De nummers 30-32 vormen een samenstel van twee spiegelende burgerhuizen, opgetrokken circa 1897 voor rekening van E.M. Raedemaekers. De twee gevels bewaren minder authentieke elementen dan andere woningen in de straat, zie vervlakking van de ornamentiek, wijziging schrijnwerk, verwijdering gietijzeren balkons, weghalen van dakvenster en opvallende deurbekroning bij nummer 32. Ze zijn echter essentieel in dit deel van de straat, omwille van de continuering van de eind-19de-eeuwse gevelrij.
De woningen zijn gelegen in de oostelijke helft van de straat, waar ze de basisbebouwing uitmaken. Het gaat om enkelhuizen die met hun drie traveeën en drie bouwlagen en verzorgde, maar vrij standaard uitgewerkte lijstgevels, goede voorbeelden zijn van de basisarchitectuur die het Zuid typeert. De gepleisterde en geschilderde lijstgevels worden gekenmerkt door een geprofileerde houten kroonlijst op klossen of modillons, al dan niet met tandlijst en een hardstenen plint met keldergaten. Ritmering door kordons en doorlopende vensterdorpels, imitatievoegen op gelijkvloerse verdieping. Rechthoekige muuropeningen met schuiframen op gelijkvloerse en T-ramen op bovenverdiepingen, vleugeldeur met bovenlicht en hardstenen tredes, voetenschraper. Het centrale venster is vaak versierd met balkon of frontonbekroning. Vaak werden dergelijke woningen en samenstellen van twee of meer identieke woningen gebouwd.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1897 # 1199.