De nrs. 184 tot 192 zijn als een eclectisch ensemble, met afwisselend art-nouveau-, neorococo- en neo-Lodewijk XVI-inslag gebouwd naar een ontwerp van architect Frans Mijlemans van 1908 voor de heer Kennis. De afwerking van de gevels met een natuurstenen parement en de fantasierijke, heterogene gevelopdeling, zorgt voor een levendige gevelrij, die perfect aansluit bij de huizenrij uit 1905 op nrs. 178-182.

Het appartementsgebouw op nrs. 188-192 bestaat uit vijf traveeën en vijf bouwlagen onder plat dak. De centrale deur geeft toegang tot het trappenhuis naar de appartementen op de tweede tot vierde verdieping; de deuren in de uiterste traveeën geven toegang tot de twee naast elkaar gelegen woningen van twee bouwlagen. Bijzonder fraaie lijstgevel, die opvalt door de gevelbrede balkons met baluster- of ijzeren leuning, door het verzorgde schrijnwerk met roedeverdeling in de afwisselend rechthoekige of getoogde vensteropeningen, met glas-in-loodbovenlichten in de centrale travee, en door het sgrafittopaneel met boten boven de centrale deur.

Nr. 186 is een herenhuis van vier traveeën en drie en een halve bouwlagen onder plat dak. De natuurstenen lijstgevel is in neorococostijl vormgegeven, waarbij de mezzanino met golvende gevelbekroning, oeils-de-boeuf en rijke rocaillereliëfs het meest in het oog springt. Op elke verdieping krijgen de muuropeningen een andere vorm en omlijsting, op de eerste verdieping is een erker aangebracht op een brede, exuberant versierde sokkel en met een ijzeren balkon. Bewaard schrijnwerk: ramen met roedeverdeling in de bovenlichten, houten dubbele deur met aparte vormgeving die de gedeukte deuropening volgt.

Nr. 184 is een burgerhuis van drie traveeën en drie bouwlagen op hoog souterrain, onder leien mansardedak met centraal dakvenster. De ramen op de eerste verdieping zijn gevat in een grote halve cirkel, een art-nouveaugetint element dat het uitzicht van de gevel bepaalt. Het centrale balkon rust op slanke, doorgetrokken consoles eindigend op hoofdornamentjes. De indeling van de andere bouwlagen, met getoogde muuropeningen en balustrades, is van neoclassicistische inspiratie, net zoals de gevelbekroning met houten kroonlijst op klossen en rechte muizentandlijst. Op de geveltekening uit 1908 werd de bovenverdieping veel fantasierijker getekend, met een parasolvormige luifel en doorlopend vensterregister. Dit werd wellicht nooit uitgevoerd, net als de schetsmatige weergave van sgrafittoversieringen in de verdiepte muurvelden op de eerste en op de bovenverdieping. Verzorgd authentiek schrijnwerk met roedeverdeling, kleine harpvormige ornamenten boven de vensters in art-nouveaustijl.