Dieper gelegen, 18de-eeuwse hoeve met losse bestanddelen, genaamd het "Benoits Hof" naar de familie die er sinds het begin van de 20ste eeuw heeft gewoond.

Historiek

18de eeuw. De hoeve wordt voor het eerst weergegeven op het landboek van Beveren bij Harelbeke, opgemaakt door J.B. Bouin in 1768, en bestaat er uit het boerenhuis en een thans verdwenen landgebouwtje aan de westzijde van het erf. Volgens het landboek van 1768 eigendom van Joannes Courtens (pachter Joannes Parmentier). De hoeve staat op grond die tot aan de Franse revolutie als Terra organorum of Orgelland rente moet afdragen het Sint-Salvatorkapittel van Harelbeke.

19de eeuw. Circa 1800 verpacht Joseph Deconinck uit Harelbeke de hoeve aan Pieter Dedeurwaerder. Kort vóór 1820 komt Ignaas Sabbe zich vestigen op de hoeve. Circa 1834 eigendom van Augustin Gheysens uit Harelbeke (pachter Ignace Sabbe). Op het primitief kadasterplan (circa 1834) wordt voor het eerst de schuur aan de oostzijde van het erf weergegeven. Zelfde situatie op de Atlas der Buurtwegen (1844).

Na het overlijden van Ignaas Sabbe in 1850 baat zijn weduwe Coleta Vandewiele de hoeve verder uit tot 1873. Hun dochter Coleta blijft tot 1890 op de hoeve wonen. Vanaf 1890 wordt de hoeve uitgebaat door Pieter Vermote. Vanaf 1892 bewoond door vlaskoopman Ivo Goessaert (tot 1903).

20ste eeuw. Vanaf 1903 bewoond door landbouwer Carolus Benoit. Volgens het kadaster laat Emiel Goethals uit Heule in 1903 het landgebouwtje omvormen in een bakhuis (thans afgebroken).

21ste eeuw. De hoeve blijft tot in de 21ste eeuw (zeker tot 2006) bewoond door de familie Benoit.

Beschrijving

Hoeve gelegen op het einde van een lange, geasfalteerde erfoprit. Boerenhuis aan de noordwestzijde van het erf. Eénlaagse woning van zeven traveeën, tegen de linkerzijgevel uitgebreid met twee bijkomende traveeën. Wit beschilderde en verankerde baksteenbouw onder een pannen zadeldak (uitbreiding onder platte bedaking). Rechthoekige openingen (beluikte vensters) met vermoedelijk bewaard houtwerk.

Schuur aan de noordoostzijde van het erf. Wit beschilderde en verankerde baksteenbouw onder een pannen zadeldak. Boven de dakrand opgetrokken poort onder sleepdak; rechts daarvan tweede rechthoekige poort. Latere uitbreiding onder lessenaarsdak tegen de achtergevel.