Hoeve met eind 18de- of 19de-eeuws boerenhuis en vlasfabriek Dupon uit het interbellum.
Historiek
Nog geen bebouwing op deze plaats voorkomend op de Ferrariskaart (1770-1778), op het landboek van Ardooie uit 1778 worden twee parallelle volumes weergegeven. De hoeve wordt weergegeven op het primitief kadasterplan (1817) als boerenhuis met stal en westelijk bakhuis. Gedurende de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw eigendom van het Armenbestuur van Ardooie, later: Commissie voor Openbare Onderstand (het latere OCMW). In 1856 wordt het oude bakhuis afgebroken en vervangen door een nieuw, dat iets zuidelijker wordt ingeplant. In 1908 wordt ten zuiden van het boerenhuis een zwingelarij opgericht. In 1921 wordt ten westen naast deze zwingelarij een vrijstaande "verwarmplaats" gebouwd, met ten westen daarvan een nieuw bakhuis en een roterij (vier rootkamers). Rond 1928 wordt het roterijgedeelte uitgebreid, de "verwarmplaats" vergroot of herbouwd als "machinezaal", met oostelijk aangebouwde zwingelarij. Ten westen van het woonhuis wordt een bijgebouw opgericht. In 1930 wordt de hoeve verkocht aan de pachter, landbouwer/vlasser Camiel Dupon-Vanhaverbeke. In 1934 wordt in de kadastrale legger een "vermeerdering van toerusting" vermeld. De vlasfabriek van Camiel Dupon wordt in een inventaris uit 1941 vermeld met een warmwaterroterij met vier rootkamers en vier zwingelmolens. Rond het midden van de 20ste eeuw wordt de vlasfabriek nog uitgebreid met de aanbouw aan noordzijde van de bestaande roterij van drie nieuwe rootkamers en een nieuwe stookruimte met schoorsteen. Aan de oostzijde wordt de zwingelarij uitgebreid. Ten westen en zuiden zijn grote vlasschuren in betonpanelen opgetrokken.
In 1961 wordt ten noorden van de hoeve- en vlassite een nieuw woonhuis opgericht. Heden is het voormalig boerenhuis in gebruik als bergruimte. In 1982 sluit het bedrijf zijn deuren.
Beschrijving
Ten noorden van het erf het voormalig boerenhuis in donkerrode baksteenbouw onder golfplaten zadeldak (nok haaks op straat). Gepekte plint. Centrale oudste gedeelte van vijf traveeën met getoogde muuropeningen, onder meer met bewaard houtwerk (T-ramen met grote roedeverdeling) en luiken, deels gewijzigd door inbreng van betonlateien. Latere oostelijke stalaanbouw van twee traveeën, getoogde deur en luikje. Westelijke aanbouw van twee traveeën in lichtere baksteen en met betonlateien. Achterzijde met later ingebrachte garagepoort, opkamer- en keldervenster. Ten zuiden van het erf de vlasfabriek, bestaande uit westelijke zwingelarij in oranjerode baksteen onder stomp golfplaten zadeldak, rechthoekige muuropeningen onder betonlateien; waarnaast het oudere zwingelarij- en stookgedeelte in donkerrode baksteenbouw met betonnen waterreservoir en vierkante fabrieksschoorsteen. Westelijk roterijgedeelte in rode baksteenbouw met betonskelet en gewapende betonbouw. Oudste zuidelijke vier rootkamers, met noordelijke aanbouw van nieuwere machinekamer met bewaarde stoomketel en conische bakstenen fabrieksschoorsteen, ten westen en ten noorden telkens twee bijgebouwde rootkamers; bewaarde ijzeren schuifdeuren.
Zuidelijke vlasloods uit 1948 in betonsteen, onder stomp golfplaten zadeldak. Grote westelijke vlasloods in betonpanelen.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ardooie, 1862/61, 1909/15, 1921/5, 1931/52, 1945/15.
- Onze vlasvezelbereidingsnijverheid. Jaarboek 1941. Textielcentrale, Kortrijk, Kortrijk, 1941, p. 20.