Hoeve, grotendeels opgetrokken in 1946 op de plaats van oudere bebouwing, met resterende cichorei-ast uit 1873.
Op de Ferrariskaart (1770-1778) weergegeven als drie volumes in U-vormige constellatie rondom het erf. Op het primitief kadasterplan (1817) wordt een langwerpig gebouw (tweewoonst met stal) weergegeven op de plaats van huidig woonhuis en stal, met ten noorden daarvan enkele kleinere bijgebouwen en haaks daarop ten zuiden een landgebouw. De hoeve is op dat moment eigendom van landbouwer Jan Coucke en behoorde tot het negende begin van Roeselare Ambacht. In 1873 wordt ten zuiden aan de overkant van de straat een volgens kadaster een "suikerijdrogerij" opgetrokken door landbouwer Ivo Callewaert-Perneel. In 1946 laat André Callewaert-Perneel op de plaats van het vroegere boerenhuis met stal een nieuwe woning bouwen met lagere stalvolumes, mogelijk met incorporatie van oudere delen. Het landgebouw wordt gesloopt.
Langgevelboerderij van woonhuis met stal in het verlengde. Roodbakstenen woonhuis van twee bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, met rechthoekige muuropeningen, vooruitspringende begane grond met verdiepte inkom. Aan de westzijde daarvan een lager stalvolume in paarse en donkerrode baksteen onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, voorzien van laadvensters onder haakse nok. Westelijk staldeel met resterende getoogde muuropeningen en tweeledig staldeurtje, oostelijk staldeel met rechte openingen onder betonlateien.
Aan de overkant parallel met de straat een ouder roodbakstenen stalvolume onder zadeldak in mechanische pannen, de oostelijke zijgevel voorzien van een rondbogige kapelnis met zwartbakstenen omlijsting en kruisje, twee steunberen, kozijnconstructie en zolderluik onder houten latei.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ardooie, 1873/3, 1946/4.