erfgoedobject

Hoeve De Roode Poort

bouwkundig element
ID
207988
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/207988

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Roode Poort
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Hoeve De Roode Poort
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Roode Poort
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Hoevegebouwen minstens opklimmend tot de 18de eeuw, op site minstens opklimmend tot de 16de eeuw. Gelegen langs het oude tracé van de Roeselaarsestraat, naast de brug over de A17/E403.

Historiek

In 1561 is de woning bewoond door Marijn Van Canneyt, schepen van de heerlijkheid Ayshove te Ardooie. In het landboek van Ardooie uit 1688 wordt Jacobus Veranneman als eigenaar vermeld, de hoeve wordt gepacht door Guillaume Kerckhof, schepen van de heerlijkheid Ayshove. Gedurende de tweede helft van de 18de eeuw wordt de hoeve gepacht door de Pieter Rogier Vanden Bussche en nakomelingen. Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt de hoeve weergegeven met vier losstaande volumes rondom een erf met boomgaard. In 1789 wordt als eigenaar de heer de Grass de Moorzeele vermeld. Op het primitief kadasterplan (1817) aangeduid als "De Roode poort ferme" binnen een volledig bewaarde omwalling, boerenhuis, schuur-stalvleugel, westelijk landgebouw op de huidige plaats weergegeven, ten zuiden bevond zich een landgebouw parallel met het boerenhuis. De erftoegang bevindt zich op de oosthoek van de omwalling. Een landweg (Rodepoortstraat) loopt rondom de hoeve om aansluiting te vinden met de Roeselaarsestraat. Gedurende de 19de eeuw is de hoeve eigendom van de adellijke familie Legillon. In 1862 wordt ten oosten van de hoeve, buiten de omwalling en aan de overzijde van de landweg, een nieuwe schuur gebouwd (thans vervangen door loods). Een pachtbrief uit 1866 vermeldt "eene schaaphofstede van oudt genaemd de Roode Poort, bestaende uit woonhuis, schuer, stallingen,... ". Gedurende de tweede helft van de 19de eeuw wordt de hoeve verpacht aan de familie Van Canneyt. In 1874 wordt ten westen van het woonhuis naast een bestaand landgebouw een nieuw stalletje gebouwd. In 1887 wordt de hoeve verkocht aan Camiel en Ivo Tytgat, gekend ten kadaster als koopmannen uit Gent. In 1905 wordt het woonhuis vergroot en opgehoogd, het oostelijk aangebouwde bakhuisje wordt vernieuwd. In 1919 wordt de eigendom van de hoeve toegewezen aan de familie Van Craeymeersch, vanaf 1924 eigendom van Odiel Van Craeymeersch-Van Massenhove uit Ardooie, die de hoeve zelf uitbaat. In 1938 laat hij een naastgelegen woning (nummer 91) bouwen, waarna hij de hoeve opnieuw verpacht. In 1954 wordt het zuidelijke landgebouw afgebroken en het westelijke landgebouw uitgebreid met een aanbouw onder lessenaarsdak. In 1958 worden ten westen de silo's bijgebouwd, vermoedelijk worden dan ook de walgrachten gedempt. In 1973 wordt de landweg verhard en aan de westzijde van de hoeve doorgetrokken, het voormalig oostelijke tracé blijft erfoprit.

Beschrijving

Hoeve bestaande uit losstaande hoevegebouwen rondom een deels verhard erf, onder meer met bewaarde kasseibestrating. Voorliggende huisweide met betonnen omheining.

Ten noorden van het erf het boerenhuis in witgeschilderde baksteenbouw met gepekte plint, onder zadeldak in mechanische pannen (nok parallel met straat), met op de nok een (recente) windroos. Aan straatzijde met zes woon- en drie staltraveeën, getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk, bewaarde houten rolluikkasten. Twee dakvensters. Rechts naast de deur een opkamertravee, voorgelegen arduinen pompbak met gietijzeren handpomp. Links drie hoge stalvenstertjes met kleine roedeverdeling. Oostelijke zijgevel met getraliede zoldervensters. Erfgevel van zes traveeën met getoogde muuropeningen, arduinen onderdorpels, vernieuwd schrijnwerk, nieuwe luiken, voordeur met beglazing en hekwerk, links een voetschraper. Daarnaast de westelijke opkamer (een travee) en paardenstal (getoogde staldeur en -venstertje, later ingebrachte deur berging). Westelijke zijgevel met laadluik. Voor het woonhuis een gietijzeren pomp (paardenkop) en arduinen pompbak. Aan de oostzijde een aangebouwd bakhuis onder apart zadeldak in Vlaamse pannen (nok parallel met boerenhuis), getoogde muuropeningen. Aangebouwde dubbele garage onder platte bedaking, ter vervanging van varkensstalletjes, eertijds in gebruik als hoefsmederij.

