Eind 19de-eeuwse herberg "Au Troitteur Belge", voorheen " 't Konijntje". Volgens het kadaster wordt de herberg opgetrokken in 1892 in opdracht van de Burgerlijke Godshuizen uit Harelbeke, die het gebouw in erfpacht geven aan de Harelbeekse brouwer Theofiel Boucquey. Volgens de literatuur wordt de nieuwe herberg bewoond door de familie Ameye, handelaars in konijnen, kippen en huiden, zie oorspronkelijke herbergnaam. Vóór 1909 wordt het magazijn links van de herberg gebouwd en in 1911 zijn de herberg en het magazijn in erfpacht gegeven aan herbergier Jules Ameye. Het magazijn wordt in 1912 uitgebreid tot een "stoomhuidenvetterij". In 1928 wordt reeds de herbergnaam "Au Troitteur Belge" gebruikt. In 1943 verkoopt de weduwe van Jules Ameye de herberg aan herbergier Boudewijn Vanhoutte.
Verankerde baksteenbouw onder een doorlopend, pannen zadeldak. Herberg van vijf traveeën met gecementeerde straatgevel, imitatievoegen en gebruik van imitatiebreuksteen voor de hoekkettingen, het bovenste gedeelte van de gecementeerde plint en de sluit- en/of aanzetstenen. Getoogde openingen met bewaard houtwerk. Bovenvensters op doorgetrokken onderdorpels en lekdrempelversiering.
Aanpalend magazijn met dito straatgevel met imitatievoegen. Rechthoekige poort onder metalen balk met I-profiel, daarboven getoogde laaddeur.
DELANGE B., DUCATTEEUW E., De herbergen in Desselgem door de eeuwen heen (3), in De Gaverstreke, 2007, p. 196-199.
Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)