Dieper gelegen 18de-eeuwse hoeve, genaamd "'t Goed Ter Brabantstrate". De hoeve wordt in het midden van de 19de eeuw verbouwd. De hoevenaam verwijst naar de voormalige straatnaam.

De hoeve wordt voor het eerst weergegeven op de figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, en bestaat er uit een dieper gelegen boerenhuis met naastgelegen stal. Op het landboek van de parochie Desselgem, opgemaakt in 1771 door C.P. Minne, wordt slechts één volume weergegeven. In het landboek van 1771 wordt vermeld "Judocus Storme eenen behuijsde hofstede en lant". Op het primitief kadasterplan (circa 1834) staan opnieuw beide volumes afgebeeld samen met een bijgebouwtje in de boomgaard. Circa 1834 is de hoeve eigendom van ontvanger J. Carlier uit Waregem. Volgens het kadaster wordt de stal vóór 1849 vergroot en wordt het boerenhuis in opdracht van stoker Bellarmin Serbruijns in 1851 volledig gereconstrueerd en vergroot. In 1879 is de hoeve in het bezit van secretaris Petrus Loquet. In 1925 bouwt Constant Van Overbeke uit Oostrozebeke een zwingelarij op een perceel ten oosten van de hoeve. In het derde kwart van de 20ste eeuw wordt er een nieuwe woning opgetrokken aan de straatkant en in het laatste kwart van de 20ste eeuw bouwt men een landgebouw dwars op de bestaande stal.

Verharde erfoprit. Begraasd erf met boom rechts van de oprit, afgezet met een wit beschilderd, betonnen hek. Dieper gelegen boerenhuis met aanpalende stal gelegen aan de noordzijde van het erf, deels zichtbaar vanaf de straatkant. Gecementeerde en verankerde woning onder pannen zadeldak. Aanpalende, bakstenen stalling onder golfplaten zadeldak.