Site zogenaamd "Bois Fleuri". Voormalige boswachterswoning, gelegen in de nog steeds bosrijke omgeving van de Bovekerkestraat (noordelijk stuk), Litterveldstraat en Veldstraat. Rondom enkele weides met bewaarde stukken boomgaard. Aan de Provinciebaan bevond zich een planterij.
Het perceel behoorde zeker reeds in de 16de eeuw toe aan de heren van Koekelare. Via de prinsen van Izegem kwam het begin 19de eeuw in het bezit van de hertogen van Arenberg. Vanaf 1835 (situatie op het primitief kadasterplan werd het huis in erfpacht bewoond door Pieter Timmerman. In 1873 kocht boswachter Plaisier het opstalrecht over van Timmerman. In 1910 kocht Plaisier ook de grond van de Arenbergs. In 1889 werd de woning vergroot en het klokje voor het aangeven van de werktijden op het dak geplaatst: een laag dubbelhuis van vijf traveeën, links een aansluitend gedeelte van twee bouwlagen, onder pannen zadeldaken (nok evenwijdig met de straat), sierlijk uitgewerkte dakkapellen en balustrade, deze balustrade loopt rechts door langs het plat dak van een aanbouw. In de Eerste Wereldoorlog worden Duitse soldaten ingekwartierd in het huis en omgeving. Op het erf en in de weides en akkers stonden barakken. De ligging van deze ravitailleringszone vlak achter de stellingen en de bevoorradingsspoorlijn, bracht het pand in de zone van beschieting (uit de na de oorlog ingediende schade-eis blijkt: schade aan metselwerk en aan vensters, ook schade aan de boomgaard door de bouw van de barakken). In 1925 valt het ambt van boswachter voor de Arenbergbossen weg. In 1942 wordt een stalletje bijgebouwd en wordt de plattegrond van het huis tot een volledige rechthoek omgevormd. In dat jaar wordt het huis grondig verbouwd naar de toestand die anno 2008 nog bewaard is: het hoger gedeelte krijgt een zadeldak dat nu haaks op de straat en op het lagere zadeldak georiënteerd is. Dat lagere zadeldak wordt nu gewijzigd in een mansardeak, de voorgevel krijgt een nieuw roodbakstenen parement.
Gevel naar de straat gericht: rode sierbaksteen, (parement van circa 1942). Het linker gedeelte van twee bouwlagen loopt op in een puntgevel met vakwerkimitatie, rechthoekige muuropeningen in een geriemde gecementeerde omlijsting. Het lagere rechter gedeelte onder mansardedak (op de nok de dakruiter van circa 1889) is opengewerkt met korfbogige muuropeningen, gebruik van gele baksteen voor banden en strekken.
In de achtergevel is de toestand van 1889 grotendeels bewaard. Bij het lagere huisgedeelte is de oorspronkelijke structuur van het zadeldak (Blauw geglazuurde mechanische pannen) met dakruiter bewaard. De gevel is gecementeerd en witgeschilderd boven gepekte plint, gewijzigde rechthoekige muuropeningen, rechts opkamervenster. Het rechter gedeelte van twee bouwlagen in verankerde witgeschilderde baksteenbouw is gevat onder een zadeldak met dakschild, licht getoogde muuropeningen onder strek.
Op het erf, paardenkastanje. Vrijstaande stalling uit het eerste kwart van de 20ste eeuw: gele baksteenbouw en links een gedeelte met beplanking onder zadeldak (rode mechanische pannen)
HEUS J., Eeuwelingen beschermen, in Spaenhiers. Jaarboek, jg. 7, 2000, p. 126-156.
SEYS R., Koekelare, gisteren en op de drempel van morgen. Een verzameling foto's, prentkaarten en tekeningen, met beknopte historische en andere toelichtingen, Sint-Niklaas, 1987, p. 106.
Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)