19de-eeuwse hoeve met losse bestanddelen (site minstens opklimmend tot de 16de eeuw). De hoeve is door de Heemkundige Kring in 1978 genoemd naar de Poperput, een lage meers op de hoek van de Kleine Heerweg en de Sint-Jansstraat (laaggelegen en door de Vennebeek bespoelde weiden).

Historiek

16de eeuw. Cijnshoeve ressorterende onder de heerlijkheid Poeke. Oudste vermelding in het renteboek van Poeke van 1545 als "… 2 c groot ligghende zuut vander vierschaere ten poperputte in Beveren". De schepenbank of vierschaar van de heerlijkheid Poeke is opgesteld tussen de hoeve en de Poperput (zuidoostelijke hoek van de Poperput). In 1545 is Rogier de Lesniere eigenaar van de hoeve. Tijdens het laatste kwart van de 16de eeuw, met de opstand van de Nederlanden tegen Spanje, wordt de hoeve verwoest.

17de eeuw. Het perceel wordt in het begin van de 17de eeuw door Jan van Essche uit Kortrijk verkocht aan Pieter de Vos uit Deerlijk en blijft tot het laatste kwart van de 17de eeuw eigendom van de familie de Vos. In het laatste kwart van de 17de eeuw verkoopt Anthone van den Bulcke het perceel aan Andries Coussement. Op het einde van de 17de eeuw koopt Adriaen Legiers het perceel uit de nalatenschap van Christiaen van de Putte.

18de eeuw. Reeds in 1702 is het perceel opnieuw bebouwd; de hoeve is op dat moment eigendom van Andriaen Legiers. In 1739 verkoopt Michiel Legiers de hoeve aan Jacobus Courtens, baljuw en ontvanger van de heerlijkheid Poeke en ontvanger van het Beverse dorpsbestuur.

Het landboek van Beveren bij Harelbeke, opgemaakt door J.B. Bouin in 1768, geeft een hoeve van het langgeveltype weer (boerenhuis, schuur en stal onder één dak). In 1768 verpacht Jacobus Courtens de hoeve aan Pieter Algoet en in 1786 wordt Jan Baptist Loquet landbouwer op de hoeve (eigenaar Pieter Courtens); de familie Loquet pacht de hoeve tot in het jaar 1883.

19de eeuw. Circa 1834 is de hoeve eigendom van Louis Courtens uit Harelbeke (pachter P. Laquet). Volgens het kadaster laat Louis Courtens in 1841 de hoeve volledig reconstrueren (registratie in 1882); het boerenhuis wordt herbouwd en er wordt een landgebouw opgetrokken aan westzijde van het erf. De herbouwing van de hoeve staat echter nog niet afgebeeld op de Atlas der Buurtwegen (1844). In 1884 registreert het kadaster de bouw van de stalling tegen de westelijke zijgevel van het boerenhuis, opnieuw in opdracht van Louis Courtens.

In 1883 komt Angelus Christiaens uit Anzegem op de hoeve wonen en in 1898 Henri Vandeghinste. In 1893 is de weduwe van Arthur Haeck uit Harelbeke eigenares; zij laat volgens het kadaster in 1889 het landgebouw aan de straatkant optrekken (registratie in 1903).

20ste eeuw. De hoeve wordt tot in de jaren 1930 bewoond door de familie Vandeghinste. In de jaren 1930 komt Theofiel Callens er wonen (burgemeester vanaf 1939). Vermoedelijk is het landgebouw aan de straatkant vrij recent verdwenen.

Beschrijving

Erftoegang met ijzeren toegangshek tussen twee witgeschilderde, vierkante, bakstenen pijlers. Verharde erfoprit en dito erf. Gerenoveerd boerenhuis met aanpalende stalling aan de noordzijde van het erf. Witgeschilderde, verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldaken. Woongedeelte van vijf traveeën; achtergevel voorzien van rechthoekige openingen. Deels begroeid landgebouw aan de westzijde van het erf. Witgeschilderde, verankerde baksteenbouw onder een pannen zadeldak met een geknikt dakvlak aan de erfzijde. Opengewerkte erfgevel. Lagere aanbouw onder lessenaarsdak tegen de achtergevel.