Dit ensemble van twee burgerhuizen in neoclassicistische stijl met inslag van de Louis-Philippestijl werd op vraag van advocaat Gustave Van Hoorebeke gebouwd. Nummer 32 werd volgens een bouwaanvraag van 1860 gebouwd, en nummer 33 op de hoek met de Guldenspoorstraat volgde in 1873. Nummer 33 vormde zo oorspronkelijk een uitbreiding van de woning op nummer 32. De deuropening van nummer 33 werd pas in 1930 met een bouwaanvraag aangevraagd.

De Muinkkaai wordt gekenmerkt door een vrij homogene bebouwing van overwegend neoclassicistische rijwoningen, allen met gelijkaardige kroonlijsthoogte. Nummers 32 en 33 passen qua materiaalgebruik, stijl en volumetrie goed in het straatbeeld en is daarbij beeldbepalend enerzijds door de omvang van het ensemble en anderzijds door zijn ligging op een straathoek.

Het ensemble omvat een rijwoning met dubbelhuisopstand van vier traveeën, en een hoekpand met enkelhuisopstand van twee bij drie traveeën, beide drie bouwlagen hoog onder een afgewolfd pannen zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels staan op een geschilderde hardstenen plint en worden bovenaan afgelijnd met een houten geprofileerde kroonlijst op gedecoreerde modillons. De kroonlijst van nummer 33 is vernieuwd. Een afgeronde hoek maakt de overgang tussen de gevelpartij langs de Muinkkaai en deze langs de Guldenspoorstraat. Horizontale accenten worden gelegd door imitatiebanden ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping en de hardstenen cordonvormende lekdrempels op de bovenverdiepingen. Alle gevelopeningen zijn per verdieping identiek, waarbij al het vensterschrijnwerk vernieuwd werd. De gevelopeningen langs de Muinkkaai zijn spiegelboogvormig, versierd met een geprofileerde omlijsting en gedecoreerde sluitsteen.

Nummer 32 is ingedeeld in vier gelijke smalle traveeën, waarbij in de derde travee een houten voordeur onder vast bovenlicht te bereiken is via drie hardstenen treden. Nummer 33 heeft dezelfde gevelbreedte en -ritmiek maar de traveeën zijn breder dan bij nummer 32. In de linkertravee is een identieke deurpartij als bij nummer 32 uitgewerkt, waarbij de houten deurvleugel anders vormgegeven is. Op de bouwplannen is te zien dat er oorspronkelijk bij nummer 33 geen deuropening langs de Muinkkaai voorzien was.

De gevel langs de Guldenspoorstraat is deels blind uitgewerkt. Het gevelvlak is ingedeeld in drie traveeën, waarbij alle gevelopeningen  getoogd zijn. De gelijkvloerse vensters zijn bekroond met een diamantkop en de verdiepingsvensters hebben een geprofileerde omlijsting met oren en een gedecoreerde sluitsteen, geflankeerd door guirlandes. In de centrale travee zijn schijnvensters uitgewerkt, afgeschermd met gesloten houten luiken. Deze worden telkens per verdieping geflankeerd door een identiek venster. De gelijkvloerse verdieping is ingedeeld in vier gelijke traveeën, waarbij de linkertravee ook een schijnvenster met gesloten houten luik betreft.

Van de interieurindeling zijn geen bouwplannen beschikbaar.