Interieur met dubbelhuisstructuur. Grote kamers aan erfzijde, smalle achterkamers aan straatzijde. Grote kamers met bewaarde balkenroosteringen met moer- en kinderbalken, in de oostelijke kamer vroeger bepleisterd, in de westelijke kamer thans ingekast. Oostelijke kamer met schouw met Delftse tegels. Westelijke kamer met vernieuwde houten schouwmantel "EIGEN HAARD IS GOUD WAARD" (jaren 1950). Opkamer toegankelijk via trapje in gesmoorde baksteentjes, uitgewerkte balksleutels (zaagtand- kruis- en voluutmotieven), vloer in gesmoorde tegeltjes. Voutekelder met troggewelfjes met ijzeren balken (I-profiel). Achterkamertjes met oude bevloering (schorren/ plavuizen), nieuwere balkenroosteringen van smalle kinderbalkjes, granito schouw geflankeerd door ingemaakte kastjes (interbellum). Zolderruimte met geboute kapconstructie, vermoedelijk daterend uit begin 20ste eeuw, gepaard gaand met de overige veranderingen aan de woning. Paardenstal met troggewelfjes met ijzeren balken, op ijzeren liggers, paardenbox in hout en metaal (onder meer gekruld smeedwerk en gietijzeren zuiltje met paardenkop), vloer in baksteentjes, stenen voederbakken, metalen ruiven.

Ten westen een dwarsschuur onder steil half afgewolfd schilddak in mechanische pannen, eertijds volledig beplankt en voorzien van strodak, nu deels voorzien van bakstenen wanden. Dakoverkraging op kardoezen (hondjes). Houten hekpoort. IJzeren schuurpoort. Latere aanbouwen onder lessenaardaken. Constructie met (zeldzaam) tussenbalkgebint op bakstenen voeting, met daarboven kromstijlgebinte met windschoren en geschoorde flieringen. Bewaarde wanden in stijl- en regelwerk, op de (ingebouwde) zijgevel met restant van lemen vakwerkinvulling.

Daaraan geknikt ten noorden een stal onder steil zadeldak in mechanische pannen, bouwhistorisch opklimmend tot de 18de eeuw. Noordelijke zijgevel in donkerrode baksteen met oculus in de gevelpunt. Erfgevel grotendeels in nieuwe baksteen, witgekalkt met nieuwere rechthoekige betonnen stalvensters. Gedichte staldeuren. Straatgevel Rodepoortstraat in donkerrode kleine bakstenen. Interieur met bewaarde hardstenen slieten en oude lage moerbalken, waarop een nieuwere balkenroostering.

Ten westen vlakbij de woning een voormalig wagenhuis, buitenmuren grotendeels in recente baksteen met restanten van ouder metselwerk in donkerrode baksteen, onder zadeldak en aanpalende lessenaardaken, betonnen zoldervenster. In het interieur is de volledige structuur van het oorspronkelijke wagenhuis (18de-eeuws) nog bewaard: gebinten, stijlen, beplanking.

Ten noorden daarvan het (paarden)stalletje uit 1862, in donkerrode baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen, met rechthoekige muuropeningen met getraliede metalen deuren en afdakje, uitgevend op de huisweide.

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/37020/107.1, ARDOOIE: Hoeve 'De Roode Poort', met inbegrip van het boerenhuis met aansluitende paardenstal en bakhuis, de dwarsschuur, de stal, het wagenhuis, het ruime begraasde erf, de voorliggende huisweide met stalletje (VERLOOVE C. 2014).

Auteurs: Verloove, Claartje; Santy, Pieter; Boone, Benjamin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Hoeve De Roode Poort [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/207988 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.