"De Gilde", voormalige gemeenteschool, later omgevormd tot klooster van de paters oblaten.

Historiek

19de eeuw. Na de sloop van de kapel circa 1815-1820 waar de inwoners van het gehucht de misvieringen konden bijwonen, klinkt op het einde van de 19de eeuw de roep voor een eigen kerk en school steeds luider en in 1897 wordt de eerst steen gelegd van een nieuw complex. Het is toegewijd aan de Heilige Margaretha en bestaat op papier uit een kerk, klooster en school, waarvan in eerste instantie enkel een eerste vleugel wordt opgetrokken. Het kadaster registreert pas in 1898 de verkoop van grond door Ferdinand Vander Haegen uit Gent aan priester Evarist De Coninck en de bouw van een dieperin gelegen kerk en een klooster met dwarse vleugel ten noorden, weliswaar al gerealiseerd in 1897.

20ste eeuw. Vanaf 1903 komt een delegatie van de oblatenorde zich ook vestigen in Nieuwenhove. Op 28 september 1905 stichten de oblaten een Belgisch noviciaat in Nieuwenhove waardoor de bestaande gebouwen moeten worden uitgebreid. Het voormalige schoolgebouw wordt vanaf dan volledig ingepalmd door de oblaten met als belofte een nieuw schoolgebouw voor de leerlingen te bouwen. In 1907 wordt de straatvleugel van het klooster uitgebreid in noordelijke richting onder leiding van priester Paul Lecourtois; ook wordt een lage aanbouw gebouwd tegenaan de dwarse vleugel. De kerk wordt verlengd naar de straat toe. In 1926 wordt een nieuwe vleugel ingewijd om tegemoet te komen aan het stijgende aantal roepingen. In 1951 verkoopt de VZW Les Missionaires Oblates de Marie Immaculée het klooster aan het Algemeen Christelijk Werkersverbond die het laat verbouwen tot huidige constellatie. De voormalige kapel wordt gesloopt in 1973.

Beschrijving

Voormalig schoolgebouw van 1897 op L-vormig grondplan met voorgevel en andere kleinere verbouwingen in de jaren 1950. Straatvolume van verankerde, bruine baksteen op een plint en onder vernieuwd zadeldaken met zwarte pannen. Achter- en zijgevel geritmeerd door verdiepte nissen met bovenaan muizentandfries. Dwarse achterbouw met achtergevel met zelfde geveluitwerking als de zijgevel van het voorvolume. Aan de voormalige speelplaatszijde, open rondbogengaanderij op rechthoekige zuilen met afgeschuinde hoeken. Lege beeldnis en arduinen inscriptiesteen(?). Openingen zijn licht getoogd of rondbogig onder de gaanderij en op de begane grond van het hoofdgebouw (in de jaren 1950 teruggebracht tot grotere, rechthoekige openingen onder betonnen latei, zie bouwsporen). Deels bewaard schrijnwerk. Fraaie kroonlijst op modillons.

In het verlengde van de dwarsvleugel bevindt zich nog een voormalige stalling met deurtjes naar berging of poorten.