Hof "Ter Linden" of goed "Ter Steene". Hoeve met losse bestanddelen waarvan de hoevegebouwen opklimmen tot de 18de eeuw en nog steeds gelegen zijn in een vrij landelijke omgeving nabij de Leie. De naam "Ter Steene" wijst erop dat er zich op die plaats reeds een Gallo-Romeinse nederzetting moet hebben bevonden, de benaming "Ter Linden" is gegeven door bewoner Michel Vanluchene (20ste-eeuwse benaming).

Historiek

16de eeuw. De hofstede is in de 16de eeuw eigendom van de heer van Vichte.

17de eeuw. De hoeve staat in 1642 opgetekend onder de naam "Stede ter Steene" als rentegrond van de heerlijkheid Het Vijve-Ensche. De hoeve wordt voor het eerst afgebeeld op de kaart van de heerlijkheid Het Vijve-Ensche, opgemaakt door Louys de Bersacques in 1642; weergave van een omwalde hoeve bestaande uit het woonhuis met een landgebouw (vermoedelijk de schuur).

18de eeuw. Op de kaart van het goed "Ter Leie" van circa 1763 uit het Rijksarchief te Gent is het hof "Ter Linden" verbonden via een rechte weg met het goed "Ter Leie" (Leiegoeddreef nr. 15); het hof "Ter Linden" is volledig omwald en bestaat uit het woonhuis, schuur, stal en een landgebouw aan de westzijde van het erf. De percelen ten westen van de hoeve worden in de 18de eeuw de "Steenbosschen" genoemd, hoewel het oorspronkelijke bos reeds lang is gerooid. Het landboek van Sint-Eloois-Vijve van 1764 vermeldt als eigenaar dorpsheer baron de Plotho, die heer van Vijve-Dendermonds en heer van Het Vijve-Ensche is; de hoeve wordt omschreven als "mher françois baron de plotho sijne behuijsde hofstede, boomgaert, ende lant tsaemen groot thien hondert twee en veertigh cleene roen". Op de bijhorende kaart van de gemeente Sint-Eloois-Vijve, opgemaakt door landmeter Cornelis Steur in 1764, wordt er nog een vierde landgebouw weergegeven ten noordwesten van het woonhuis (vermoedelijk het bakhuis).

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), wordt het landgebouw ten westen van het erf niet meer weergegeven en is de hoeve enkel nog aan de zuidzijde omwald.

19de eeuw. Zelfde situatie op het primitief kadasterplan (circa 1834). Circa 1834 is de hoeve eigendom van F. Van Saceghem uit Gent en wordt bewoond door F. Becaert. Op de Atlas der Buurtwegen (1844) en de Popp-kaart (1840-1850) aangeduid als "Ferme Becaerd".

Het kadaster registreert in 1882 in opdracht van koopman Joannes Carton uit Gent de bouw van het kleine landgebouw tegen de oostelijke zijgevel van het woonhuis. Leo Ide († 1907) en zijn vrouw Hortense Vandenbroeke bewonen de hoeve van 1885 tot 1903. Hij is schepen van Vijve, landbouwer, vlaskoopman en suikerijdroger.

20ste eeuw. Vanaf 1903 komt de familie Vanluchene op de hoeve wonen en in 1936 komt de hoeve in het bezit van de kinderen van Jozef Raemdonck-Carton uit Brussel. Bouw in hetzelfde jaar van de roterij aan de overzijde van de weg. In 1939 wordt de vlasschuur naast de erfoprit opgetrokken door Etienne Raemdonck uit Brussel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vlucht het gezin naar Desselgem en worden de gebouwen door de Duitsers bezet; vader Maurice Vanluchene wordt door de Duitsers vermoord.

Beschrijving

Vrij korte verharde erfoprit leidend naar de erftoegang met ijzeren hekken tussen twee vierkante, witbeschilderde bakstenen pijlers. Links van de erftoegang, ten zuiden van de schuur, is nog een gedeelte van de omwalling bewaard. Het centrale erf is deels begraasd en deels verhard.

18de-eeuws boerenhuis gelegen ten noorden van het erf. Verankerde baksteenbouw onder een pannen zadeldak. Wit beschilderde erfgevel, achtergevel met twee opkamertraveeën zichtbaar. Lichtgetoogde openingen met bewaard houtwerk, uitgezonderd bij de twee aangepaste vensteropeningen in de achtergevel. Westelijke zijgevel van drie lichtgetoogde laadluiken ter hoogte van de zolderverdieping. Tegen de oostelijke zijgevel aangebouwd verankerd, bakstenen landgebouw van 1882 onder pannen zadeldak.

Grote, 18de-eeuwse schuur met dubbele dwarsdoorrit en wagenhuis gelegen aan de zuidzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder een overkragend zadeldak bedekt met rode en zwarte pannen. Typerende luchtsleuven. Verlaagde korfboogpoorten in achtergevel.

18de-eeuwse stal ten oosten van het erf. Verankerde baksteenbouw onder een sterk overkragend zadeldak met pannen; zijgevels met laadluiken. Twee achtergelegen verankerde bakstenen landgebouwen; landgebouw onder pannen schilddak met gevels geritmeerd door bakstenen steunberen.

18de-eeuws bakhuis ten noorden van het woonhuis, gelegen bij de Leie. Verankerde baksteenbouw onder overkragend zadeldak bedekt met Vlaamse pannen. Rondboogvormige toegang met daarboven een laadluik.

Vlasschuur van 1939 ten zuiden van de erfoprit, vandaag in gebruik als koestal. Bakstenen vlasschuur onder zadeldak; centrale langsdoorrit met twee dubbele schuifpoorten op hangrail (aan voorzijde met daarboven rondboogvormige bakstenen heiligennis).

Aan de overzijde van de weg, op de hoek met de Spinnerijstraat, vlasroterij van 1936 met aanpalende schuur. Gedeeltelijk vervallen, betonnen roterij, bestaande uit vijf rootkamers aan de kant van de Grottelaan (zie vijf schuifdeuren op hangrail) met daarboven de waterbak. Hogere opening met dubbele, metalen schuifdeur op hangrail aan de kant van de Spinnerijstraat. Achtergelegen stookplaats met ketel, zie bakstenen schoorsteen, tegen de stookplaats is een betonnen schuur onder golfplaten lessenaarsdak aangebouwd.