is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gemeentelijke begraafplaats
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Gemeentelijke begraafplaats Ardooie: grafkapel en tumulus familie de Jonghe d'Ardoye
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gemeentelijke begraafplaats
Deze vaststelling was geldig van tot
Gemeentelijke begraafplaats, aangelegd in 1806, verruimd tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw. Op de begraafplaats bevindt zich de grafkapel voor de familie de Jonghe d'Ardoye, gebouwd rond 1827-1828 in een late empirestijl.
In 1806 wordt in de Pittemsestraat op een stuk grond van de armendis een nieuwe begraafplaats aangelegd, waardoor stilaan de graven aan de kerk worden onttrokken. Een edict, uitgevaardigd in 1784 door keizer Jozef II, verplichtte de openbare besturen om de begraafplaatsen buiten de stadsmuren aan te leggen, in plaats van in en rond de kerken. Napoleon bevestigt dit edict een nieuw decreet op 23 prairial an XII {12 juni 1804). Hierbij krijgen gemeentebesturen het recht om zelf begraafplaatsen op te richten, wordt het mogelijk om op begraafplaatsen een eigen perceel aan te kopen, een grafteken op te richten en te behouden ten eeuwigen dage. Deze graftekens zijn representatief voor de 19de-eeuwse standenmaatschappij.
In 1807 wordt er op de begraafplaats van Pittem voor de eerste maal begraven. Volgens oorspronkelijk plan wordt een muur voorzien die het kerkhof volledig zou omsluiten, met toegang langs de Pittemsestraat (noord). Wegens geldgebrek wordt het kerkhof niet ommuurd, maar wordt een gracht gegraven, die de begraafplaats van de straat scheidde (verdwenen). In 1816 schenkt burggraaf de Jonghe een 'Spaanse haag' (= taxus). Vermoedelijk rond 1827-1828 (sterfdatum van de oudste 'bewoners', het echtpaar de Jonghe - Vilain XIIII) wordt een grafkapel voor de familie de Jonghe (d'Ardoye) opgetrokken, in een late empirestijl. In 1845 wordt de haag gedeeltelijk vernieuwd en aangevuld met een ijzeren toegangspoort. In 1910 koopt het klooster van de Heilige Kindsheid een stuk grond op het kerkhof waar de algemene begraafplaats van de zusters wordt geïnstalleerd. In de jaren 1970 wordt een nieuw stuk aangekocht tot inrichting van het zustergraf.
De historiek van de adellijke familie de Jonghe verweeft zich met de geschiedenis van Ardooie sinds het derde kwart van de 18de eeuw. In 1773 verwerft de Gentse lakenhandelaar burggraaf Théodore de Jonghe (° 1747) de dorpsheerlijkheid en baronie van Ardooie, uit handen van de Franse markies de Houchin. In het veldgebied Ardooie-Veld laat hij in 1780-1781 een classicistisch kasteel bouwen dat hij betrekt als zomerverblijf (thans Kasteelstraat nummer 1). Théodore de Jonghe sterft in 1828, een jaar na zijn vrouw Isabelle Vilain Xllll (0 1755-t1827). Vermoedelijk werd rond deze periode de grafkapel op de begraafplaats van Ardooie opgetrokken. Vanaf 1857 wordt het achtervoegsel d'Ardoye aan de familienaam de Jonghe toegevoegd. Na verbouwingswerken in neoclassicistische stijl door Ferdmand de Jonghe d'Ardoye krijgt het kasteel van Ardooie in 1876 zijn huidig uitzicht. In 1981 wordt het kasteel door de laatste kasteelheer Antoine de Jonghe d'Ardoye verkocht aan een nieuwe particuliere eigenaar, een groot gedeelte van het kasteelpark wordt verkocht aan de Provincie West-Vlaanderen, die er een provinciaal domein inricht.
