Geschiedenis van de site. Jan Sap laat circa 1840 ten noorden van het hooghuis een grachtenstelsel graven. Zo ontwatert hij de laag gelegen percelen en creëert hij een lusthof. De radicaal-liberale Louis Dieryckx (de erfgenaam van Jan Sap, hij wordt door pastoor Ampe de "blauwe ketter" genoemd) laat het grachtenstelsel ten noorden van het hooghuis verder uitgraven om er een eilandmotte van te maken. Op dat 'motje' komt in 1886 zijn graf. In het testament wordt gesteld dat de grafsteen in blauwe hardsteen moest worden uitgewerkt met een ingekerfd grafschrift en dat deze ten eeuwigen dage moest worden verzorgd door de eigenaar van de hoeve en de landerijen. Er was een toegangspad tot het motje voorzien, dit is anno 2009 sterk afgekalfd. Op het 'motje' waren een aantal bomen (coniferen), rododendronstruiken en een buxushaag aangeplant. Bij het omwaaien van een boom circa 1970 scheurde het graf open.
In 2008, vervallen en afgekalfde toestand. Het 'motje' met het graf kon niet worden bezocht bij de inventarisatie.
HEUS J., Eeuwelingen beschermen, in Spaenhiers. Jaarboek, jg. 8, 2000, p. 51-156.
SEYS R., Koekelare, gisteren en op de drempel van morgen. Een verzameling foto's, prentkaarten en tekeningen, met beknopte historische en andere toelichtingen, Sint-Niklaas, 1987, p. 112 (iconografie).
Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)