erfgoedobject

Hoeve Munkenhof

bouwkundig element
ID
208586
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208586

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Munkenhof
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Munkenhof
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Goed "Munkenhof" of het Hof van de Sint-Pietersabdij van Desselgem, gelegen in een bocht van de Oude Leie-arm. De hoevenaam verwijst naar de monniken van de Gentse Sint-Pietersabdij die er gedurende tien eeuwen wonen. De huidige gebouwenconfiguratie komt in de 17de eeuw tot stand, wanneer de hoeve wordt herbouwd in steen. Gebouwenbestand daterend uit de 17de en 18de eeuw (16de-eeuwse kelders), verbouwd in de daarop volgende eeuwen.

Historiek

5-6de eeuw. De site wordt voor het eerst bebouwd in de loop van de 5de of 6de eeuw, wanneer een groep Franken zich vestigt bij de Leie onder leiding van Thrassald. De hofstede, genaamd "Thrassaldinghem", is vermoedelijk omwald en zou later uitgroeien tot het "Munkenhof".

10de eeuw. De hofstede wordt enkele jaren vóór 964 door graaf Arnulf de Grote geschonken aan de Gentse Sint-Pietersabdij. De monniken van de Sint-Pietersabdij kiezen het "Munkenhof" als bestuurscentrum voor hun bezittingen in de streek. Het "Munkenhof" vormt het foncier van het uitgestrekte allodium van Sint-Pieters, met gronden in Desselgem, Beveren-Leie, Deerlijk en Waregem. In de loop van de 10de eeuw verkrijgt de hofstede een achtvormige omwalling, mogelijk tot stand gekomen nadat de monniken een omwalde motte toevoegen aan de reeds omwalde hofstede.

13de eeuw. In 1281 wordt in de inventaris van de abdijbezittingen vermeld dat de hoeve verpacht wordt aan Heinric van Gavere. Het "Munkenhof" wordt in de inventaris "curtis" (hof) genoemd en het woonhuis "domus abbatis" (huis van de abt). De monniken hadden dus vóór 1281 het "Munkenhof" reeds verlaten.

14de eeuw. In de 14de eeuw worden er omvangrijke herstellingen uitgevoerd, wellicht als gevolg van de Slag van Westrozebeke in 1382. De hoeve is opgebouwd in vakwerkbouw op stenen fundamenten en bestaat uit een woning (verblijf van abt en pachter) en keuken, stallingen, een grote en kleine schuur, een wagenhuis, een poort, een bakhuis en een duiventoren.

In 1388 krijgt pachter Lodewijk de Valckenaere een lagere pacht wegens waterschade veroorzaakt door de overstromingen van de Leie.

15de eeuw. In de 15de eeuw heeft de abdij nog steeds een vertrek of een aantal vertrekken ter beschikking in de woning.

In 1451 vinden er nieuwe herstellingen plaats, waarbij onder meer 32.000 bakstenen worden aangekocht. In 1452 worden er, naar aanleiding van de onlusten in het Leiegebied, militairen gelegerd op de hoeve. 16de eeuw. In de 16de eeuw wordt het Munkenhof gepacht door de familie van Aken. Het pachtcontract van 1574 geeft een gedetailleerde omschrijving van de hoeve die nog steeds is opgetrokken in vakwerkbouw. De hoeve bestaat uit de woning, het wagenhuis, "de groote schuere", "de maertsche schuere" (nederschuur), schaaps-, lammer- en kalverstallen, een paardenstal, varkenshokken, het bakhuis, de duiventoren (tevens gevangenis). In het poortgebouw zijn kamertjes voor het personeel en gasten ondergebracht.

In 1598 wordt de hoeve door de vrijbuiters/geuzen van Oostende volledig platgebrand.

17de eeuw. De hoeve wordt door de Sint-Pietersabdij heropgebouwd in steen en is circa 1620 volledig hersteld. De figuratieve kaart van Desselgem, opgemaakt in 1620 door landmeter Lowijs de Bersacques, geeft "'t Muncke hof" in spiegelbeeld weer. Het boerenhuis, de duiventoren en de landgebouwen zijn gelegen rondom het centrale erf en zijn opgetrokken in baksteen gecombineerd met Doornikse kalksteen (vermoedelijk schaliën en stro als dakbedekking). De hoeve wordt weergegeven in Flandria Illustrata van Antonius Sanderus van 1641 als het "Praetorium Abbatiae Blandiniensium in Desselghem" (tekening van Vedastus du Plouich). Het hof of het praetorium op de tekening wordt omringd door water en bestaat uit een hoofdgebouw van twee bouwlagen met trapgevels en lagere bijgebouwen (onder meer brouwerij, paardenstallen en bakhuis) met een achthoekige toren boven de gevangenis.

