overgebracht naar de site tussen de toen pas aangelegde Leeuw- en Benardstraat. De nieuwe gebouwen werden dankzij de financiële steun van een welgestelde weduwe gebouwd tussen 1886 en 1888 naar ontwerp van architect Pieter Van Kerkhove in een kenmerkende neogotische stijl. De verhuis van het bestuur, het noviciaat en de school vond plaats in 1888.

De eerste gebouwen omvatten:

  • de eigenlijke kloostergebouwen met zetel van het hoofdbestuur (Leeuwstraat 1), het kwartier van de zusters (haakse vleugel), noviciaat en kapel (centrale vleugel);
  • de woning van de directeur (François Benardstraat 86);
  • de oorspronkelijke kosteloze school (hoek Leeuwstraat – François Benardstraat).

In 1896 volgde een eerste gekende bouwaanvraag waarbij in de Leeuwstraat aansluitend op de bestaande gebouwen een nieuw volume van twee traveeën met omheiningsmuur gebouwd werd. Het volume omvatte een tweede inkom langs de Leeuwstraat, een klas, een vestiaire en traphal, met daarop aansluitend een overdekte speelplaats. Een uitbreiding van de volumes centraal in het bouwblok met extra klasruimtes, een werkzaal en bijgebouw volgde in 1902 naar ontwerp van Henri Valcke, eveneens in een aansluitende neogotische stijl. Vermoedelijk werd toen ook het zuidelijke deel van de bebouwing aan de Leeuwstraat, naast de uitbreiding van 1896, kort daarna gebouwd.

De kosteloze school bleek vanaf het begin echter geen groot succes: het aantal arme kinderen dat kwam opdagen was gering, waardoor de afdeling werd opgeheven. Dit was te wijten aan het feit dat vooral de burgerij zich in de nieuwe wijk in de omgeving van de school vestigde. De betalende school had dan ook meer succes. Zij omvatte oorspronkelijk één klas en een bewaarschool. Met de aanleg van de Tentoonstellingslaan kocht de kloostergemeenschap de aanpalende gronden en bouwde ze er een lagere en middelbare school voor meisjes. Deze nieuwe vleugel werd in 1909-1911 in een aansluitende baksteenarchitectuur gebouwd op de hoek van de François Benardstraat en de Tentoonstellingslaan, naar ontwerp van architect Edmond Haché.

In 1914 werd in de François Benardstraat (links van de huidige nummer 84) een nieuwe normaalschool opgericht, vermoedelijk eveneens naar ontwerp van Edmond Haché in een neogotische stijl, aansluitend bij de bestaande gebouwen. Op de gevel staat vandaag nog steeds “Normaalschool”. Voor dit nieuwe gebouw werd volgens het bouwdossier een deel van het oorspronkelijke schoolgebouw, samen met twee woningen afgebroken. De normaalschool bevond zich voordien in de vanaf 1894 leegstaande lokalen van de kosteloze school en vervolgens in twee leegstaande huizen in de François Benardstraat. Hier werden oorspronkelijk enkel zusters van de congregatie opgeleid tot leerkracht, maar vanaf 1911 werden ook leken tot de school toegelaten. In 1914 werd bovendien een bouwaanvraag ingediend voor de vergroting van de kapel, en het bijbouwen van twee gaanderijen op de verdieping aanleunend tegen de kapel. Ook deze plannen zijn ondertekend door Edmond Haché.

In 1930 werd een nieuwe vleugel loodrecht op de Tentoonstellingslaan gebouwd, waarin een eetzaal, vijf nieuwe klaslokalen en enkele dienstruimtes werden ondergebracht. De plannen zijn ondertekend door architect Vandenheuvel. Dit gebouw incorporeerde een deel van de afsluitingsmuur van het complex langs deze straat, die doorliep tot de in 1911 gebouwde meisjesschool ten noorden, gelegen op de hoek.

In 1952 werd het resterende deel van deze afsluitingsmuur langs de Tentoonstellingslaan verhoogd en geïncorporeerd in een nieuw volume van twee bouwlagen, in een bij de neogotische gebouwen aanleunende stijl. Er werden stortbaden ingericht op de bovenverdieping. Het volume werd met een bouwlaag verhoogd volgens een bouwaanvraag uit 1959 en omvatte lokalen voor proeflessen. Beide verbouwingen gebeurden naar ontwerp van architect Prosper Schrans.

Omstreeks 1959-1960 werd een moderne vleugel toegevoegd ter uitbreiding van de middelbare school en het klooster, gelegen in het binnengebied achter de François Benardstraat. Nadien werden ook nog moderne vleugels aan de Tentoonstellingslaan en François Benardstraat gebouwd, die trouwens sterk contrasteren met de neogotische eenheidsarchitectuur.

Beschrijving

Aangezien de schoolsite een groot deel van het bouwblok inneemt en een groot deel van de straatwanden vormt, is het complex zeer dominant aanwezig in het straatbeeld en vanaf het Muinkpark. Ook vallen de vleugels qua stijl, materiaalgebruik en volumetrie op tegenover de omliggende bebouwing, die voornamelijk gekenmerkt wordt door een meer kleinschalige bebouwing van burgerhuizen.

