Historische hoeve op zijn minst opklimmend tot het midden van de 16de eeuw maar met verbouwd woonhuis en 19de- en 20ste-eeuwse bijgebouwen.
Historiek
Een eerst gekende eigenaar is Jacob de Ketelaere die wordt vermeld in het landboek van 1566, later Zegher Bisschop (1602) en Jan Bisschop (1629). Belangrijke hofstede waarvan verschillende pachters een voorname rol hebben gespeeld in de dorpspolitiek. Zo is Wouter Van Elslande burgemeester in de periode 1641-1646. In het landboek van 1666 worden Niclays Rommel, griffier van het Brugse Vrije en zijn schoonbroer Christiaan van Caloen, burgemeester van de Brugse Vrije, als eigenaars vermeld. In 1749 verkopen de erfgenamen van Nicolays Rommel jr. de "welbehuysde en betimmerde hofstede met scheuren en stallen, boomen en plantsoenen" aan de Koolskampse baljuw Rochus Roelens. Een akte uit 1794 beschrijft het goed als "hofstede met woonhuys, twee scheuren, coystal en peerdestal, duyfhuys ende ovenbeur" en komt het goed eigendom van de Tieltse familie Mulle de Terscheuren.
De Ferrariskaart (1770-1778) toont een U-vormige plattegrond, met een landgebouw aan noordzijde en twee andere aan de zuidzijde, deze volumes staan haaks op het achterliggende woonhuis en de straat. Het primitief kadasterplan (circa 1830) toont eenzelfde plattegrond met nog een klein bijgebouw ten zuiden van het woonhuis. In 1892 registreert het kadaster de dwarse aanbouw van het woonhuis enkele jaren voordien, aan zuidzijde wordt het oude volume afgebroken en bouwt men twee nieuwe volumes, de twee volumes aan de noordzijde worden vergroot en met elkaar verbonden. In 1943 gebeurt een 'herziening' waarbij een stalvolume aan zuidzijde wordt opgetekend en het voorliggende volume verdwijnt, het kleine gebouwtje naast het woonhuis wordt vergroot. Aan noordzijde wordt het grote landgebouw uitgebreid en een kleiner volume bijgebouwd.
Beschrijving
Toegankelijk via twee overhoekse bakstenen hekpijlers met natuurstenen dekstenen en recent hekwerk. Gebouwen in U-vormige constellatie rondom vertuind erf. Vernieuwd boerenhuis van zeven traveeën en een bouwlaag onder zadeldak met mechanische pannen (nok parallel met de straat), deurtravee waarboven bakstenen dakvenster, erfgevel met vernieuwd parement met behouden vensterritmering. getoogde muuropeningen, beluikte vensters met vernieuwde T-ramen. Landgebouwen in rode baksteenbouw onder zadeldaken. 19de-eeuws schuurvolume en kleiner landgebouw aan noordzijde met Vlaamse pannen, respectievelijk met de nok loodrecht en parallel op de straat, muuropeningen onder witgeschilderde rechte baksteenstrek, twee poorten, zijgevel met jaarsteen in de nok (onleesbaar van op straat) waaronder laadluik, aan noordzijde aanbouw onder sleepdak. Hoog stalvolume uit de eerste helft van de 20ste eeuw aan zuidzijde waarachter kleiner volume respectievelijk met de nok loodrecht en parallel op de straat. Klein volume met houten laadvenster muuropeningen beiden met mechanische pannen en muuropeningen onder witgeschilderde betonlateien.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Koolskamp, 1886/70, 1892/28, 1943/1/12.
- [VERVENNE A.], Oude hoeven en hun bewoners te Koolskamp, Ardooie, 1997, p. 32-36.