Op de figuratieve kaart van de parochies Desselgem en Beveren, opgemaakt in 1675 door Gudwalus van der Mariën, worden de hoevegebouwen weergegeven binnen de noordelijke omwalling. Op de zuidelijke motte staan bomen weergegeven.

18de eeuw. De figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, geeft eenzelfde achtvormige omwalling weer. Een 18de-eeuws plan van het "Munkenhof" uit het Rijksarchief te Gent geeft de gebouwen in detail weer: de woning met aanpalend de brouwerij, gevangenis en stallingen aan de zuidzijde van het erf, de schuur aan de oostzijde van het erf, de stallingen aan de noordzijde van het erf (paarden-, kalver-, koe- en schapenstallingen), een kleine paarden- en veulenstal aan de westzijde van het erf, het wagenhuis centraal op het erf, het poortgebouw bij de omwalling en het bakhuis ten noorden van de hoevegebouwen. De grote schuren en stallingen van de hoeve doen dienst als opslagplaats van de renten en de tienden in natura. In 1771 wordt Dominicus Cruijt betaald voor het maken en het aanbrengen van het wapenschild van de abdij. In 1776 betaalt pachter Joannes Verhaeghe een rekening voor het maken van een nieuwe dijk rond de hoeve.

De Sint-Pietersabdij blijft eigenaar van het goed tot aan de Franse revolutie. Met de Franse revolutie worden alle eigendommen van de abdij, waaronder het "Munkenhof", opgekocht door Joannes Verhaeghe, landbouwer op het "Munkenhof" en vermoedelijk stroman voor de abdijheer.

Tussen 1770 en 1834 verschijnt het "pakhuis" langs de dreef naar het "Munkenhof". Dit onderkelderde gebouw met bakstenen vouten ligt bij het veer dat voor de verbinding over de Leie tussen Desselgem en Ooigem zorgt.

19de eeuw. Joannes Verhaeghe wordt in 1801 de eerste burgemeester van Desselgem (de bewoners van het "Munkenhof" leveren jarenlang de baljuws en burgemeesters van Desselgem).

Vermoedelijk in de 19de eeuw wordt de brouwerij overgebracht van de zuidelijke vleugel naar de oostelijke schuurvleugel. Daarbij wordt langs de toegangsdreef een steenput opgetrokken om de brouwerij van water te voorzien.

Circa 1834 is het "Munkenhof" volgens het kadaster eigendom van de "Gewezene heeren van St Pieters" en wordt de hoeve bewoond door burgemeester Jacob Verhaeghe. Op het primitief kadasterplan (circa 1834) en op de Popp-kaart (1840-1850) wordt een omwalde hoeve weergegeven bestaande uit het boerenhuis aan de zuidwestzijde, de rosmolen aan de westzijde en verscheidene landgebouwen aan de noord-, zuid- en oostzijde van het erf. Achter het landgebouw aan de oostzijde van het erf bevindt zich de brouwerij. Voorts is er nog een landgebouwtje op het erf en ten oosten van de brouwerij en wordt er aan de noordwestzijde van de site nog een bakhuis weergegeven. Binnen een tweede omwalling bevindt zich de boomgaard en buiten de omwalling, naast de toegangsdreef, wordt het "pakhuis" bij de veerdienst over de Leie weergegeven. Naast dit magazijn is de aanlegplaats of "aard" gelegen.

In de jaren 1850 laat de Gentse kanunnik Prosper Morel volgens het kadaster tegenover het bestaande pakhuis, aan de overzijde van de toegangsdreef, een tweede pakhuis optrekken (ingebruikname in 1852-1861). Kanunnik Morel laat vóór 1854 de rosmolen aan de westzijde van het erf omvormen in een landgebouw en het kleine landgebouw centraal op het erf omvormen in een rosmolen. In 1865 verkoopt kanunnik Morel de hoeve "la terre des Moines" aan notaris Jules Lammens en Louis Vande Poele uit Gent. Het eigendom wordt omschreven als "une ferme, nommée la terre des moines, consistant en maison d'habitation avec étables, écuries, granges, magasins, grange à fourages, fournil, batiments de brasserie, caves et autres batiments, sauf les constructions que le fermier prouverait lui appartenir, étangs et dépendances, vergers, jardins potagers, avenues plantées, terres labourables, pâtures et prairies ...".

