Dit op een hoek gepositioneerde ruime herenhuis in neoclassicistische stijl werd in 1874 ontworpen. De aanvraag werd ingediend door historicus Adhémar Motte-Doutrewe (Namen, 1842-Gent, 1902), professor en later rector aan de Universiteit Gent, die voorheen iets verderop aan de Muinkkaai woonde. De handtekening van de architect kon niet ontcijferd worden.

De voor- en zijgevel van de driegevelwoning sluiten qua stijl en materiaalgebruik aan bij de prestigieuze Muinkkaai en het kleine pleintje dat toen het Lieven Bauwensplein heette. De schuin weglopende achtergevel is eenvoudiger en sluit meer aan bij het heterogene karakter van de Hofstraat. Omwille van het volume en de ligging op de hoek van de straat is de woning zeer beeldbepalend.

De driegevelwoning op trapeziumvormig grondplan telt drie bouwlagen en een mezzanine onder een onregelmatig tentdak. De voor- en zijgevels zijn identieke bepleisterde lijstgevels, op hardstenen plint gedeeltelijk met profiel. Sterke horizontale accentuering van de gevel door middel van cordonvormende lijsten, waterlijsten en lekdrempels, alsook sterk geprononceerde imitatiebanden op de gelijkvloerse verdieping en imitatievoegen op de hogere bouwlagen. De gevel wordt afgelijnd door een sterk overkragende houten kroonlijst met tandlijst op gedecoreerde modillons. Het centrale gebogen fronton op de kroonlijst zoals voorzien op de bouwaanvraag werd niet uitgevoerd. Het gevelvlak is ingedeeld in drie gelijke traveeën, waarbij de centrale travee als middenrisaliet geaccentueerd wordt.

Licht inspringend in de plint zijn er telkens drie keldervensters met smeedijzeren diefijzer uitgewerkt. Daarboven, eveneens inspringend in een dieper liggend vlak kader, vensters met  geprofileerde vensterlijst en T-ramen op een lekdorpel waaronder een neutenpaneel met rozetten en guttae.

Op de eerste verdieping geeft in de centrale travee een vensterdeur met T-indeling uit op een balkon op voluutconsoles en een balustrade met balusters tussen postamenten. Dezelfde balustrade, doch zonder balkonuitbouw siert de flankerende vensters met T-ramen. Bovenaan de vensteromlijstingen een sluitsteen met gestileerde palmetten en guirlandes die samen met twee gecanneleerde voluutconsoles een geprofileerd entablement ondersteunen. Op de beide risalieten wordt dit entablement boven de balkondeur bekroond met een gebogen fronton. Op de tweede verdieping bevinden zich boven de doorlopende vensterdorpel telkens drie identieke vensters per verdieping. Daarboven het aflijnend cordon van de mezzanine met geprofileerde onderdorpel waartussen de lage mezzaninevenster en casementen zijn uitgewerkt tussen de modillons.

Aan de rechterzijde van de gevel langs de Muinkkaai bevindt zich naast het hoofdvolume een lagere aanbouw van twee bouwlagen. Het gevelvlak springt licht in ten opzichte van het hoofdvolume. De plint, cordons, waterlijsten, balustrade en bepleistering lopen door, echter zonder imitatiebanden. Op de gelijkvloerse verdieping is een dubbele houten toegangspoort onder vast bovenlicht en binnen geprofileerde omlijsting uitgewerkt. Rechts daarvan is een smal venster met identieke omlijsting als de naastliggende gevel aanwezig. Het decoratief deurbeslag van de vleugeldeuren alsook één van de schampijzers is nog aanwezig. De eerste verdieping wordt gekenmerkt door een monumentaal drielicht waarvan de gecanneleerde pilasters steunen op de postamenten van de balustrade. Het geheel wordt bekroond door een gebogen fronton met gestrekte uiteinden. De plannen bij de oorspronkelijke bouwaanvraag tonen slechts één bouwlaag met een afwijkende decoratieve gevelafwerking.

De vlak bepleisterde achtergevel op zwarte plint langs de Hofstraat versmalt per bouwlaag en is bovenaan afgelijnd met een geprofileerde houten kroonlijst. De gevelpartij is deels uitgewerkt met blinde getoogde vensters. Op de gelijkvloerse verdieping is een beraapte blinde vensteropening en een inrijpoort aangebracht in het één bouwlaag hoge linker volume, rechts daarvan bevinden zich twee halve blinde vensters met recente ramen. Op de bovenverdiepingen loopt een waterlijst onder de vensters en tussen de bovenste vensters en de kroonlijst.

Het vrijstaande deel van vierde gevel is volledig afgewerkt met cementberaping. De gevel is grotendeels blind met hier en daar een vensteropening waaronder het grote venster van het trappenhuis.

Van de interieurindeling zijn geen bouwplannen beschikbaar.

Beeldbepalend hoekhuis met neoclassicistische inslag, van drie bouwlagen onder tentdak (leien), uit derde kwart 19de eeuw. Identieke bepleisterde voor- en zijgevel van drie traveeën met een licht uitspringende middentravee gemarkeerd door een deurvenster onder een gebogen fronton op consoles en voorzien van een balkon op rolwerkconsoles met balustrade tussen postamenten. Gevelgeleding door omlopende horizontale banden en cordons.

Omlijste rechthoekige vensters; op de tweede verdieping verrijkt met sluitsteen met festoenversiering, onder kroonlijst op consoles; bovendien verdiepte borstwering gevuld met balusters tussen postamenten. Rechteraanbouw van twee traveeën en twee bouwlagen; op benedenverdieping omlijste rechthoekige poort en venster, erboven een drielicht waarvan de gecanneleerde pilasters steunen op postamenten waartussen balusters voorkomen, het geheel wordt bekroond door een gebogen fronton met gestrekte uiteinden.