is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Ter Keijsere
Deze vaststelling was geldig van tot
Goed "Ter Keijsere". Dieper gelegen, 18de-eeuwse hoeve met losse bestanddelen, gelegen bij de grens met Waregem. De hoevenaam verwijst naar de 16de-eeuwse eigenaars.
12de eeuw. De hofstede is ontstaan circa 1000-1150 bij de ontginning van het Methelawoud, een groot eikenbos dat bijna het volledige grondgebied van Desselgem innam.
14de eeuw. In 1383 heet de hofstede "Te Medele" (deze benaming wordt later ook toegekend aan een hofstede aan de Meelstraat). De eerst gekende eigenaar en bewoner van de hofstede is Pieter Ackerman. De hofstede omvat "1 goed weunhuus 1 scuere 3 quade stallen 1 poortkin ende 1 ovencot", en is vermoedelijk opgetrokken in vakwerkbouw.
15de eeuw. In 1438-1444 is Franchoijs Ackerman eigenaar van het goed. In 1438 spreekt men van "Ackermans Goed".
16de eeuw. In 1501-1517 is de hofstede in het bezit van Pieter Goethals. Hoewel men in 1518 nog spreekt over "Stede t'Ackermans", blijft de hofstede in het bezit van de familie Goethals tot het einde van de 16de eeuw. Na het overlijden van Anna Goethals erven haar kinderen Matheus, Franchoijs en Cathelijne de Keijsere de hofstede (zie huidige hoevebenaming).
17de eeuw. De hoeve wordt voor het eerst weergegeven op de figuratieve kaart van de rentegronden onder Sint-Pieters heerlijkheid, opgemaakt door pastoor Gudwaldus van der Mariën in 1675.
18de eeuw. Rochus de Saedeleere is in de jaren 1720-1730 eigenaar van het goed. In 1738-1739 verkoopt hij de hoeve aan Jacobus Courtens uit Harelbeke († 1773), baljuw en ontvanger van verscheidene heerlijkheden. Vermoedelijk zijn de hoevegebouwen uit vakwerk kort vóór 1760 gesloopt om plaats te maken voor stenen gebouwen want de pandstelling van 1760 vermeldt nieuw opgetrokken gebouwen. De figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, geeft een omwalde hoeve weer met toegangspoort aan de zuidzijde. Aan de noordzijde van het erf bevindt zich het boerenhuis met geïncorporeerde stal, aan de westzijde de schuur, aan de zuidoostzijde het bakhuis en midden op het erf mogelijk een open wagenhuis of een overdekte mesthoop. Het zuidelijke gedeelte van de omwalling loopt in westelijke richting door. In 1773 erft Joannes Courtens de hofstede.
19de eeuw. Op het primitief kadasterplan (circa 1834) is de erftoegang verplaatst naar de noordzijde en wordt het bakhuis tegen de noordoostelijke rand van de gracht weergegeven. Circa 1834 eigendom van Joseph Chomé uit Kortrijk en bewoond door Petrus Tange. Volgens het kadaster wordt het wagenhuis centraal op het erf in 1846 herbouwd en vergroot. In 1849 is de hoeve nog steeds eigendom van de Joseph Chomé uit Kortrijk, hypotheekbewaarder en getrouwd met een dochter Courtens. In 1879 wordt, in opdracht van Edouardus De Gottal, raadsheer bij het hof van beroep te Gent, het wagenhuis centraal op het erf afgebroken en wordt aan de zuidzijde van het erf een nieuw landgebouw opgetrokken.
20ste eeuw. De literatuur vermeldt dat in 1926 een cichoreiast wordt opgetrokken op het erf, door de toenmalige bewoner Valère Verhelst. De omwalling wordt in de loop van de 20ste eeuw geleidelijk aan opgevuld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er Duitse soldaten ingekwartierd op de hofstede. In 1965 brandt de cichoreiast af en in 1966 wordt nieuwe cichoreiast gebouwd op het erf, die tot 1978 werkzaam blijft. In 1970 wordt de schuur aan de westzijde van het erf uitgebreid met meststallen en een batterij voor varkenskweek. Het boerenhuis wordt in 1975-1976 gerenoveerd. In 1978 wordt het bakhuis afgebroken en in 1979 worden twee grote loodsen opgetrokken aan de oostzijde van de hoevegebouwen voor het kweken van witloof in hydro-cultuur.
Dieper gelegen hoeve, met grote poel tussen de straat en de hoeve. Hoevegebouwen gelegen rondom een centraal erf.
Vrij grondig gerenoveerd boerenhuis aan de noordzijde van het erf. Verankerde baksteenbouw onder een pannen zadeldak met bewaarde klokkenstoel op de nok. Rechthoekige, beluikte vensters. Uitbreiding (achterkeuken?) tegen de achtergevel onder pannen lessenaarsdak.
De 18de-eeuwse schuur aan de westzijde van het erf bevindt zich heden in puin.
Voormalige cichorei-ast en landgebouwen aan de zuidoostzijde van het erf. Voormalige cichorei-ast gebruikt als stapelplaats voor groententeelt. Baksteenbouw onder zadeldaken; rechthoekige openingen met blauw beschilderde staldeuren en dubbele schuifpoort op hangrail.
Voorts recente stallen en moderne loodsen voor groententeelt uit de jaren 1970 en 1980 aan de oost- en zuidzijde van de hoevegebouwen.
Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Leemputstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Hoeve Ter Keijsere [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208531 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.