Voormalige molenaarshoeve van de Plaatsmolen of molen Van Compernolle, met bebouwing minstens opklimmend tot de 18de eeuw, op site die reeds in de 16de eeuw als molensite wordt weergegeven. Thans leegstaand.

Historiek

De molensite klimt minstens op tot 1571, wanneer de windmolen wordt aangeduid op de kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (kopie Claeissens 1601). De ommeloper van Ardooie uit 1688 vermeldt de "Platse Meulen". De site wordt aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778) als twee gebouwen in elkaars verlengde, met houten staakmolen ten noorden. Weergegeven op het primitief kadasterplan (1817), met kleinere bijgebouwen ten noorden en ten oosten. Ten noorden aan straatzijde stond de molen, bij kadaster beschreven als "wind olie- en korenmolen". Rond 1830 eigendom van August de Jonghe d'Ardoye. Vanaf 1867 wordt de molen enkel nog als graanmolen gebruikt, in de 19de eeuw wordt de molen vermeld als houten driezolder-staakmolen op teerlingen. In 1879 wordt het noordelijke bijgebouw afgebroken. In 1918 wordt de molen gedynamiteerd, het kadaster registreert in 1919 dat de molen in ruïne ligt. In 1922 wordt het goed verkocht aan de weduwe en kinderen van Jules Vancompernolle-Devisschere, gekend ten kadaster als molenaar te Ardooie. Vermoedelijk wordt in die periode het woonhuis verhoogd en vergroot aan achterzijde (niet geregistreerd bij kadaster, zie vlechtingen zijgevel). In 1931 worden de puinen van de voormalige molen geruimd. Vermoedelijk bij aanleg van de Oostlaan in de jaren 1960 wordt het oostelijke bijgebouw afgebroken.

Beschrijving

Woonhuis met schuur- en staldeel in één langwerpig volume, in witgeschilderde baksteenbouw met grijsgeschilderde plint. Eenlaags woonhuis van vier traveeën onder zadeldak, vooraan in mechanische pannen, achteraan in Vlaamse pannen. Houten kroonlijst, dubbel baksteenfries. Gecementeerde plint met schijnvoeg. Getoogde muuropeningen met T-ramen. Zijgevel met sporen van nokverhoging en vlechtingen, gedichte korfboogdeur, getoogde zolderraampjes met horizontale tralies. Achteraan een opkamer en getralied keldervenster, nieuwere aanbouw. Noordelijk schuur- en stalgedeelte onder zadeldak met lagere nok. Ouder gedeelte in Vlaamse pannen, met deur en luik onder houten lateien, raampje met kozijnconstructie. Recenter gedeelte met mechanische pannen, poort en raam met ijzeren roedeverdeling. Noordelijke loodsaanbouw. Ten oosten en noordoosten het restant van een boomgaard.