Dat de huidige bebouwing op de site het resultaat is van een stelselmatige uitbreiding waarbij telkens nieuwe vleugels aan de bestaande gebouwen aangehecht werden, kan duidelijk afgeleid worden aan het verschil in volumetrie en het subtiele verschil in stijlkenmerken tussen de vleugels onderling. Desondanks hebben de vleugels een hoge ensemblewaarde door het consequent gebruik van steeds terugkomende vormen, stijl en materialen. De volumes zijn hoofdzakelijk twee bouwlagen hoog, gemarkeerd door hoger uitgewerkte traveeën, uitlopend in dakvensters of bekroond met punt- en trapgevels of een torenvolume. Het dakenspel betreft een opeenvolging van steile zadeldaken die afgewisseld worden met mansardedaken, alle afgewerkt met leien en voorzien van houten dakkapellen. Het geheel getuigt van een verzorgde, neogotische baksteenarchitectuur, opgetrokken in rode baksteen, verlevendigd met siermetselwerk. Daarnaast werd ook gebruik gemaakt van blauwe hardsteen, waarmee plinten, lekdrempels, waterlijsten, dekstenen, cordons, lateien, kruismonelen en maaswerk werden uitgewerkt. Verspreid over alle gevels zijn verschillende smeedijzeren (sier)ankers aangebracht. De architectuur getuigt van een sterke verticaliteit, bepaald door de ritmering van vensternissen en lisenen of steunberen, in evenwicht gebracht met het horizontale accent van cordons en doorgetrokken lekdrempels. De gevels worden vooral opengewerkt door typisch neogotische spits- en korfboogvormige openingen, al dan niet onderverdeeld met hardstenen monelen. Rechthoekige openingen zijn dan weer gevat binnen een spitsboogvormige of drielobvormige Brugse travee of verdiept muurvlak, eveneens als verwijzing naar de neogotiek. Verdere decoraties bestaan uit gedecoreerde deuromlijstingen, beeldhouwwerk in gevelnissen en inscripties in sgraffito. Het grootste deel van het vensterschrijnwerk werd vernieuwd, maar het bewaarde schrijnwerk geeft met zijn kleine roedeverdelingen extra detail aan het geveluitzicht.

De oudste bouwfase van 1886-1888 omvat vleugels van twee bouwlagen aan de Leeuwstraat, in het binnengebied en aan de hoek met de François Benardstraat. Het oudste schoolgebouw op de hoek, voorzien van een afgesnuite hoektravee met een bekronend getrapt dakvenster, was oorspronkelijk met het ten zuiden gelegen klooster verbonden door middel van een blinde muur met galerij (verhoogd met één bouwlaag). De straatgevel van het kloostergebouw aan de Leeuwstraat wordt ter hoogte van de haakse, achterliggende vleugel, gemarkeerd door een hoge puntgevel van drie traveeën. De toegang in de rechtertravee bestaat uit een spitsboogdeur in een hardstenen omlijsting onder een dito waterlijst met gestrekte uiteinden. De deur wordt bekroond door een decoratieve, in hardsteen uitgewerkte nis, met Onze-Lieve-Vrouwbeeld.

Aan de oostzijde van de haakse vleugel bevindt zich een eenbeukige kapel van vijf traveeën met driezijdige sluiting, verlicht door gekoppelde spitsboogvensters. Volgens gegevens uit de inventariscampagne van 1979 werd het interieur in een sobere neogotische stijl vormgegeven met een houten spitsbooggewelf geleed door geprofileerde gordelbogen op ronde diensten. Ook zijn er gesculpteerde houten lambriseringen met kruisweg en zitbanken aanwezig, die nog afkomstig zijn van de kapel van het oude Crombeenklooster in de Sint-Pietersnieuwstraat.

De directeurswoning aan de François Benardstraat is opgevat als een tweelaags volume van vijf traveeën, waarvan de drie linkertraveeën voorzien zijn van een licht overkragende, bekronende trapgevel. De woning is voorzien van een rijk uitgewerkte compositie en verzorgd neogotisch traceerwerk.

De vleugel van 1909-1911 op de hoek van de François Benardstraat en Tentoonstellingslaan omvat eveneens twee bouwlagen en wordt geaccentueerd door een afgesnuite hoektravee met een overkragend, polygonaal hoektorentje onder een spitse bekroning.

De normaalschool aan de François Benardstraat uit 1914 wordt verlevendigd met sgraffitopanelen, namelijk één met de vermelding “Normaalschool” en twee decoratieve panelen met wapenschilden.

