Site Lange Max ()

Site met bewaarde geschutsbedding van het kanon van de "Leugenboom" of de "Lange Max" in de volksmond. De site van de "Lange Max" is beschermd als dorpsgezicht bij M.B. van 04/12/2003. Het boerenhuis of de voormalige mess der officieren, het bakhuis en de geschutsbedding zijn beschermd als monument. Sinds eind de jaren 1990 ingericht als "Vredesmuseum en Herinneringspark". De site ligt op het gehucht "Leugenboom", circa drie kilometer ten noorden van de dorpskom, in vlak landelijk gebied. Het gebied ten noorden en ten westen van de geschutsbedding is bebost door het "Stokerijbos" (zie Moerdijkbeek-Oost).

Geschiedenis van de site

De hoevesite is als dusdanig reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778), doch met andere constellatie van de hoevebestanddelen. Deze was circa 1830 eigendom van jeneverstoker Jacques Serruys (Moerdijkbeek-Oost nummers 34, 36). In de tweede helft van de 19de eeuw werd de hoeve verkocht aan dokter-dichter Karel de Gheldere. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846) is de hoeve aangeduid, ongeveer met de actuele constellatie.

Koekelare wordt tijdens en na de Eerste Wereldoorlog bekend om de beruchte "Lange Max", het kanon van de "batterij Pommern". Het schiet vanaf 27 juni 1917 47 obussen vanuit Koekelare op Duinkerke (Noord-Frankrijk) af, 44 kilometer verder. De granaten waren 90 seconden onder weg; tussenpozen van 8 minuten. Nadat een soortgelijk kanon op het gehucht "Predikboom" (Klerken, Houthulst) in augustus 1915 door de geallieerden is uitgeschakeld, wordt in het "Stokerijbos" (wijk "Leugenboom") het reuzenkanon verdoken opgesteld. Met een lengte van 17,50 meter is "Lange Max" het grootste kanon tot dan toe uit de krijgsgeschiedenis. Naast het kanon staan twee kolossale schuilplaatsen en opslagplaatsen voor de obussen. Het geheel is via een spoorweg met het station van Eernegem (Ichtegem) verbonden. In Duinkerke worden speciale schuilplaatsen gebouwd. Er worden ook twee rechtstreekse telefoonverbindingen tussen Pervijze (Diksmuide) en Duinkerke aangelegd. De waarnemingen vanuit een observatiepost in Pervijze worden onmiddellijk aan Duinkerke gesignaleerd, waar ontvangstposten via grote stoomfluiten de bevolking alarmeerden.

In 1917-1918 krijgt Duinkerke vanuit de "Leugenboom" 32 beschietingen te verduren: 411 granaten maken er een 300-tal slachtoffers (114 doden, 185 gewonden). Ook Veurne, Koksijde, Alveringem-Fortem, Klein-Leisele (Beveren-aan-den-IJzer, Alveringem) en Sint-Winoksbergen (Noord-Frankrijk) worden beschoten. Tijdens het eindoffensief zaait de kolossale vuurmond nog dood en vernieling. De geallieerden slagen er niet in om het kanon uit te schakelen. Pas op 16 oktober 1918 - de dag van de bevrijding van Bovekerke - zwijgt het voorgoed. ’s Anderendaags valt het in Belgische handen. Een Duitse poging om het kanon te vernietigen voor ze vluchten, mislukt.

Na de oorlog wordt de "Lange Max" een populaire bestemming voor fronttoeristen van alle nationaliteiten. De aantrekkingskracht schuilde in een gedemilitariseerd kanon. De inkomsten van het museum gingen deels naar oorlogsinvaliden. Onder meer koning Albert I, de Japanse kroonprins Hirohito en de Britse politicus Winston Churchill. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, meer bepaald in de lente van 1941, laten de Duitsers het reuzenkanon vernietigen. De site was niet nuttig voor de opbouw van de Atlantikwall en getuigde van een geallieerde overwinning. Het uiteengereten kanon wordt via een speciaal aangelegde spoorbaan naar Duitsland teruggebracht, om tot nieuw oorlogstuig te hersmelten. Na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren 1950, worden ook de reusachtige betonnen versterkingen gerecupereerd om landbouwwegen te verharden. De geschutsbedding wordt met aarde en afbraakmateriaal opgevuld. De gronden werden weides, enkel een berm en een oude wasbak getuigden nog van de site van de "Lange Max". In 1997 wordt de "Werkgroep Lange Max" opgericht, die zou uitmonden in het "stille vennootschap Leugenboom" en de "vzw Lange Max". De vzw koopt de gronden aan en richt het "Vredesmuseum en Herinneringspark" op. Circa 2000 wordt de geschutsbedding uitgegraven en geconsolideerd, in samenwerking met de archeologische vereniging "Spaenhiers" en de provincie West-Vlaanderen.