In 1883 worden de rosmolen op het erf, de brouwerij aan de oostzijde van het erf en het magazijn ("pakhuis") langs de toegangsdreef in opdracht van notaris Jules Lammens en Louis Vandepoele omgevormd in landgebouwen. Volgens het kadaster laten Lammens en Vande Poele in 1887 een gedeelte van de gebouwen aan de oostzijde van het erf inrichten als stoombrouwerij. Daarnaast worden in 1887 nog twee landgebouwen opgetrokken ten noorden van het koestallen (onder meer het wagenhuis). Volgens de mutatieschetsen van 1888 wordt het landgebouw aan de westzijde van het erf verbouwd. In 1888 registreert het kadaster de afbraak van het pakhuis uit de jaren 1850langs de toegangsdreef. In 1891 wordt volgens het kadaster de stoombrouwerij vergroot en worden de paardenstallen opgetrokken centraal op het erf. In 1897 geven Jules Lammens en Louis Vandepoele de opdracht om de stoombrouwerij aan de oostzijde van het erf nogmaals te vergroten en ernaast een stoomstokerij op te richten.

20ste eeuw. Volgens het kadaster wordt de woning in 1902 uitbreid in opdracht van Jules Lammens; volgens de mutatieschetsen wordt er een volume tegen de zuidgevel opgetrokken. In 1905 wordt de stoomstokerij omgevormd in een stoombrouwerij en wordt er in de stoombrouwerij een stoommachine geplaatst. Rond 1920 wordt de hoeve verkocht aan vlasnijveraar Hector Lambrecht († 1940) uit Wielsbeke. Rond 1925 bouwt hij aan de zuidkant van de Leie enkele betonnen rootputten. Op een foto van de jaren 1930 heeft de woning nog een klokkenstoel op de nok en zijn de trapgevels en het trappenhuis nog niet voorzien. De foto geeft ook het thans verdwenen "washuis" weer. In 1931 laat landbouwer Hector Lambrecht volgens het kadaster de stoombrouwerij omvormen in een landgebouw. De paardenstallen aan de westzijde van het erf worden vermoedelijk in de jaren 1930 of 1940 vervangen worden door de huidige tabaksast.

Bij de slag aan de Leie worden de gebouwen beschadigd en is de dakbedekking en de klokkenstoel op de woning verwoest. Kort na de Tweede Wereldoorlog worden de nodige restauratiewerken uitgevoerd. In de jaren 1940, vermoedelijk na de oorlog, wordt het oostelijke gedeelte van de woning ingericht als woning voor de meestergast. In 1945 wordt er een keuken gebouwd en wordt het washuis afgebroken. Daarnaast wordt het trappenhuis tussen de woning en de zuidelijke zijvleugel gebouwd. Na 1945 wordt de woning van trapgevels voorzien. In 1946 komt het echtpaar Frans Lambrecht-D'Haens op de hoeve wonen. Zij zijn de eerste eigenaars die ook op de hoeve wonen.

In de jaren 1950-1960 is de hoeve een gemengd bedrijf bestaande uit 52 ha landbouwgrond en een veestapel van circa 50 koeien. In 1953 worden er warmwaterrootputten gebouwd naast de bestaande rootputten; er wordt ook een zwingelturbine geleverd.

Vanaf de jaren 1970 wordt de hoeve onder leiding van architect Ducatteeuw uit Beveren-Leie gerestaureerd. Er wordt begonnen met het reinigen van de omwalling. In 1983-1984 wordt de oude brouwerij met de vroegere gevangenistoren herbouwd en wordt de kleinste woning verruimd en aangepast aan het hedendaagse wooncomfort (zuidelijke vleugel); de inkom van de woning bevindt zich in de nieuwe toren. Het nieuwe poortgebouw wordt opgetrokken op de oude grondvesten van het voormalige poortgebouw, die zich op meer dan één meter diepte bevinden. Het poortgebouw wordt in 1992 gerestaureerd.

