Hoeve, bestaande uit een begin 19de-eeuws boerenhuis en 20ste-eeuwse schuur, op oudere site. Aan de erftoegang een boomkapelletje.
Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt op deze plaats bebouwing weergegeven, bestaande uit twee volumes in L-vormige constellatie. In 1803 wordt een nieuw boerenhuis opgebouwd. De huidige opstelling met twee parallelle volumes van woonhuis (noord) en landgebouw (zuid) worden al weergegeven op het primitief kadasterplan (1817). Gedurende de 19de eeuw is de pachthoeve eigendom van de familie van der Gracht d'Eeghem. Vanaf 1884 eigendom van diverse opeenvolgende grootgrondbezitters, onder meer Florent Denijs-Caerlier, Ernest Wauters-Denijs, et cetera. Het schuurvolume wordt vernieuwd tijdens het interbellum, vermoedelijk ondergaat ook het woonhuis veranderingen.
Hoeve bestaande uit bakstenen gebouwen aan weerszijden van een begraasd en beboomd erf met paden in losse verharding, met erftoegang tussen twee lindes. Aan de linkerlinde een beglaasde mijtervormige boomkapel met Onze-Lieve-Vrouwebeeldje.
Aan de noordzijde het witgekalkte boerenhuis met gepekte plint, van vier traveeën onder zadeldak in mechanische pannen (nok haaks op straat). Aan weerszijden de aanbouw van stalletjes onder lessenaarsdak. Rechthoekige muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk met kleine roedeverdeling en luikjes. Achtergevel met zuidelijke opkamertravee. Rondbogige deuropening met zwartbakstenen omlijsting. Naar verluidt is in de woning de jaartalinscriptie "1803" bewaard in één van de moerbalken. Parallel aan de zuidzijde van het erf de schuur onder overkragend zadeldak in mechanische pannen. Houten schuifpoort met klinket. Rechthoekige muuropeningen onder betonlateien.