Landelijke woning uit het midden van de 19de eeuw, op oudere site.
Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt één volume weergegeven langsheen de straat, met omliggende boomgaard. Op het landboek van 1778 wordt al een klein bijgebouw weergegeven, met zuidelijke boomgaard die tot de voormalige Boterstraat reikt. Op het primitief kadasterplan (1817) weergegeven als kleine hoeve met bijgebouwen. Rond 1835 is de woning eigendom van Francis Deschrijvere, wever te Ardooie. In 1856 registreert het kadaster een volledige heropbouw van de woning door Joannes Deschrijvere, metselaar uit Ardooie, de schuur wordt vergroot en aan de zuidoostzijde wordt een smidse aangebouwd, terug afgebroken in 1905. In de loop van de 20ste eeuw is ook het schuurtje afgebroken. De hoeve was vroeger met een dreef bereikbaar via de Boterstraat, thans gedegradeerd tot landwegel.
Eenlagig woonhuis in donkerrode baksteenbouw onder zadeldak in rode en zwarte Vlaamse pannen (nok parallel met straat), gepekte plint. Licht getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk, betegelde onderdorpels. Straatgevel (noord) witgekalkt, twee opkamers onder gelijke nok, gedichte keldervensters. Groengeschilderde houten gevelkapel onder zadeldakje met kruis, segmentbogige beglaasde beeldnis met beeld Onze-Lieve-Vrouw met Kind. Erfgevel van zeven traveeën, met groengeschilderde houten luiken. Oostelijke stalaanbouw onder lagere nok en smaller grondplan, met overkraging aan erfzijde. Gecementeerde westelijke zijgevel met afgeronde hoek.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ardooie, 1862/68, 1905/58.