Beschrijving

Hoeve gelegen op het "eiland" tussen de Oude en Nieuwe Leie-arm, ontstaan na het kanaliseren van de Leie in 1975. Met bomen omzoomde en gekasseide erfoprit met naastgelegen muurresten van het voormalige pakhuis. De omwalling is grotendeels gedempt. Grotendeels aaneengesloten hoevegebouwen, gelegen rondom het centrale erf.

Poortgebouw aan de zuidzijde van het erf, ter hoogte van de voormalige omwalling (jaren 1980). Baksteenbouw onder pannen zadeldaken. Hoger opgetrokken middengedeelte met grote korfboogpoort.

Woning aan de zuidwestzijde van het erf op L-vormig grondplan. Het hoekvolume dateert vermoedelijk uit het begin van de 17de eeuw; in de noordelijke gevel zijn talrijke bouwfases af te lezen. Het oostelijke gedeelte van de woning (zuidzijde van het erf) is in de jaren 1940 ingericht als tweede woning voor de meesterknecht en aangepast in 1983-1984. Hoekvolume van drie bouwlagen, het oostelijke volume telt één bouwlaag. Wit beschilderde verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldaken. Gebruik van witsteen voor onder meer de kruismonelen. Hoekvolume met trapgevels aan de noord- en zuidzijde (de trapgevels van het volume met de huidige inkom van de woning zijn na 1945 voorzien). Arduinen wapenschild van abt Gudwalus Seiger tegen de gevel van de woning aan de kant van het erf.

Interieur. Hoekvolume met volgens de literatuur bewaarde balkenplafonds, 18de-eeuws pleisterwerk en bewaarde 16de-eeuwse kelders. Oostelijk volume met volgens de literatuur bewaarde salons met stucwerk.

20ste-eeuwse uitbreiding van de woning tussen het 17de-eeuwse hoekvolume en de voormalige paardenstallen aan de westzijde van het erf.

In oorsprong laat 18de-eeuwse vleugel aan de zuidzijde van het erf met voorheen brouwerij en gevangenis met duiventoren. Voormalige gevangenis-/duiventoren met tweede toegang tot de woning opgetrokken in 1983-1984 als uitbreiding van de woning.

Bakstenen torenvolume onder leien tentdak; korfboogvormige toegang onder druiplijst aan de zuidzijde.

Voormalig landgebouw ten oosten van het torenvolume. Wit beschilderde en verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak. Volgens de literatuur voorzien van troggewelven.

Aan de oostzijde van het erf bevinden zich van noord naar zuid de grote 18de-eeuwse schuur, de voormalige stokerij en de voormalige brouwerij. Verankerde bakstenen schuur onder een pannen zadeldak. Achtergevel met segmentboogpoort en rechthoekige staldeuren onder houten lateien. Aan de erfzijde vroeg 18de-eeuws wapenschild in witsteen. Volgens de literatuur bevat de schuur een verbouwde 19de-eeuwse aardappelkelder met gemetste, kruisende tongewelven (zuidzijde) en stallingen met grotendeels bewaarde, 18de-eeuwse indeling (noordzijde).

Voormalige 19de-eeuwse brouwerij en eind 19de-eeuwse stokerij ten zuiden van de schuur. Verankerde bakstenen brouwerij onder pannen zadeldak; lagere aanbouwen onder lessenaarsdak tegen de zij- en achtergevel. Bakstenen stokerij van drie bouwlagen onder een platte bedaking; zijgevel met deels gedichte licht getoogde openingen en blinde achtergevel.

Aan de noordwestzijde wordt de schuur via een 19de-eeuwse uitbreiding verbonden met de stallen aan de noordzijde van het erf.

18de-eeuwse koestallen aan de noordzijde van het erf. Beschilderde, verankerde baksteenbouw onder een pannen zadeldak. Lagere aanbouw tegen de achtergevel. Volgens de literatuur bewaarde indeling en 19de-eeuwse troggewelven tussen staalprofielen.

20ste-eeuwse tabaksast van circa 1930-1940 aan de westzijde van het erf (verhoging van bestaande bergruimte tot tabaksast). Aanpalende 19de-eeuwse bergruimte ontstaan na het verbouwen en uitbreiden van de voormalige paardenstallen.

De paardenstallen van 1891 op het midden van het erf. Op het erf ten noorden van de stallen is er een stoep en een mestvaaltput.

Het wagenhuis van 1887 ten noorden van de koestallen. Houten constructie op stenen voet en onder een pannen zadeldak.

