Deze neoclassicistische burgerwoning werd samen met het verbouwde huis op nummer 14 gebouwd als samenstel van twee identieke huizen. Het ensemble werd gerealiseerd rond 1900 voor rekening van F. Tijs.

De woningen behoren tot de standaardbebouwing van het Zuid, namelijk burgerwoningen van drie traveeën en drie bouwlagen op hoog souterrain, onder zadeldak, met een verzorgde, maar gestandaardiseerd afgewerkte neoclassicistische lijstgevel. De gevel is bepleisterd en witgeschilderd, kroonlijst op klossen, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels, imitatievoegen op de begane grond. Regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen, op de verdiepingen in omlijstingen met versierde sluitstenen gevat. Licht risaliterend uitgewerkte deurtravee; deur met bewaard houtwerk, deels beglaasd en met hekwerk. Accent op de centrale travee door een balkon met ijzeren leuning; balusters in de borstweringen van de zijvensters op de eerste verdieping.