Dit café, strategisch gepositioneerd op de hoek van de Muinkkaai en de François Benardstraat met kenmerken uit de art nouveau, werd in 1905 ontworpen door de Gebroeders D’Havé. De opdrachtgever was brouwer G. Heughebaert-Declercq, die toen in de Lange Schipgracht 35 woonde en er de “brasserie-malterie Le Cygne” bezat. Het hoekhuis is één van de eerste art-nouveaupanden in Gent die volledig in gewapend beton opgebouwd werd, het is een vroeg voorbeeld van een betonnen skeletstructuur in combinatie met betonnen voorgespannen welfsels.
Oorspronkelijk bevonden zich boven de voordeur op de hoek van de straat gegraveerde art-nouveauletters met de naam van het pand: “IN DEN HEMEL”, maar deze werden in 2015 verwijderd. “IN DEN HEMEL” kan wel nog teruggevonden worden op de gevel langs de François Benardstraat. Boven de voordeur op de hoek van de straat vinden we ook de handtekening van de aannemers: “D’HAVE Frs. INGENIEURS 1906” en “BETON-ARME. SYSTEME A. D. HAVE. BREVETE S.G.D.G.”. De Gebroeders D’Havé hadden vanaf 1900 de aannemers-onderneming overgenomen van hun vader Charles D’Havé en hebben baanbrekend werk verricht binnen de toepassing van gewapend beton in woonhuizen. Hun ontwerp voor het hoekhuis valt in het straatbeeld zowel op door haar bouwhoogte, als door de bouwstijl en het materiaalgebruik. De bebouwing in dit straatgedeelte van zowel de Muinkkaai, als de François Benardstraat bestaat immers voornamelijk uit laat-19de-eeuwse neoclassicistische rijwoningen.
Het hoekpand telt drie traveeën langs de Muinkkaai en drie traveeën langs de François Benardstraat, met tussenin een afgeschuinde hoektravee. Het volume is trapsgewijs opgebouwd en heeft per travee een verschillende bouwhoogte. De linkertravee telt twee bouwlagen, de centrale travee langs de Muinkkaai drie bouwlagen, en de traveeën langs de straathoek vormen met hun vier bouwlagen een torenvolume, alle onder een plat dak. De twee rechtse traveeën langs de François Benardstraat tellen drie bouwlagen, onder een pannen zadeldak met houten dakkapel. De bepleisterde en geschilderde lijstgevels zijn op de eerste en tweede verdieping identiek vormgegeven en bevatten gevelhoge lisenen die telkens alle traveeën van elkaar scheiden. De verdiepingsvloeren worden telkens gemarkeerd door een uitkragende band, waaronder zich per kruising met een liseen een ornament bevindt. De gevelpartijen staan op een lage geschilderde plint en worden bovenaan per travee afgelijnd door een verschillend type kroonlijst. Bij de lage linkertravee is dit een bepleisterde kroonlijst waarboven een borstwering aangebracht is, de travee daarnaast heeft een bepleisterde kroonlijst met daarboven een houten geprofileerde kroonlijst. Het torenvolume heeft een zware afgeronde kroonlijst, telkens op de hoeken onderbroken door langwerpige uitkragende elementen die de art-nouveau-inslag van het originele ontwerp verraden. De traveeën langs de François Benardstraat hebben een houten geprofileerde kroonlijst boven een keellijst. Volgens de bouwplannen was voorzien dat overal platte daken zouden aangebracht worden, waarbij het platte dak rond het torenvolume als een daktuin zou ingericht worden. Ook is op de bouwplannen te zien dat de gevelvlakken rijkelijk versierd waren met beaux-artsdecoratie met art-nouveaugetinte inslag, waarbij ook al het inmiddels vernieuwde schrijnwerk deze vormgeving volgde.
Op de rondboogvormige vensters bovenaan het torenvolume na zijn alle gevelopeningen rechthoekig, waarbij alle lekdrempels afgerond zijn. Op de gelijkvloerse verdieping is langs de Muinkkaai van links naar rechts een originele houten deur boven een hardstenen trede aanwezig naast een smal venster. Rechts daarvan bevinden zich twee identieke bredere vensters. In de hoektravee is een deur uitgewerkt, waarnaast zich langs de François Benardstraat nog drie brede vensters bevinden. Op de eerste en tweede verdieping is telkens per travee een identiek venster uitgewerkt, op de traveeën naast het torenvolume na waar telkens twee smalle gekoppelde vensters voorzien zijn. In de vierde bouwlaag van het torenvolume zijn rondboogvenster uitgewerkt, waarboven de lisenen telkens met elkaar verbonden worden door korfbogen.
Volgens de bouwplannen werd het gedeelte van de gelijkvloerse verdieping langs de François Benardstraat ingenomen door het ‘koffiehuis’ of café, toegankelijk langs de deur in de hoektravee. Via de voordeur langs de Muinkkaai betreedt men de private L-vormige inkomhal met trap, die zowel toegang geeft tot de keuken als de koer met toiletten op de hoek van het perceel. Op de eerste verdieping geeft de traphal uit op twee slaapkamers langs de François Benardstraat, een slaapkamer langs de Muinkkaai en een slaapkamer op de hoek. Een volgende trap leidt naar de tweede verdieping waar de traphal uitgeeft op een dakterras langs de Muinkkaai en drie slaapkamers langs de François Benardstraat. Gezien de onconventionele indeling van de bovenverdiepingen en het ontbreken van leefruimtes, kan vermoed worden dat het hoekpand ingericht was als een hotel of pension. De bovenliggende verdieping betreft het torenvolume, welke bestaat uit een symmetrische hexagonale ruimte die langs alle zijden opengewerkt is en toegang geeft tot de omliggende daktuin. Het voorkomen van dergelijke daktuin is enkel mogelijk door het gebruik van de stevige betonstructuur van het gebouw, waarbij de originele plannen verwijzen naar het gebruik van voorgespannen betonnen welfsels bij de vloer- en plafondconstructies. Verder is het pand deels onderkelderd.
Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Caluwé C. & Janssens K. 2019: Hoekhuis In den Hemel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/362162 (geraadpleegd op ).
Hoekhuis met art-nouveau-inslag volgens archiefstukken van 1905 naar ontwerp van gebroeders gebroeders D'Havé, volgens opschrift genaamd "In den Hemel". Vroege toepassing van betonnen skeletbouw. Voor- en zijgevel van drie traveeën en drie bouwlagen, afgeschuinde hoektravee met ingang en de twee flankerende traveeën zijn hoger opgetrokken. Vlakke lisenen en brede omlopende cordons verdelen de bepleisterde gevelvlakken in rechthoekige vlakken voorzien van ruime rechthoekige vensters.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Zuid-West, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1979: Hoekhuis In den Hemel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/20765 (geraadpleegd op ).