Beschrijving

Achterin gelegen hoevesite. Losse bestanddelen, L-vormig rondom het erf gegroepeerd.

Ten noorden van het erf, 19de-eeuws boerenhuis (de mess der officieren tijdens de Eerste Wereldoorlog). Laag witgeschilderd bakstenen huis onder zadeldak (rode Vlaamse pannen), gepekte plint. Getoogde muuropeningen onder strek.

Witgeschilderd houtwerk met T-indeling en grote roedeverdeling, groen- en witbeschilderde luiken (hermaakt naar oud model).

Ten westen van het erf, geelbakstenen dwarsschuur onder pannen zadeldak, in zijn huidige vorm vermoedelijk daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Rechthoekige schuurpoort. Tegen de linker zijgevel, serre. De schuur is ingericht als museum over de geschiedenis van de "Lange Max".

Ten noordwesten van het erf (tussen het boerenhuis en de schuur), bakhuis uit de eerste helft van de 19de eeuw. Witgeschilderde baksteenbouw onder zadeldak (rode Vlaamse pannen), gepekte plint. Bewaarde schouw met bakoven. Links, aansluitende stalling uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Geschutsbedding. Vanaf het erf leidt een dreef, omzoomd met beukenhaag naar de geschutsbedding van de "Lange Max", circa 250 meter ten noorden van de hoeve gelegen in een weide. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vormde de dreef, die reeds aangeduid was op de Atlas der Buurtwegen (circa 1846), de verbinding tussen de hoeve en het kanon.

Enkel de restanten van de ronde betonnen geschutsbedding, waarop tot de Tweede Wereldoorlog het kanon van de "Leugenboom" stond, zijn bewaard. Het kanon was 17,50 meter lang en had een totaalgewicht van 75.500 kg. Het was geplaatst op een affuit, die uit twee ontzaglijke zijwanden bestond en in een betonholte van twintig meter doorsnede op een spil draaide. Deze holte was van een bijzondere vorm om het een schootsveld van 157 graden te kunnen geven. Het verste reikpunt bedroeg 75 km. De projectielen, die met een speciaal voertuig tot bij het kanon gebracht werden, hadden een doorsnede van 38 cm, een lengte van 180 tot 210 cm en een gewicht van 750 kg. De bediening was elektrisch, maar er bestond ook een drijfwerk voor handbediening. De kanonniers waren volkomen beveiligd door een aan de affuit verbonden cel, gebouwd in plaatijzer van 50 mm dik. Naast het kanon stonden twee kolossale schuilplaatsen en opslagplaatsen.

  • Archief Ruimte en Erfgoed - Afdeling West-Vlaanderen, Archiefnr. W/01897.
  • Archief Ruimte en Erfgoed - Afdeling West-Vlaanderen, fotoarchief.
  • Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen, 2002-2006).
  • CORNILLY J., Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel III. Arrondissementen Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne, Brugge, 2005, p. 129.
  • DEREEPER T., De kapel en de bedevaart van O.L.Vrouw van Groeninge, in Een heemkundige wandeling doorheen Koekelare. Jaarboek Coclariensia 1995, Koekelare, s.d., p. 18-22.
  • DEREEPER T., Koekelare in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972, prentkaarten 21-22.
  • De Kooklarenoeneroute, Gemeentebestuur Koekelare, 1990, p. 10-11.
  • HEUS J., Eeuwelingen beschermen, in Spaenhiers. Jaarboek, jg. 7, 1999, p. 73-80.
  • SEYS R., Koekelare, gisteren en op de drempel van morgen. Een verzameling foto's, prentkaarten en tekeningen, met beknopte historische en andere toelichtingen, Sint-Niklaas, 1987, p. 77-80 (iconografie).
  • SEYS R., COMMEINE L., Lange Max. Het groot kanon van Leugenboom, Koekelare, 2002.
  • DE GRYS, H., Wedstrijd tusschen de landelijke gemeenten van het arrondissement Veurne-Diksmuide, s.l., 1952 (fotobijlage).

Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. 2010: Site Lange Max [online], https://id.erfgoed.net/teksten/131075 (geraadpleegd op ).


Betonnen geschutsbedding Lange Max (Koekelare - WOI) ()

Locatie

Op circa 250m ten noorden van de gebouwen van Clevenstraat 2 ligt de geschutsbedding van de Lange Max in een weide. In één van de hoevegebouwen werd een museum ingericht. De site ligt op de wijk Leugenboom, op circa 3km ten noorden van de dorpskom van Koekelare, in vlak, landelijk gebied. Ten noorden en ten westen van de geschutsbedding is bos aanwezig.