Het grote 17de- of 18de-eeuwse bakhuis met 20ste-eeuwse aanbouw bevindt zich eveneens ten noorden van de koestallen. Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Desselgem, 1854/1, 1864/1, 1883/1, 1888/2, 1888/3, 1891/1, 1897/1, 1903/1, 1906/12, 1931/1.
  • Provinciale Bibliotheek Tolhuis te Brugge: postkaarten Desselgem.
  • Rijksarchief Brugge, Verzameling Kaarten Popp, Arrondisssement Kortrijk, nummer 205: Desselgem, 1840-1850.
  • Rijksarchief Gent, Kaarten en Plannen, nummer 558: Kaerte figuratieve van de groote thienden in de prochie van Desselghem door Louis de Bersacques, 1620.
  • Rijksarchief Gent, Kaarten en Plannen, nummer 559: Kaerte figurative van de heerlykheyd van de parochie van Desselghem en Beveren met hun bestrek in de parochien Wareghem en Deerlyck, competerende d'abdy van St-Pieters, gemaekt door Gudwalus Van der Marien, 1675.
  • Rijksarchief Gent, Kaarten en Plannen, nummer 561: Kaerte figurative van de gelegendheyd der vry-eygen kerke heerlykhede van Ste-Pieters Desselghem, competerende de exemple abdye van Ste-Pieters nevens Gent, bestrekkende binnen de prochien van Desselgem, Beveren, Deerlyk en Waereghem, gemaeckt ten jaere 1764 door Joseph de Coster.
  • Rijksarchief Gent, Kaarten en Plannen, nummer 954: Plan van grote hoeve te Desselgem, eigendom van Sint-Pietersabdij (plan van het Munkenhof aldaar), s.d.
  • COOREVITS S., DE CLERCQ E., Vensters op het Verleden, Erfgoedwandelingen in Beveren-Leie, Desselgem en Sint-Eloois-Vijve, 2008, p. 41-42.
  • COOREVITS S., Waregem graag gezien, Waregem-Beveren-Leie-Desselgem-Sint-Eloois-Vijve, Brugge, 2005, nummer 160.
  • DEBROUWERE M., DUCATTEEUW E., De Sint-Pietersheerlijkheid op Desselgem, Beveren, Waregem en Deerlijk, Het Munkenhof, in De Gaverstreke, jaargang 5, 1977, p. 57-141.
  • DEBROUWERE M., DUCATTEEUW E., Van woonsteden en mensen in Desselgem, 5. Het Munkenhof, in De Gaverstreke, jaargang 15, 1987, p. 101-167.
  • DEBROUWERE M., DUCATTEEUW E., Van woonsteden en mensen in Desselgem, 5. Het Munkenhof (vervolg), in De Gaverstreke, jaargang 16, 1988, p. 135-215.
  • DEBROUWERE M., DUCATTEEUW E., Van woonsteden en mensen in Desselgem, 5. Het Munkenhof (slot), in De Gaverstreke, jaargang 17, 1989, p. 205-270.
  • DERAMMELAERE D., Getuigenissen van steen (1), Het Munkenhof, in De Gavergids, jaargang 3, 1996, nummer 1, p. 2-8.
  • DESPRIET, P., Twintig Zuidwestvlaamse hoeven, Een inleiding tot de studie, de kennis en de herwaardering van onze aloude boerderijen, Kortrijk, 1978, p. 68-76.
  • Dit is West-Vlaanderen, Deel 1, 1959, p. 348.
  • HASQUIN H., Gemeenten van België, Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek, Deel 1 Vlaanderen, s.l., 1980, p. 183.
  • MERLIER R., De landelijke bebouwing in de Sint-Pietersheerlijkheid door de eeuwen heen in Desselgem, Beveren-Leie, Deerlijk en Waregem, promotor F. Dambre-Van Tyghem, Waregem, 1976, p. 494-500.
  • NOLF M., Waregem binnenste buiten, 5, in De Gavergids, jaargang 10, 2003, nummer 1, p. 27.
  • Open Monumentendag in Waregem. Van Nature ... een Monument. 12 september 2004. Het Munkenhof Desselgem, Waregem, 2004, p. 1-7.

Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem, Deel I: Stad Waregem, Deelgemeente Sint-Eloois-Vijve, Deel II: Deelgemeenten Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes

  • Is gerelateerd aan
    Kutskapel

  • Is deel van
    Munkenhofdreef


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Munkenhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208586 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.