Hoeve, met woonhuis uit het begin van de 19de eeuw.
Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt op deze plaats nog geen bebouwing weergegeven. Vermoedelijk wordt het boerenhuis gebouwd in 1800, zie balkinscriptie. Op het primitief kadasterplan (1817) wordt de hoeve in huidige L-vormige constellatie weergegeven. Het woonhuis ten noorden, het landgebouw ten oosten van het erf. Op het erf bevond zich een bakhuis. Ten zuidoosten van de hoeve een samenstel van twee boerenarbeiderswoningen, thans vervangen door nieuwbouw (nummer 10). Rond 1835 is de hoeve eigendom van Jan Callewaert, gekend ten kadaster als koopman uit Ingelmunster. In 1888 wordt het bakhuis afgebroken.
Hoeve gelegen ten zuiden van de straat, bestaand uit losstaande hoevegebouwen in L-vormige opstelling rond het erf in losse verharding, afgesloten met witgeschilderd ijzeren buishek en toegankelijk via de aan oostzijde beboomde erfoprit. Aan de noordzijde van het erf het boerenhuis in éénlagige baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen (erfzijde: Vlaamse pannen). Erfgevel van zeven traveeën in siercementering, onder meer voegimitatie en breuksteenimitatie in plint. Licht getoogde muuropeningen met houten T-ramen, in de twee oostelijke traveeën met grote roedeverdeling. Deur met betonluifel en getoogd bovenlicht. Witgeschilderde noordgevel met rechthoekige muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk, twee resterende schuifkozijnen. Twee opkamertraveeën aan de oostzijde. Westelijke zijgevel met oculus in zwarte baksteenomlijsting, nieuw raam. Naar verluidt bevat het interieur nog een moerbalk met inscriptie "1800".
Daarvoor een Lourdesgrot, opgebouwd uit gecementeerde baksteen- en betonresten. Rondbogige nis met Onze-Lieve-Vrouwebeeld.
Aan de oostzijde van het erf een roodbakstenen schuur onder zadeldak in Vlaamse pannen (nok haaks op straat). Schuurpoort en wagenkot onder houten lateien. Getoogde muuropeningen, aanbouwen aan weerszijde onder lessenaarsdak.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ardooie, 1888/39.