erfgoedobject

Olieslagerij Baert

bouwkundig element
ID
207992
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/207992

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Olieslagerij Baert
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Olieslagerij Baert
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Directeurswoning en bedrijfsgebouwen van de voormalige olieslagerij Baert. Woning uit het interbellum, bedrijfsgebouwen voornamelijk uit de tweede helft van de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Historiek

Volgens kadaster wordt in 1838 langsheen de weg een nieuwe woning gebouwd op een leeg perceel (thans verdwenen). De opdrachtgevers zijn bij kadaster gekend als de weduwe van Pieter Debruyne, bakker uit Ardooie en Ignace Masschelin, olieslager uit Lichtervelde. In de daaropvolgende jaren wisselt het pand enkele malen van eigenaar: tot 1850 is het eigendom van Joannes Baert, omschreven als molenaar uit Ardooie, van 1850 tot 1852 van Franciscus Debrabandere, molenaar uit Kachtem. In 1852 wordt het pand verkocht aan Carolus (of Karel) Mattheus-Baert. Volgens kadaster laat deze (in 1851?) het woonhuis uitbreiden en ten zuiden daarvan een nieuwe molen oprichten. In de jaren 1860 wordt de molen uitgebreid en verbonden met de achterbouw van de woning. In de jaren 1870 wordt Mattheus bij kadaster al vermeld als "rentenier", vermoedelijk wordt de molen reeds verpacht aan olieslager Karel Baert-Mattheus. In 1872 wordt ten westen een cichorei-ast gebouwd, grotendeels gelegen op grondgebied Roeselare maar met toegang op Ardoois grondgebied (later op Roeselaars grondgebied uitgebreid). In 1881 wordt de molen verbouwd voor de plaatsing van een stoommachine. In 1894 wordt de molen ingebouwd en uitgebreid met een bedrijfsgebouw, het kadaster spreekt van: "wind- en stoomkoornoliemolen". Vanaf 1895 is de molensite eigendom van Karel Baert-Mattheus en kinderen. In 1901 en 1910 volgen nog enkele vergrotingen. In 1928 wordt de "Maatschappij Baert-Mattheus" opgericht. In 1924 registreert het kadaster ten oosten langheen de weg de bouw van een nieuwe woning. Het oude huis wordt ontdaan van zijn aanbouwen en verbouwd tot magazijn. Vermoedelijk waren de bedrijfsgebouwen na de Eerste Wereldoorlog beschadigd, want de kadastrale legger vermeldt dat "puinen" worden verbouwd tot een "mekanieke olieslagerij", met noordelijke uitbouw. Na een periode van leegstand zijn de bijgebouwen recent gerenoveerd en omgevormd tot lofts ("The Lower Factory") en handelsruimte, onder meer voor "Interieurburo Vandecandelaere" en kunstgalerij "La Chose". Zuidelijk gelegen fabrieksschouw afgebroken.

Beschrijving

Heraangelegd voortuintje met nieuwe bakstenen muurtjes, pad naar voordeur onder geometrische metalen pergola. Grote halfvrijstaande woning van twee bouwlagen in oranjerode baksteenbouw onder half schilddak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, met opengewerkte beglaasde top. Vernieuwde kroonlijst op houten schoren, steunend op arduinen consoles. Gevels verlevendigd door gebruik van gele baksteen voor horizontale gevelbanden, boogfries, omlopende waterlijst, mozaïekband in zij- en achtergevel, verticale invulling van de lisenen, enzomeer. Rijkelijk gebruik van arduin voor cordonlijsten, plint, sluit- en aanzetstenen, dakvensteromlijsting, bolbekroning, etc. Voorgevel opgedeeld in drie traveeën door verdiepte muurvelden. Begane grond met korfbogige vensteropeningen (onder meer drieledig), segmentbogige deuropening. Verdieping met drieledige getoogde vensteropeningen onder arduinen latei en met dito penanten. Vernieuwd schrijnwerk; bewaarde houten voordeur met beglazing en geometrisch hekwerk, bovenlicht in kleine roedeverdeling, links daarvan een ingewerkte voetschraper. Westelijke zijgevel opgedeeld in vier traveeën met verdiepte muurvelden, met getoogde muuropeningen, blinde muurvakken.

Interieur, onder meer met zwartmarmeren schouwen, mozaïekvloeren.

Bijgebouwen ingrijpend gerenoveerd, behouden kern van roodbakstenen volumes onder gekoppelde zadeldaken in mechanische pannen, lagere aanbouwen onder platte bedaking aan de noordzijde, onder meer met getoogde muuropeningen met gebruik van gele baksteen in de ontlastingsbogen. Zijgevels onder meer gecementeerd, beplankt en opengewerkt. Oostelijk gelegen voormalige machinekamer onder schilddak in mechanische pannen, rondbogige muuropeningen in verdiepte muurvelden afgeboord met baksteenfries, met gebruik van gele baksteen.

Ten westen de cichorei-ast (thans grondgebied Roeselare), roodbakstenen volume onder vernieuwd zadeldak en witgeschilderde zijgevel met nieuwe ingang in voormalige laaddeur.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ardooie, 1839/14, 1852/7, 1873/28, 1882/19, 1895/25, 1902/17, 1910/23, 1929/40, 1982/60.
  • VAN ACKER L., De oudste fabriek van Ardooie, in Jaarboek van de heemkundige kring Ardooie-Koolskamp, jg. 1, 2005, p. 5-18.

Bron: SANTY P. & BOONE B., met medewerking van CALLAERT G. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Ardooie, deelgemeente Koolskamp, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL44, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter; Boone, Benjamin
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Olieslagerij Baert [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/207992 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.