Hoeve van het langgeveltype, deels herbouwd in het begin van de 20ste eeuw met behoud van de 19de-eeuwse schuur aan de straatkant. De hoeve is genoemd naar een landerij te Beveren-Leie, volgens De Flou voor het eerst vermeld in 1570. De landerij is een inzinking in het kouterland.

Historiek

16de eeuw. Vermoedelijk is de hoeve ontstaan circa 1500. Eerste vermelding in 1531 als "den cleenen zondt", eigendom van Jan van der Eecke. Circa 1570 is Bouden van de Putte eigenaar van de hoeve en circa 1590 Carel de Coninck.

17de eeuw. Tot 1624 in het bezit van Jan van Moen; bij zijn dood in 1624 wordt de hoeve omschreven als een "… behuijsde hofstede met huijs ende schuere, beeden bijeen ghemaeckt ende behoorlick ghedact, beter dan pachtgave, met noch een poestkijn ofte stalleken wezende coeijstal ende zwijnscot ende eenen ovene…". De hoeve blijft tot 1730 in het bezit van de familie van Meenen. Eerste weergave van de hoeve op de figuratieve kaart van de parochies Desselgem en Beveren, opgemaakt in 1675 door Gudwalus van der Mariën.

18de eeuw. In 1730 verkoopt Andries van Meenen de hoeve aan de Gentenaar Frans-Robert Moerman d'Oudewalle. Weergave op de figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, van een dwars op de straat gelegen langgevelhoeve. In 1768 is de hoeve in het bezit van Anselmus Morel.

19de eeuw. Circa 1834 eigendom van tapper Francis Vandenhende en bewoond door Francis Vandeputte. Weergave op het primitief kadasterplan (circa 1834) van een dwars op de weg gelegen hoeve van het langgeveltype met een dieper gelegen bakhuis in de boomgaard. Volgens het kadaster wordt de schuur aan de straatkant vóór 1869 opgetrokken in opdracht van landbouwer Jan Baptiste De Brabandere. Voor het grootste deel van de 19de eeuw bewoond door de familie Frenne en vanaf het einde van de 19de eeuw bewoond door de familie Callewaert.

20ste eeuw. In 1909 bevindt de hoeve zich in slechte staat. De toenmalige eigenaars, de familie De Brabandere uit Bavikhove (Harelbeke), besluiten een gedeelte van de langgevelhoeve te herbouwen; vermoedelijk worden enkel het woon- en stalgedeelte herbouwd en blijft de schuur ongewijzigd. Volgens het kadaster wordt de hoeve in 1909 echter volledig gereconstrueerd. De werken worden uitgevoerd door metselaars Remi Vandenhende en Leo Vercruysse. Bij de afbraak van de stal valt de achtermuur van de woning in. Het strodak wordt vervangen door een pannen bedaking.

In 1960 wordt het bakhuis, waar tot 1950 brood werd gebakken, afgebroken. In 1979, restauratie van de hoeve.

Beschrijving

Gerenoveerde hoeve van het langgeveltype, bestaande uit het voormalige boerenhuis aan de westzijde en de voormalige schuur aan de straatkant. Verankerde baksteenbouw onder vernieuwde en overkragende zadeldaken bedekt met rode, Vlaamse pannen. Vernieuwd houtwerk.