Hoeve, bestaande uit een begin 20ste-eeuws boerenhuis en 19de-eeuwse cichorei-ast, op oudere site.

Op deze plaats wordt op de Ferrariskaart (1770-1778) al bebouwing weergegeven. Op het primitief kadasterplan (1817) komt het woonhuis voor op de huidige plaats, met twee kleine bijgebouwen ten zuidwesten en ten zuiden. Vóór 1912 wordt het woonhuis met bijgebouw vergroot. In 1912 is sprake van een cichoreidrogerij op de plaats van de schuur, in 1921 wordt deze verbouwd/vergroot. Ook het boerenhuis wordt opnieuw vergroot, in opdracht van landbouwer Hendrik Vandeweghe. Vermelding op kadastrale mutatieschets van 1912: "Yperen Ambacht", wat erop wijst dat de hoeve tijdens het ancien regime tot de kasselrij Ieper behoorde. Het westelijke stalvolume zoals aangeduid op de kadasterschetsen, is verdwenen voor de bouw van een grote loods.

Losstaande hoevegebouwen in donkerrode baksteenbouw, rondom een erf in losse verharding. Ten noorden het boerenhuis van vier traveeën en twee bouwlagen, met oostelijke lagere nutsvleugel (voormalige paardenstal), onder zadeldaken in zwartgeglazuurde mechanische pannen. Nieuwe lijstgoten. Getoogde muuropeningen met nieuw schrijnwerk en natuurstenen dorpels, ontlastingsboogjes in contrasterende lichtrode baksteen. Dito getrapte tandfries aan straatzijde. Bewaarde voordeur, in panelen met beglazing en drieledig bovenlicht, waarboven een grote gevelkapel in lichtrode baksteen, met rondboognis waarin een gepolychromeerd Heilig Hartbeeld. Getralied keldervenster in derde travee. Erfgevel onder meer met laadluik in rechtertravee en mijtervormige nis in lagere aanbouw.

Parallelle schuur/ voormalige cichorei-ast onder zadeldak in dubbel gegolfde mechanische pannen. Aan de overkraagde erfzijde onder meer tweeledige getoogde staldeurtjes, poort onder I-profiel met bovengelegen laaddeur.