  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere gebouwen, G12, 1896/L/5, 1902/L/4, 1912/A/49, 1914/B/27, 1914/L/10, 1930/T/25, 1952/L/25, 1959/L/5, 1959/L/15, 1960/L/6.
  • DEROM S. 1992: Het Crombeeninstituut, Open Monumentendag, 72-73.
  • SOENS E. 1915: Historische schets van het gesticht der EE. Zusters Franciscanessen van Gent, geheten Crombeen, Sint-Amandsberg.
  • BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1979: Klooster en schoolcomplex der zusters franciscanessen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/20719 (geraadpleegd op 23 november 2019).

Auteurs:  De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Caluwé C. & Janssens K. 2019: Klooster en schoolcomplex der zusters franciscanessen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/361863 (geraadpleegd op ).


Klooster en schoolcomplex der zusters franciscanessen ()

Klooster en schoolcomplex der zusters franciscanessen, zogenaamd Crombeen. Geestelijke gemeenschap van de derde orde van Sint-Franciscus gesticht door juffrouw J.T. Crombeen in 1715 in haar woning op de Sint-Pietersnieuwstraat (heden nummer 25). Voornamelijk toewijding aan armenonderwijs en kantschool. In 1831 als kloostergemeenschap ingericht en school uitgebreid met kostschool. Onder liberale regering, in 1882, schoolgebouwen in de Sint-Pietersnieuwstraat onder stadstoezicht geplaatst. Kostschool en noviciaat verhuisd naar klooster van Melle-Vogelhoek en sinds 1888 overgebracht naar het nieuwe moederhuis, gebouwd tussen 1886 en 1888 in de vroegere Muinkmeersen, op de hoek van de Leeuwstraat en de Benardstraat.

De eerste gebouwen omvatten: de eigenlijke kloostergebouwen met zetel van het hoofdbestuur (Leeuwstraat nummer 1), het kwartier van de zusters (haakse vleugel), noviciaat en kapel (centrale vleugel); de woning van de directeur (Benardstraat nummer 86); en de oorspronkelijke kosteloze school (hoek Leeuwstraat-Benardstraat) dit alles opgetrokken in neogotische stijl van de Sint-Lucasscholen, naar ontwerp van bouwmeester P. Van de Kerckhove. Fraaie baksteenarchitectuur met lange vleugels van twee bouwlagen onder zadeldaken met houten dakkapelletjes. Voornamelijk verticaal gemarkeerde gevels met hoge spitsboognissen waarin de kruiskozijnen met drielobbige boogvelden gevat zijn. Traveeën alternerend met kroonlijst en dakvensters met bekronende puntgeveltjes. Straatgevel (Leeuwstraat) met hoge puntgevel en spitsboogdeur onder waterlijst en bekronende nis met Onze-Lieve-Vrouwebeeldje. In het oosten, tegen de haakse vleugel aanleunende eenbeukige kapel van vijf traveeën met driezijdige sluiting, verlicht door gekoppelde spitsboogvensters.

Sober neogotisch interieur met houten spitsbooggewelf geleed door geprofileerde gordelbogen op ronde diensten. Gesculpteerde houten lambrizeringen met kruisweg en zitbanken, afkomstig van de kapel van het oude Crombeenklooster in de Sint-Pietersnieuwstraat.

Eerste schoolgebouw, op de hoek met de Benardstraat, met afgesnuite hoektravee en bekronend getrapt dakvenster, met het kloostergebouw verbonden door een aanvankelijk blinde muur met galerij, heden verhoogd met één bouwlaag. De woning van de directeur eveneens van 1888, met afzonderlijke gevelcompositie en fraai neogotisch traceerwerk. Twee bouwlagen van vijf traveeën, waarvan de drie linker traveeën met licht overkragende, bekronende trapgevel. Getoogde en spitsboogvormige vensternissen met rijker uitgewerkte spitsboogvelden met gekoppelde drielobtracering met bekronende driepas. Sierankers.

In 1909-1911 toegevoegde lagere schoolgebouwen op de hoek van de Benardstraat en de Tentoonstellinglaan naar ontwerp van architect E. Haché. Bakstenen vleugel met twee bouwlagen onder mansardedak met dakkapellen in een aangepaste baksteenarchitectuur. Gemarkeerde afgesnuite hoektravee met overkragend zeshoekig hoektorentje onder spitse bekroning. Ritmerende steunberen en vensternissen.

Ten behoeve van de normaalschool, eerst ondergebracht in de inmiddels afgeschafte kosteloze school (1913), in 1914, op de plaats van vier woningen in de Benardstraat, aansluitend bij de school, nieuwe vleugel opgericht, eveneens in een aangepaste baksteenbouw.

De overige aanpalende bakstenen vleugels in de Leeuwstraat en de Tentoonstellinglaan kwamen tot stand tussen de twee wereldoorlogen. Sinds 1950-1960 tenslotte werden enkele moderne vleugels toegevoegd ter uitbreiding van de middelbare school en het klooster.

  • SOENS E. 1915: Historische schets van het gesticht der EE. Zusters Franciscanessen van Gent, geheten Crombeen, Sint-Amandsberg.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Zuid-West, Brussel - Gent.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1979: Klooster en schoolcomplex der zusters franciscanessen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/20719 (geraadpleegd op ).