Woning, voornamelijk uit het begin van de 20ste eeuw, op oudere site.

Historiek

Op de hoek met het steegje naar de Monseigneur Roelensstraat komt in het begin van de 19de eeuw een woning voor, met achterliggende bijgebouwen. In 1856 is het pand eigendom van Joseph van Cocquelaere, gekend bij kadaster als huidevetter uit Ardooie. De achtergelegen bijgebouwen worden omschreven als "huidevetterij" en zijn toegankelijk via een gang aan de rechterzijde van de woning. In 1879 wordt van Cocquelaere omschreven als "postontvanger" en wordt de achteringelegen huidevetterij gedeeltelijk afgebroken en omgevormd tot aparte woning (thans Monseigneur Roelensstraat nummers 14 en 16). In 1912 laat Jozefina van Cocquelaere het woonhuis vernieuwen. Van de oorspronkelijke vijf traveeën van deze woning zijn thans de twee rechtertraveeën bewaard, met daarnaast de vroegere toegang naar de achterliggende bijgebouwen. Het overige deel (nummer 13) is verbouwd tot winkelpand in het derde kwart van de 20ste eeuw.

Beschrijving

Resterende twee traveeën en voormalige zijingang van de burgerwoning. Volume van twee bouwlagen onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen (nok parallel met de straat). Omkaste kroonlijst. Straatgevel in witgeglazuurde baksteen, omlijstingen en hoekketting in groengeglazuurde baksteen. Getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Arduinen plint en kordonlijst. Naastgelegen deur onder smal en zwaar uitgewerkt balkon met balustrade steunend op consoles.