De begraafplaats bevindt zich op een omhaagd perceel op nagenoeg driehoekig grondplan, omsloten door de Pittemsestraat (noord), de Doelstokstraat (oost), de Oostlaan (zuid) en de Brugstraat (west). Hoofdtoegang in de westelijke hoek via ijzeren hek tussen vernieuwde overhoekse baksteenpijlers en twee treurwilgen, zijingangen met ijzeren hekken langs Pittemsestraat. Oudste westelijke gedeelte met ganzenpoot vanaf de hoofdtoegang, met als centraal punt de grafkapel de Jonghe d' Ardoye en de tumulus met priestergraven, van waaruit een dwarsverbinding en een waaiervormig padenpatroon vertrekt. Centraal betonpad van ingang tot de grafkapel, overige paden in grind. De toegang van de begraafplaats en middengang tot de kapel ligt als een zichtas in het verlengde van de Brugstraat, een van de voornaamste uitvalswegen van Ardooie.
Grafkapel van de familie de Jonghe d'Ardoye, opgetrokken in een late empirestijl, vermoedelijk kort voor of na het overlijden van het echtpaar Théodore de Jonghe (†1828) en lsabelle Vilain XIIII (†1827), die er als oudste kasteelbewoners begraven liggen. Kapel opgetrokken in rode baksteen onder halfronde bedaking, met rijkelijk gebruik van arduin voor pilasters, kroonlijsten, plint, deuromlijsting en fronton. Brede rechthoekige ijzeren toegangsdeur (= latere toevoeging) waarboven halfrond bovenlicht met waaiervormige roedeverdeling, binnen arduinen omlijsting met tussendorpel en bekroond met arduinen kruis. Halfrond fronton met alliantiewapen de Jonghe (d'Ardoye) - Vilain XIIII, geflankeerd door twee schilddragers, bèkroond met grafelijke wapenkroon. Empireornamentiek, onder meer figuratieve godinnenhoofdjes (brons of gietijzer?) op de hoeken en laurieren. Halfronde sluiting. Halfronde ramen in de zijgevel, met waaiervormige roedeverdeling en verweerde natuurstenen reliëf. Achter de kapel een verhevenheid begroeid met gras en omheind met hekwerk met speerpunten, toegang tot de grafkelder afgedekt met recentere zwartmarmeren grafplaat.
Interieur. Witgeschilderd bepleisterd tongewelf; nieuwe tegelvloer; hoger koorgedeelte (twee oudere arduinen treden), Christusfiguur op nieuw witgeschilderd bakstenen altaar, geflankeerd door gietijzeren kandelabers.
Grafkapel Vanden Bussche, volledig in arduin opgebouwd onder zadeldakje bekroond met kruis. Houten beglaasde deur met hekwerk. Lodewijk XVI-ornamentiek met gecanneleerde pilasters, loverwerk; witmarmeren krans en draperie op het fronton. Zijgevels met drie rondbogige raampjes. Interieur met tongewelf, volledig uitgewerkt in arduin, onder meer met altaar en rondboognis met Onze-Lieve-Vrouwebeeld.
Priestergraven in tumulus begroeid met gras en bekroond door natuurstenen kruis. Verder onder meer gietijzeren kruisen. Nog talrijke arduinen grafmonumenten, voornamelijk geconcentreerd rond de centrale paden van het oudste westelijke deel. Onder meer grafkelder familie Vanden Bussche, 1885; grafkelder familie Verschaeve-Delforge, 1905-1906. Aan de noordzijde priestergraven en graven van de zusters van Liefde en de zusters van de Heilige Kindsheid, aan weerszijden van de centrale noord-zuid as. Ten oosten de nieuwere uitbreiding met recht evenwijdig padenpatroon. Aan de zuidzijde daarvan de nieuwe zustergraven (jaren 1970) voor de zusters van Liefde en de zusters van de Heilige Kindsheid. In de zuidoostelijke hoek liggen columbaria, strooiweide en urnenveld.
Auteurs: Van Branden, Gudrun; Santy, Pieter; Boone, Benjamin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)