is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Robijn
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve De Robijn
Deze vaststelling was geldig van tot
Hoeve "De Robijn", gelegen op de hoek met de Roestraat. Site vermoedelijk opklimmend tot de 13de eeuw, doch vandaag met 18de- en/of 19de-eeuws gebouwenbestand. De hoevenaam verwijst naar de 18de-eeuwse plaatsnaam van de weide ten oosten van de hoeve en is toegekend in 1974 door de Heemkundige Kring.
13de eeuw. De cijnshofstede gaat waarschijnlijk terug op de 13de-eeuwse laat Volcaert Desmet (eerste vermelding in 1261). De hoeve bevindt zich op rentegrond van de Sint-Pietersheerlijkheid.
15de eeuw. Omstreeks 1480 is de hoeve in handen van Roeger van den Venne.
16de eeuw. In 1570 verpacht Franchoijs van der Hellen de hoeve aan Pieter Missant. Kort daarna wordt de hoeve eigendom van Simoen Lambrecht, die circa 1572 schepen is van Beveren. Op het einde van de 16de eeuw komt de hoeve in handen van Simoen van de Bulcke, in 1608 vermeld als schepen van de Beverse dorpsheerlijkheid.
17de eeuw. In de tweede helft van de 17de eeuw verkoopt Jacobus van de Bulcke de hoeve aan kanunnik Frans de Villaseca. De hoeve wordt vanaf dan gepacht door de familie Coussement. Eerste weergave op de figuratieve kaart van de parochies Desselgem en Beveren, opgemaakt in 1675 door Gudwalus van der Mariën.
18de eeuw. In 1717 verkopen de erfgenamen van de Villaseca de hoeve aan de Harelbeekse brouwer Olivier de Lombaerde.
Vermoedelijk zijn de vakwerkgebouwen tot het midden van de 18de eeuw wat meer noordelijk gelegen, aangezien er ten noorden van het huidige boerenhuis funderingsresten en 17de- en 18de-eeuws aardewerk is teruggevonden. Kort vóór 1760 worden de vakwerkgebouwen herbouwd in steen. In 1762 wordt "De Robijn" omschreven als een "maison marmable (sic), grange, étables, et autres édifices…". Op de figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, bestaat de hoeve uit een boerenhuis, een dwarsschuur en een kleiner landgebouw op de hoek met de huidige Roestraat. In 1765 is de hoeve eigendom van Maximilaen-Joseph Seghers, die de hoeve in 1767 verkoopt aan Joannes de Lannoy, raadspensionaris en griffier van de Kasselrij Kortrijk. Volgens het landboek van Beveren bij Harelbeke, opgemaakt door J.B. Bouin in 1768, verpacht Joannes de Lannoy de hoeve aan Joseph Coussement.
19de eeuw. In 1825 verlaat de familie Coussement de hoeve en komt Ivo Terrijn er wonen. Circa 1834 is de hoeve eigendom van het Armbestuur te Kortrijk (pachter Ivo Terryn). Op het primitief kadasterplan (circa 1834) is het gebouwenbestand gewijzigd in vergelijking met de situatie in 1764-1768. Het primitief kadasterplan geeft nog steeds het boerenhuis met een aangebouwde koestal weer, maar op de plaats van de 18de-eeuwse dwarsschuur wordt nu een stal weergegeven en aan de kant van de huidige Roestraat een schuur; ten noorden van het boerenhuis bevindt zich nog een klein landgebouw. In 1847 wordt de hoeve "De Robijn" bewoond door de familie Eeckhout.
In 1865 worden het boerenhuis en de aanpalende koestal grondig verbouwd, zie ruitvormige arduinen steen met jaartal "1865" in de westelijke topgevel. Het kadaster vermeldt een vergroting van het boerenhuis in opdracht van het Bureel van Weldadigheid uit Kortrijk, waardoor onder meer de aanpalende koestal verbonden wordt met het landgebouw aan de noordoostzijde van het erf (registratie in 1867).
Op de Beverse Atlas der Waterwegen van 1883 is te zien dat het erf van de hoeve enkel bereikbaar is via een gemetste duiker over de Vennebeek (ondertussen is deze beek ingebuisd en onzichtbaar).
20ste eeuw. Het kadaster registreert in 1903 de omvorming van het kleine landgebouw in een bakhuis in opdracht van het Kortrijkse Bureel van Weldadigheid. In 1977 kan Robert Van Tieghem de hoeve aankopen van het Kortrijkse O.C.M.W en laat hij een nieuwe woning bouwen vlakbij de hoeve.
Hoeve met losse bestanddelen, aan de straatkant afgesloten door een beukenhaag. Erftoegang met smeedijzeren toegangshek tussen vierkante, bakstenen pijlers, geflankeerd door twee lindebomen. Verharde erfoprit. Smeedijzeren voetgangershek aan de achterzijde van de woning.
Boerenhuis met aangebouwde koestal aan de noordwestzijde van het erf, vermoedelijk daterend van kort vóór 1760 en grondig verbouwd in 1865. Naar verluidt vroeger deels gebruikt als paardenstal. Verankerde baksteenbouw onder een vernieuwd, pannen zadeldak. Witgeschilderde erf- en achtergevel op gepekte plint. Straatpuntgevel met ruitvormige steen met opschrift "1865". Voutekelder. Voormalig stalgedeelte thans onder meer in gebruik als garage, zie rondboogpoort.
Vermoedelijk eind 18de- of begin 19de-eeuws landgebouw aan de noordoostzijde van het erf met voorheen paardenstal en wagenhuis. Witgeschilderde, verankerde baksteenbouw op een gepekte plint en onder een pannen zadeldak. Dakconstructie in olmenhout.
Eind 18de- of begin 19de-eeuwse dwarsschuur aan de zuidoostzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder een overkragend, pannen zadeldak. Ingebouwde aardappelkelder.
Eind 18de- of begin 19de-eeuws landgebouw ten noorden van de hoeve, in 1903 omgevormd tot bakhuis en thans in gebruik als kippenhok en kalverstal.
Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Twee welkomstlindes
Is gerelateerd aan
Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen
Is deel van
Sint-Jansstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve De Robijn [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208444 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.