Historische achtergrond

Op de wijk Leugenboom werd in het Stokerijbos vanaf 1915 gestart met de werkzaamheden voor de bouw van 'Lange Max'. Dit kanon zou het vooral op Duinkerken gemunt hebben (44km verder). Eerder werd een gelijkaardig kanon, namelijk die van de Predikboom (Klerken), door geallieerde tegenacties in augustus 1915 voorgoed het zwijgen opgelegd.

De Lange Max werd het grootste kanon dat tot dan toe in de krijgsgeschiedenis gebruikt werd. Het was 17.50m lang en had een totaalgewicht van 75.500kg. Het was geplaatst op een affuit, die uit 2 ontzaglijke zijwanden bestond en in een betonholte van 20m doorsnede op een spil draaide. Deze holte was van een bijzondere vorm om het een schootsveld van 157° te kunnen geven. Het verste reikpunt bedroeg 75km. De projectielen, die met een speciaal voertuig tot bij het kanon gebracht werden, hadden een doorsnede van 38cm, een lengte van 180cm (tot 210cm) en een gewicht van 750kg. De bediening was elektrisch, maar er bestond ook een drijfwerk voor handbediening. De kanonniers waren volkomen beveiligd door een aan de affuit verbonden cel, gebouwd in plaatijzer van 50mm dik. Naast het kanon stonden 2 kolossale schuilplaatsen en opslagplaatsen. Het geheel werd met een spoorweg naar het station van Eernegem verbonden.

Lange Max trad in werking op 27 juni 1917. Die dag stortten op Duinkerken, met tussenpozen van 8 minuten, 47 obussen neer. De eerste viel op het casino van Malo-les-Bains, waar het hoofdkwartier van het 15de Britse korps gevestigd was, met 11 doden en 13 gewonden tot gevolg.

Men was verplicht om in Duinkerken speciale schuilplaatsen te bouwen. Er werden eveneens 2 rechtstreekse telefoonverbindingen met afzonderlijke loop tussen Pervijze en Duinkerken aangelegd. De granaten waren 90 seconden onder weg: vanuit een observatiepost in Pervijze werd het afvuren waargenomen. Dit werd onmiddellijk aan Duinkerken gesignaleerd, waar ontvangstposten via grootse stoomfluiten de bevolking alarmeerden.

In het totaal kreeg Duinkerken vanuit Leugenboom 32 beschietingen te verduren: 411 granaten maakten er een 300-tal slachtoffers (114 doden, 185 gewonden). Ook Veurne, Koksijde, Alveringem-Fortem, Klein-Leisele en St-Winoksbergen werden vanuit Leugenboom beschoten.

De geallieerden slaagden er niet in om dit kolossaal kanon het zwijgen op te leggen. Pas op 16 oktober 1918 zou het voorgoed zwijgen, nadat het tijdens het Eindoffensief nog dood en vernieling gezaaid had. 's Anderendaags viel het kanon in Belgische handen. Een Duitse poging om het kanon te vernietigen vooraleer ze op de vlucht sloegen, mislukte.

Na de Eerste Wereldoorlog was Lange Max een populaire bestemming voor fronttoeristen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, meer bepaald in de lente van 1941, lieten de Duitsers het reuzenkanon vernietigen. Het uiteengereten kanon werd via een speciaal aangelegde spoorbaan naar Duitsland teruggebracht, waar het tot nieuw oorlogstuig hersmolten zou worden. Na de Tweede Wereldoorlog werden ook de reusachtige betonnen versterkingen gerecupereerd om landbouwwegen te verharden. In 1997 werd een 'Werkgroep Lange Max' opgericht, die zou uitmonden in het stille vennootschap Leugenboom en de vzw Lange Max. De aankoop van de gronden en de inrichting van een museum ('Vredesmuseum en Herinneringspark') is reeds gerealiseerd, evenals het uitgraven van de geschutsbedding. Deze geschutsbedding werd bij ministerieel besluit van 4 december 2003 beschermd. Momenteel wordt de site verder uitgebouwd.

Beschrijving

Restanten van een betonnen ronde geschutsbedding, waarop ooit het kanon van de Leugenboom stond, in de volksmond 'Lange Max' genaamd.

  • SEYS R. & COMMEINE L. 2000: Lange Max. Het groot kanon van Leugenboom, Uitgeverij Devriendt, Koekelare.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Site Lange Max [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196138 (geraadpleegd op ).